Review | Tony Hawk's Pro Skater 3 + 4 is een grindsessie vol nostalgie
Er zijn maar weinig gameseries die zo hard verankerd zitten in de jeugdcultuur van eind jaren ’90 en begin jaren 2000 als Tony Hawk’s Pro Skater. Het was niet alleen een game over skateboarding, het WAS skateboarding, of toch het beeld dat veel jongeren daarvan hadden. Een combinatie van punkrock, graffiti-achtige esthetiek, baggy broeken en een nonchalante afkeer van alles wat naar school, regels of verantwoordelijkheid rook. Het was MTV in speelbare vorm. Wie een remake van die games maakt, weet dat hij niet alleen gameplay moet restaureren, maar ook een tijdsgeest probeert terug te halen. Tony Hawk’s Pro Skater 3 + 4 doet dat deels: technisch en mechanisch is dit een uitstekende heruitgave, een bundel die lekker weg speelt en vol zit met content. Maar cultureel blijft het wat hol klinken, alsof je de juiste akkoorden hoort, maar niet meer met het gebrul van de zanger erbij.
Laten we met het positieve beginnen, want dat is er gelukkig in overvloed. Het gevoel van die eerste run, na het opstarten, is puur nostalgie. Als je ooit deel 3 op de PlayStation 2 hebt gespeeld, herken je meteen het ritme, de structuur, de manier waarop je telkens nét die ene combo probeert te verlengen door een riskante grind. Dankzij de vloeiende animaties, verbeterde physics en modernere besturing speelt het zelfs beter dan toen. Manuals, reverts, wallplants: ze zitten er allemaal in en voelen natuurlijker dan ooit. Deel 3 geldt voor velen als het hoogtepunt van de reeks en dat wordt hier bevestigd. Of je nu probeert om de Sick Score te halen, alle S-K-A-T-E letters verzamelt of de geheime videotape weet te vinden; Je zit voortdurend in een fijne loop van plannen, uitvoeren, falen, opnieuw proberen en uiteindelijk slagen. En dan meteen weer een run starten, omdat je ergens nog 100 dollar mist voor een stat boost.