PILE OF SHAME | 60. Neverwinter Nights 2 (2006)
Een gedocumenteerde poging van Uberkamper om zijn persoonlijke Pile of Shame tot nul te herleiden.
Uberkamper nam bij het begin van dit jaar het goede voornemen om zijn persoonlijke Pile of Shame te reduceren tot een vers geploegde akker in de polders van de Moeren (tot nader order nog steeds het meest vlakke stuk land van Vlaanderen).
60. Neverwinter Nights 2 (2006)
Binnen een paar maanden zal de Gentse ontwikkelaar Larian Studios met Baldur’s Gate III ongetwijfeld een ronduit monumentaal spel op de wereld loslaten. Iets waar wij Belgen wel trots op mogen zijn. In afwachting van deze mijlpaal heeft Uberkamper met Neverwinter Nights 2 nog snel even de laatste titel in deze reeks van D&D RPG’s doorgespeeld en - omdat hij nu toch bezig is - geeft hij ook nog een overzicht van alles wat daarvoor kwam.
Het moet ergens laat in de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn geweest dat Uberkamper een kartonnen doos kocht waarin een opgevouwen farde zat met 6 cd-roms van Baldur’s Gate en de ‘expansion pack’ Tales of the Sword Coast. In die dagen werden games namelijk uitsluitend in duurzame kartonnen dozen verpakt van het formaat van een stevige voorleesbijbel. Voornamelijk omdat het internet nog per kilobyte druppelde in plaats van de huidige machtige stroom aan gigabytes waaraan we als gamers verrassend snel gewoon zijn geraakt.
Tot zijn schande moet Uberkamper bekennen dat hij in de jaren daarna acht of negen keer aan Baldur’s Gate is begonnen en telkens ergens in de enorme wildernis rond de naamgevende stad zijn interesse in het spel heeft verloren. Soms zelfs na meer dan tien uur onderweg te zijn geweest. Pas bij zijn letterlijk tiende poging pakte de mayonaise en slaagde Uberkamper erin om de verwarrend open spelwereld en de levensbedreigende chaos in en rond Baldur’s Gate te doorgronden. Het moet zijn dat het iets in hem heeft losgemaakt, want aansluitend volgende in een langgerekte gulp ook nog Baldur’s Gate 2 (inclusief Throne of Bhaal), alsmede Icewind Dale 1 en 2.
Voor de volledigheid voegt Uberkamper er nog aan toe dat hij nooit een echte sessie D&D heeft gespeeld (hij heeft wel alle afleveringen van Stranger Things gekeken, maar dat telt waarschijnlijk niet).
In tegenstelling tot het echte avonturierswerk aan de keukentafel, doet in de games de computer het meeste werk en kunnen speler er gewoon op vertrouwen dat het met de spelregels wel ongeveer in orde zal zijn. Daardoor heeft Uberkamper wel een vaag vermoeden wat zaken als Melf’s acid arrow, saving throws, dual classes of buffs en debuffs zijn, maar twijfelt hij bijvoorbeeld tot zijn schande nog steeds of Armor Class nu best laag of hoog zou moeten zijn. Dat mag gerust luiheid genoemd worden, maar het getuigt wel van de kwaliteit van deze computergames dat ze mensen die daar voorheen weinig aanleg toe vertoonden, toch met dit soort hermetisch gesloten tovenaarskunsten kunnen laten beziggehouden. Wat overigens niet wegneemt dat Uberkamper zoals veel gamers meestal wat afwisselt tussen eenvoudige vuurballen en genezingsspreuken, om al andere gameplay af te handelen met een elektrisch geladen voorhamer of een vergiftigde kruisboog.
En dat laatste sluit dan weer naadloos aan bij Neverwinter Nights (2002), dat zich veel eenvoudiger en rechtlijniger liet spelen dan haar illustere voorgangers, waardoor Uberkamper maar weinig noemenswaardige herinneringen heeft overgehouden aan dit eerder onopmerkelijk spel. Het naar gamernormen nog steeds stokoude Neverwinter Nights 2 (2006) verdubbelt wellenswaar de groep waarmee de speler onderweg is van twee naar vier helden, maar gaat verder zonder verpinken door op dit vereenvoudigde elan. De standaard moeilijkheidsgraad ligt in dit spel zo laag dat beschermende spreuken of het blokkeren van kwaadwillende magische effecten grotendeels overbodig worden. De vuurbal- en voorhamerstrategie werkt ook hier perfect en zelfs genezen is geen probleem aangezien vijf seconden rusten iedereen uit de dood doet oprijzen en alle spreuken terug aanvult. Het dilemma is begrijpelijk: met dit soort vereenvoudiging kan een ruimer publiek worden aangetrokken worden, maar een klassieker wordt er niet mee neergezet.
Natuurlijk is het Uberkampers eigen schuld dat hij niet de discipline kan opbrengen om een hogere moeilijkheidsgraad te kiezen. Ook goed uitgewerkte elementen als crafting, het zelf maken van allerhande wapen- of tovertuig, heeft hij volledig links laten liggen. En zelfs naar de helft van de speelbare personages in Neverwinter Nights 2 heeft hij amper omgekeken (hoewel deze stuk voor stuk gedetailleerd en met veel liefde uitgewerkt zijn) omdat ze hem om een of ander manier op de zenuwen werkten. Dat laatste zorgde er overigens voor dat op het einde van het spel de helft van het team ongebalanceerd en grotendeels in hun onderbroek voor de eindbaas stond. Het is een beetje lullig wanneer op het einde van een spel blijkt dat totaal verwaarloosde personages verplicht aandacht hadden moeten krijgen. De eindbaas van dienst kreeg overigens nogal ongeïnspireerd de naam “Lord of Shadows” en doet zijn naam eer aan door weinig meer dan wat anoniem boosaardig te zijn op de achtergrond. Om maar te zeggen dat ook het verhaal van Neverwinter Nights 2 aanvoelt als een wat afgezwakte variant van haar illustere voorgangers.
Ronduit irritant is bovendien het feit dat groepsleden - ook na tal van updates – nog steeds alle kanten oplopen als ze automatische taken moeten verrichten of het grootste deel van de tijd met hun duimen draaien als alles op handmatig is ingesteld. Nergens in het spel had Uberkamper het gevoel van totale controle over de groep dat zo kenmerkend was voor de voorgaande delen.
Grafisch is Neverwinter Nights 2 dan weer wel het mooiste deel in de reeks geworden, maar deze eerder vroege variant van een 3D-wereld doet tegenwoordig wel wat pijn aan de ogen. Het veel oudere Baldur’s Gate en Icewind Dale hadden wel een dimensie minder, maar ironisch genoeg hebben ze veel minder te lijden hebben gehad onder veroudering én ze hebben ondertussen ook een grafische update gekregen.
Neverwinter Nights 2 is zeker geen slecht spel geworden. Uberkamper heeft bij het spelen niet het onderste uit de kan gehaald en naar het schijnt maken de talrijke DLC’s het spel nog beter. Toch werden met deze telg een paar compromissen teveel gesloten waardoor het spel steeds paar passen achter is blijven lopen tegenover haar illustere voorgangers. Maar voor wie graag mee wil zijn met de volledige reeks of straks voluit wil genieten van Baldur’s Gate III, kan het spel toch nog voor heel wat uren onderhoudende gameplay zorgen.
Neverwinter Nights 2 (2006)
Pro
- Zesde telg in het D&D RPG universum
- Uitgebreid en complex spel dat met veel zorg werd ontwikkeld
Negatief
- Grafisch op jaren gekomen
- Niet het gevoel van controle zoals bij de voorgaande delen
- Verplicht investeren in alle personages ook al zijn het irritante stofmossels
Wie is Uberkamper?
Uberkamper. Zijn van nature trage en beschouwende speelstijl lijkt zozeer op "campen" dat besloten werd deze doorgaans pejoratieve nomenclatuur als eretitel te adopteren. De variant met "K" i.p.v. "C" bleek evenwel ongelukkigerwijze naar het Duitste woord voor vechten te verwijzen, eerder dan naar het Engelse woord voor Kamperen. "Uber", eveneens aan het Duits ontleend, betekent dan weer: alles en iedereen overtreffend. Dat is natuurlijk, laat ons eerlijk zijn, de enige manier om een spel te spelen. Uberkamper kan dus evenzeer verwijzen naar het overtreffende vermogen om stil in een hoek te liggen en te wachten tot het spel gedaan is, als naar degene die het speelveld overheerst en domineert. De beiden zijn correct.
Simpelere en tijden, toen 3D graphics louter draaiden om het 3D zijn...
Geplaatst op 2023-03-02 13:16:52
> Verplicht investeren in alle personages ook al zijn het irritante stofmossels
😂
Geplaatst op 2023-03-03 10:43:03