REVIEW | RiMS Racing gaat hier en daar uit de bocht
Al bij onze tweede bocht, de ‘Sterrenwachrbotch’ op het circuit van Zolder, gingen we meteen genadeloos hard onderuit. Naast de slordig getypte bochtnaam, viel meteen op dat RiMS Racing, de eerste titel van de nieuw gevormde Italiaanse studio RaceWard Studio, duidelijk eentje is voor de hardcore motorfanaten die zweren bij realisme. RiMS Racing gaat ook veel dieper dan het aanbieden van alleen een zo authentiek mogelijke rijervaring, want ook het sleutelen aan je motor staat ditmaal centraal.
Dat is ook waarmee deze nieuwe release in het steeds groter wordende racegame-repertoire van uitgever NACON zich onderscheidt van zijn rechtstreekse concurrenten. Vrijwel elk afzonderlijk onderdeel van je motorfiets kan worden vervangen en zal slijtage ondervinden tijdens en na elke race. Je motor onderhouden en upgraden is in RiMS Racing dus net zo belangrijk als het racen zelf. Je moet ervoor zorgen dat je tweewieler te allen tijde in topconditie is, anders zullen je prestaties op de baan er wellicht onder lijden.
Of het nu gaat om het monteren van een nieuw set banden, het vervangen van een bekraste kuip of alle aparte onderdelen van het remsysteem: de manier waarop je je baanbeest volledig kunt ontleden en elk onderdeel naar wens kunt aanpassen, is een zeer indrukwekkende feature. Je beschikt daarvoor over een catalogus met ruim vijfhonderd officiële reserveonderdelen van de grootste merknamen in de sector.
Deze onderdelen moet je ook volledig zelf installeren via een reeks knoppencombinaties die je correct moet volgen. Schroeven losvijzen (met een draaiende beweging op de linkerstick, bijvoorbeeld), het gewenste onderdeel verwijderen, het nieuwe onderdeel selecteren, opnieuw monteren en vervolgens alles weer op zijn plaats vastschroeven. Soms moet je echt wel een hoop stappen volgen om een stuk te monteren of ontkoppelen en dan gaat deze Quick Time Event-achtige minigame al rap vervelen en de boel onnodig vertragen. Gelukkig zitten er later in de game een paar quality of life upgrades waarmee al deze onderdelen automatisch op de motor geschroefd worden, maar de eerste paar uur verricht je alles zelf en is er geen ontsnappen aan.
Het feit dat elk onderdeel van de motorfietsen kan worden vervangen is ongezien, maar er is ook een keerzijde aan de medaille. RiMS Racing bevat slechts een selectie van acht (ja, acht!) motorfietsen, waaronder de Kawasaki Ninja ZX-10RR, Ducati Panigale V4 R, Yamaha YZF-R1 en de BMW M1000 RR. Dat is niet veel, zeker in vergelijking met enkele rechtstreekse concurrenten in het genre die makkelijk een tienvoud aan motoren hebben, maar het is gelukkig wel een selectie van acht krachtpatsers die allemaal tot in het allerkleinste detail zijn nagebouwd. Toch kunnen we ons voorstellen dat veel gamers teleurgesteld zullen zijn door deze extreem beperkte selectie.
De carrièremodus waarin al die engineering- en mechanica-elementen geïntroduceerd worden, gaat dus voor een keer niet om het vrijspelen van talloze motoren en raceklassen. Je maakt de keuze uit één van de acht droommotors en het wordt je belangrijkste bezit in de zeventig evenementen die samen één raceseizoen vormen. Naast de traditionele races, leer je de kneepjes van het vak in zogenaamde academy events. Er zijn ook nog gesponsorde races, allerlei fabrikantencompetities waardoor je ook eens met de andere tweewielers aan de startlijn kan verschijnen en korte 1-versus-1 face-off wedstrijden. Genoeg variëteit, maar de carrièremodus loodst je wel heel droog van het ene naar het andere event. Wanneer een bepaalde uitdaging je minder goed ligt, dan heb je toch weinig andere keuze.
Tussen de races door vertoef je in je uitvalsbasis, een omgeving die een beetje doet denken aan de faciliteit uit de WRC-titels die ook door NACON worden uitgegeven. Hier ben je vooral bezig met het noodzakelijke onderhoud van je tweewieler. Met je vergaarde prijzengeld en zogenaamde team points kun je niet alleen nieuwe en betere onderdelen kopen, maar ook allerlei crewleden inlijven voor je raceteam. Er zijn ook enkele skill trees waarop je verschillende vaardigheden kunt ontgrendelen. Dit gaat van kortingen in de shop, over tragere slijtage, tot extra tuning slots en – gelukkig maar – het automatiseren van het (de)monteren en de pitstops (die voordien ook via een QTE worden afgehandeld). Deze voorspelbare en ietwat saaie structuur van de carrière zal niemand nog verrassen. De omkadering mocht misschien toch een tikkeltje spectaculairder zijn.
Er is uiteraard ook de mogelijkheid om wat losse races te rijden en een online multiplayer, waarin je in wekelijkse uitdagingen en gepersonaliseerde lobby’s aan je Fame Points kan werken. We zijn ook altijd blij als er een split-screenoptie in het menu staat. In ‘Offline Duel’ kunnen twee spelers lokaal tegen elkaar racen op een gesplitst scherm.
Eenmaal op de baan, word je begroet door een vrij diep simulatiemodel. Het is een hele opgave om die baanbeesten onder controle te houden. De acht beschikbare modellen hebben allemaal een hyperrealistische racebeleving en ondergetekende ging op ‘realistic’ toch enorm vaak tegen de vlakte. De voor- en achterremmen onafhankelijk van elkaar gebruiken is natuurlijk weer van vitaal belang, alsook het tijdig remmen en insturen, maar het is altijd een gevecht met de ontembare machine om voldoende tractie te houden en de grip niet te verliezen. Kleine stuurfoutjes leveren vaak straftijd op en bij sommige events tegen de chrono levert even het gras beroeren al een niet gevalideerde rondetijd op. En dat kan best frustrerend zijn.
Oefening baart kunst, maar het veranderen van het physics simulation level (beginner, intermediate of realistic) en de moeilijkheidsgraad (novice, semi-pro of pro) maakt RiMS Racing wel voor iedereen beheersbaar. De adaptieve triggers en haptische feedback van de DualSense-controller dragen ook echt bij aan de ervaring. Toch is er ook nog ruimte voor verbetering: geen van de AI-tegenstanders is bijvoorbeeld in staat om gedurfde defensieve of offensieve manoeuvres uit te voeren en hoewel je ze af en toe flink ziet crashen door dom gedrag, rijden ze veelal in een treintje op de ideale lijn. Het snelheidsgevoel laat ook nog wat te wensen over, waardoor RiMS Racing er niet helemaal in slaagt om alle adrenaline van het motorracen over te brengen.
De staat van je motorfiets is ook tijdens het racen heel belangrijk en met de ‘Motor Status Check’ kun je daarom op elk moment de race pauzeren om de huidige toestand van elk afzonderlijk onderdeel te observeren. Je tikt gewoon op de touchpad van je controller, als je de game net als ons op een PlayStation-console speelt tenminste, en je hebt in real-time toegang tot essentiële gegevens zoals elektronische instellingen, de remschijftemperatuur, de bandenspanning en –druk, de slijtage van allerhande onderdelen, enzovoort. Hiermee schakelt ontwikkelaar RaceWard Studio nog een versnelling hoger en motorfanaten vinden dit ongetwijfeld een geweldige toevoeging, maar wij keken er na een paar races alleszins niet meer naar om.
Op visueel vlak overtuigt RiMS Racing ons niet helemaal. De acht racemachines zelf zien er nog behoorlijk goed uit, maar gezien het feit dat elk onderdeel individueel is gemodelleerd voor de unieke features in deze game, was dat geen verrassing. Het zijn vooral de tracks die niet aan dezelfde normen voldoen en vooral de pop-in en sporadische framedrops vielen ons in negatieve zin op.
Nu we het toch over de circuits hebben: naast een kleine selectie aan tweewielers is ook de selectie van tracks in RiMS Racing zeker niet de grootste. Toch bevat het enkele opmerkelijke circuits, want naast het circuit van Zolder uit eigen land, mag je ook racen op verschillende iconische racebanen zoals Laguna Seca, Fuji Speedway, Suzuka, Silverstone en de Nürburgring. De tracklist biedt ook vijf wegbanen, die je in beide richtingen kunt rijden, waaronder de Million Dollar Highway in de Verenigde Staten en de Passo San Marco in Italië. Een extra track wordt al vanaf de eerste dag verkocht via DLC voor €4,99 en dat zijn praktijken die we niet aanmoedigen, zeker als je slechts 14 (19 als je de reversed tracks meerekent) in je basisgame hebt.
De virtuele motorfietsen klinken allemaal precies zoals ze zouden moeten, alleen jammer dat hun heerlijke gebrul wordt ondersteund door de herrie van The Bloody Beetroots. Al is dat laatste vooral een smaakdingetje.
De debuutgame van RaceWard Studio, dat trouwens bestaat uit ex-Milestone-medewerkers, is een spel met veel onbenut potentieel. Het is een degelijke motorracesimulatie die zeer diep gaat en je echt elk minuscuul aspect van de motoren laat ontdekken. Je krijgt er alleen wel een zeer beperkte selectie van acht moto’s voor in de plaats en ook het aantal circuits ligt niet bijster hoog. Het doel van de game is hier niet om zoveel mogelijk motoren te verzamelen, maar om de eigendomservaring van één van de beste tweewielers ter wereld te simuleren en die tot in de kleinste details te onderhouden. Al gaan de QTE-achtige knoppencombinaties die daar bij horen al snel vervelen. Het rijmodel is degelijk en zeker niet het eenvoudigste, maar het wordt wel gehinderd door de matige AI van je tegenstrevers. Visueel is het ook niet meteen de spectaculairste game, met enorm veel pop-in (zelfs op PlayStation 5) in de omgeving en wat framedrops.
- Uitgebreid sleutelen aan motoren
- Oog voor detail
- Aangename rijervaring
- Slechts acht moto's
- QTE-onderhoud gaat vervelen
- AI van je tegenstrevers
- Veel pop-in in de omgeving