Hands-on preview: Call of Duty: WWII
Call of Duty: WW II
Call of Duty heeft in de loop der jaren veel gewelddadige toekomstbeelden geschetst; strijdvelden waarin drones elkaar kapotschieten, tanks niet rijden maar zweven en soldaten meer op muren lopen dan dat ze de grond aanraken. Dit jaar grijpt de serie echter terug naar z'n roots en kijken we in plaats van vooruit weer eens achteruit: naar de Tweede Wereldoorlog.
Al vanaf het begin van de presentatie wordt duidelijk dat de serie door de terugkeer naar de Tweede Wereldoorlog weinig heeft ingeboet aan spektakel. De game speelt zich voornamelijk af tussen 1944 en '45 waar je in de schoenen stapt van Ronald 'Red' Daniels. Call of Duty: WWII zal zich enkel richten op het Europese strijdtoneel en dat betekent dat we de D-Day meemaken op de stranden van Normandië, maar ook aan de bak moeten in België en Duitsland.
De demonstratie die we te zien krijgen toont Operation COBRA, een aanval die zeven weken na D-Day plaats vindt in het Franse stadje Marigny. De Duitsers hebben hier luchtafweergeschut staan en het is aan jou en je team om deze machines te vernietigen. Zodra de demonstratie van start gaat schieten de kogels alle kanten op. De game is opvallend grafisch en we zien hoe hoofden van soldaten aan stukken worden gereten door vijandelijke spervuur.
Er is geen gebrek aan actie: we zien hoe 'Red' en zijn eenheid zich opwerken door het stadje, zich schuilhouden in een kerktoren, de kerktoren uit worden geschoten door een tank en nog maar net de bel van de kerktoren ontwijken terwijl deze naar beneden komt gestort. Het is spektakel tot en met, maar wel allemaal vooropgezet. Echt vernieuwend leek de singleplayer niet, maar we hebben wel zin in een spektakelstuk waarin het allemaal net wat minder snel is dan in Call of Duty's toekomstuitstapjes.
De grootste verandering aan de singleplayer is misschien wel het verdwijnen van het automatisch aanvullen van je levensbalk. Waar je in voorgaande Call of Duty's nog kon schuilen achter een muurtje om je gezondheid weer op peil te krijgen, zul je in WWII moeten vertrouwen op jouw NPC teamgenoten. Züssman is de collega die je tijdens gevechten om een med pack kunt vragen; nadat hij deze heeft overhandigd begint een cirkel zich weer langzaam te vullen, eens vol kun je weer een nieuwe opkikker aanvragen.
Online zijn echter meer veranderingen doorgevoerd. We mochten de game een klein half uurtje spelen in twee verschillende modi: Team Deathmatch en de nieuwe War-modus. Wat bij de multiplayer snel opvalt is dat ondanks dat de spelers niet meer als opgevoerde Duracell-konijnen over het strijdveld stuiteren, de actie nog verrassend snel is. Kogels zijn dodelijker dan ooit waardoor je constant de angst hebt verrast te worden door vijandelijk vuur. Het voegt een spanning toe die we al een aantal jaar missen in de multiplayer.
Dit heeft echter ook zijn nadelen; snipers hoeven bijvoorbeeld niet langer headshots te maken om een tegenstander om te leggen. Alle sluipschutterskogels boven je middel betekenen een enkeltje naar de eeuwige jachtvelden. Wij konden het wel waarderen, maar het kan ook redelijk doorslaan de verkeerde kant op. Dit toonde de nieuwe modus War.
In War moet je met je team steeds nieuwe opdrachten voltooien, terwijl de tegenstander er alles aan moet doen dit te voorkomen. In de map die wij speelden moesten de Geallieerden richting een kerk optrekken om hier luchtafweergeschut uit te schakelen. Halverwege zouden ze hulp moeten krijgen van een tank, maar zo ver zijn we nooit gekomen. Waar de eerste opdracht nog met verve voltooid werd, strandde ons team op de taak om een simpele brug aan te leggen.
Het punt was zo open en bezaaid met sluipschutters dat we aan het einde van het potje nog maar de helft van onze brug hadden afgebouwd. Dat snipers niet zo heel nauwkeurig hoeven te mikken in dit nieuwe deel voegt een bepaalde spanning toe, maar zorgt er ook voor dat dit specifieke punt wat oneerlijk aanvoelde. Overigens kwam het andere team niet eens voorbij de eerste opdracht en misschien hadden we met betere communicatie wat verder kunnen komen. We zullen nog heel wat meer potjes moeten spelen om goed te kunnen beoordelen of sluipschutters daadwerkelijk zo'n groot probleem gaan worden.
Dit zijn echter bij lange na niet de enige veranderingen die zijn doorgevoerd. Scorestreaks zijn weer terug, maar nu soberder dan ooit. Geen hypermoderne satellieten die alles in de omgeving in as omtoveren, maar spy planes, strafing runs en artillerievuur. Ook hoef je je geen zorgen meer te maken om allerlei accessoires die je op je wapens kunt plempen. Silencers draai je op je wapen met een druk op de linker pijltjesknop en je zult het moeten doen met de stalen scopes die kenmerkend zijn voor de periode.
Ook de mogelijkheid om je eigen klasse te creëren is verdwenen. Je kunt nu kiezen uit een aantal vooraf gemaakte divisions met hun eigen perks en wapens - die overigens beschikbaar zijn voor zowel de Geallieerden als de Duitsers. Misschien niet helemaal historisch accuraat, maar wel een stuk fijner als je per se met een M1 Garand wilt spelen en je niet wordt ingedeeld bij de Geallieerden. Het lijkt misschien allemaal wat uitgekleed, maar Call of Duty lijkt zich eindelijk weer te focussen om waar het in de games om hoort te draaien: het schietwerk. Je bent niet langer volop bezig met allerlei randzaken, maar kunt je lekker concentreren op je hoofdtaak: de tegenstander helemaal kapot maken.