Hands-on preview: The Crew
Cruisen in The Crew
[Gespeeld op pc]
In sommige branches lijkt het enigszins vast te liggen wie wat doet. Voetbal wordt verdeeld tussen EA en Konami, kartgames zijn zowat een alleenheerschappij van Nintendo en racegames zitten (qua mastodonten) bij Microsoft met Forza, Sony met Gran Turismo, Codemasters met ettelijke racing games en EA met onder meer Need for Speed. Tijd dus voor een nieuwe uitdager: Ubisoft met The Crew.
Ondanks rij mechanics in games als Watch Dogs en Driver: San Francisco kan je bezwaarlijk zeggen dat Ubisoft een gigantisch verleden als racegame-uitgever heeft. De beste oplossing is dan om een ervaren team aan de leiding te hebben staan bij The Crew en dat is Ivory Tower toch wel, ondanks het feit dat dit hun eerste titel wordt. Edoch, ervaring heeft het team wel met ontwikkelaars uit de Need for Speed- en Test Drive Unlimited-stallen van weleer.
Toch is “racegame” niet het eerste woord dat we te horen krijgen bij deze game, want zelf spreekt men over een MMORPG. Voor je met allerlei kronkels probeert uit te vissen waarom, is hier het antwoord: je wagen is je personage, je vergaart onderdelen door missies te doen en je krijgt ervaringspunten om uit te delen door in level te stijgen. Smijt er de gigantisch grote open wereld tegenaan (met name de hele Verenigde Staten van Amerika) en je hebt wel begrip voor de woordkeuze.
Als je het verhaal wil afhaspelen, zal je eigenlijk van het oosten naar het westen trekken, via New York, berggebieden, Yosemite, de ‘Bayou’, Detrois naar Las Vegas, al is er tussen al deze plaatsen natuurlijk ook steeds wat te beleven om je uit te leven en je vaardigheden te laten zien. Om echter niemand te overdonderen, gooit men - via de verhaallijn - steeds meer in je schoot. Sowieso mag je wel een missie verwachten waarbij je de hele breedte van de VS moet oversteken in een race, iets wat met quasi de snelste wagen in het spel nog altijd 45 minuten zou duren.
Om rond te rijden heb je natuurlijk wagens nodig en die zijn in deze The Crew onderverdeeld in verschillende categorieën, die je ook gaandeweg vrijspeelt in de verhaallijn. Zo heb je Street Spec, Dirt Spec, Perf(ormance) Spec, Raid Spec en Circuit Spec. Elk type is geschikt voor bepaalde ondergronden en terreinen en zo leer je eigenlijk per ‘Spec’ ook een nieuw type racegame kennen. Het biedt de makers ook de kans aan om je aan een type te doen wennen voor ze je introduceren aan een nieuwe variant.
Dat is ook wel enigszins nodig, want de wagens gedragen zich ook anders, zowel afhankelijk van hun Spec als van de ondergrond, zodat enige gewenning zeker op zijn plaats is. Wie dus na urenlang gamen nog uitdaging zoekt, mag gerust met een Raid Spec (de ultieme off-road ervaring) proberen om een circuitrace te gaan winnen tegen Circuit Specs of omgekeerd. (horen we daar een livestream met en tegen Jay?) Zelf hadden we in blitzkrieg-stijl kennisgemaakt met ettelijke Specs en dan valt op hoe snel je plots niet meer kan rijden als je een andere Spec voor je neus geschoven krijgt.
Het allerleukste, zeker voor de tuningliefhebbers, is dat je stockwagen naar alle mogelijke Specs kan worden omgebouwd en dat je daarbinnen ook nog eens 19 verschillende onderdelen krijgt om je in uit te leven. Op dat vlak is je wagen dus inderdaad je personage, maar in plaats van intelligentie, uithouding en andere RPG-elementen, kan je hier je motor, je chassis en dergelijke tweaken naargelang je racestijl. Het zorgt er ook voor dat doorwinterde racers zich meteen met allerlei diepgaande aanpassingen kunnen gaan bezighouden en zelfs met manuele koppeling kunnen werken, als ze dat zouden wensen.
Uiteraard kunnen nieuwelingen gewoon alles automatisch laten lopen, maar een klein beetje tunen kan geen kwaad, want maximale kracht en snelheid is misschien wel leuk, maar als je daardoor je vorige “sweet spot” van grip kwijt bent, kus je al snel voorgevels van heel wat gebouwen. De autofanaat (van een collega-site die aanwezig was) was in elk geval bijzonder te spreken over alle mogelijke opties, al hoopt hij wel dat het geluid van sommige wagens nog wordt verbeterd, dus dat geven we ook graag mee vanuit zo’n kenner.
De naam van het spel hangt ook samen met de verhaallijn, want gaandeweg leer je nieuwe NPC’s kennen en die vormen je “Crew”, die je via cutscènes en in-game dialogen beter leert kennen en die je helpen om je doel te bereiken. Per crewlid, dat ook samenhangt met een Spec en een regio, zal je ook een nieuwe tak aan vaardigheden kunnen vrijspelen. Stijg je vervolgens in level, dan kan je ervaringspunten uitdelen om zo bijvoorbeeld 3% meer grip te hebben of minder te moeten betalen als je fast-travel wil gebruiken en ga zo maar door.
Qua diepgang met betrekking tot wagens en de immense speelwereld heeft Ivory Tower al heel wat punten gescoord, maar uiteraard hangt alles af van de gameplay en die vindt eigenlijk plaats in een naadloze online spelwereld. Geen vrees, zij die alleen willen spelen, kunnen dat zonder enig probleem, net zoals zij die wel tegen anderen willen racen dat eventueel asynchroon kunnen doen.
Toch zuigt The Crew je al snel mee in die wereld, want alles ademt confrontatie en strijd uit, of het nu samen of tegen elkaar is. Elke missie of ‘skill’ die je moet etaleren wordt immers mooi gekoppeld aan statistiekjes van wie nu beter presteerde of hoe ver je van bronzen, zilveren en gouden medailles bent gestrand.
Ook online ben je immers in staat om je Crew samen te stellen, of je dat nu tijdelijk wil doen of gedurende het volledige spel. Je kan immers gewoon mensen uitnodigen om samen deel te nemen aan bepaalde missies of confrontraties. Binnen die missies werk je dan in se samen om voor de AI te geraken, maar tegelijkertijd probeer je ook elkaar de loef af te steken, want wie hoger eindigt, krijgt ook meer cash, betere onderdelen en meer XP en daar doe je het uiteindelijk toch voor, niet?
Ga echter niet als een halve gare rondrijden, want naast het andere verkeer kan je ook gewoon je wagen behoorlijk toetakelen door tegen obstakels aan te rijden. Herstellingen kosten echter geld en je performance gaat ook niet meteen de hoogte in met een aantal ‘snelheidsblutsen’ in je wagen. Gelukkig houdt het spel wel enigszins rekening met de hoek waarop je NPC-wagens raakt, want het gebeurde regelmatig dat we nog van een andere wagen ‘stuiterde’ toen we probeerden om er rakelings naast te rijden. Dit element zal naar release toe nog beter worden verfijnd, want het voelde soms wel raar aan om toch naast een wagen te zitten, terwijl je eigenlijk diens achterbumper behoorlijk hard had geraakt.
Wie echter gewoon wat wil rondrijden en wil genieten van de omgevingen en de ronkende motor van de verschillende wagens (al dal niet opgeschroefd), kan ook gewoon wat cruisen en dat zonder de last van peperdure benzine. Toegegeven, je moet dan wel enigszins kunnen leven met minder flitsende graphics dan in een Forza-game, maar de makers beloofden nog werk te maken van meer ‘bang for your buck’ tegen de release in de herfst. Om aan te tonen dat er al vooruitgang geboekt was, konden we dezelfde missie spelen die we reeds hadden gespeeld op E3 en daaruit bleek inderdaad dat men zowel de besturing (met name hoe “zweverig” de auto aanvoelt in de lucht) als de graphics al wat had verbeterd, al is er zeker nog ruimte voor verbetering mogelijk. Ook in de PvP-races merkten we een klein beetje ‘rubberbanding’ op. We vlogen immers van de baan in 8e positie, uim verwijderd van onze voorgangers, en zaten bij de reset van onze wagen toch vlakbij plaatsen 5,6 en 7 – kritiek die men ook ter harte nam als feedback.
Naast de gebruikelijke missies zijn er ook nog kleine vaardigheidstests, zoals een slalom of een mooie driftsequentie of een snelheidsrecord, te vinden die gewoon geactiveerd kunnen worden door langs te rijden op je eindeloze tocht door de VS. Op dit vlak zien we echter wel dat Ivory Tower met veel liefde aan de game werkt, want het kan goed zijn dat je dan plots een ander traject aangeboden krijgt dan de eerste keer dat je die uitdaging aanging, wat de herspeelbaarheid bevordert.