PILE OF SHAME | 43. Gears Tactics (2020)
Een gedocumenteerde poging van Uberkamper om zijn persoonlijke Pile of Shame tot nul te herleiden.
Uberkamper nam bij het begin van dit jaar het goede voornemen om zijn persoonlijke Pile of Shame te reduceren tot een vers geploegde akker in de polders van de Moeren (tot nader order nog steeds het meest vlakke stuk land van Vlaanderen).
43. Gears Tactics (2020)
Gamers zijn volwassen mensen en volwassen mensen kennen het verschil tussen essentiële zaken en dingen die er bij worden gesleurd om de aandacht af te leiden. Een huis bijvoorbeeld, is in essentie een dak boven een computer of een PlayStation. De stofzuiger en de grasmachine daarentegen zijn bijzaken, die wel bij een huis horen, maar enkel werden uitgevonden om gamers ervan te weerhouden hun natuurlijke finaliteit volledig uit te putten.
Over Gears of War, dat het levenslicht zag in 2006, zou Uberkamper veel bijzaken kunnen vertellen over beeld en geluid, de co-op die al dan niet werkt of zelfs de geur van de verpakking. Iedereen die evenwel vijf minuten Gears gespeeld heeft, begrijpt moeiteloos dat het daar helemaal niet over gaat. Ook het verplicht gebruik van Windows Live dat ons arme gamers bij deze reeks steeds weer door de strot wordt geramd is amper het vermelden waard. Volwassenen weten dat Windows Live weinig meer is dan de stofzuiger of de grasmachine van de spelsoftware en dat gras, stof en Windows Live, leugens zijn die bedacht werden door het grootkapitaal om ons te verknechten.
De essentie van Gears of War is de kettingzaagbajonet. Het kloppend hart van elke telg in deze reeks bestaat in het vermogen om met een kettingzaag die onder het schietgeweer hangt, het eveneens nog kloppende hart van de vuige tegenstander diagonaal door te zagen zodat twee onherkenbaar verminkte hompen vlees overblijven die wat spastisch liggen na te schokken in een plas bloed die net groot genoeg om een belangrijke toegevoegde waarde te zijn bij deze hele ervaring (maar ook niet zo groot dat het afgezaagd begint te worden, als u mij - geachte lezer - deze woordspeling vergeeft).
Het vrij en vrolijk sprinten van het ene kettingzaagmoment naar het andere is wat de Gears games tot absolute meesterwerken maakt. Sterker nog, het maakt de bij momenten ronduit zwakzinnige dialogen draaglijk, die de sociaal gehandicapte helden van Gears, met hun strakgespannen amfetaminespieren bij wijze van plot uit hun botten slagen.
Omdat Uberkamper al lang geleden heeft afgerekend met zijn inwendige demonen, aarzelt hij ook niet om toe te geven dat hij ook in het dagelijks leven wel eens naar de kettingzaagbajonet verlangt en niet enkel om de stofzuiger of Windows Live definitief het zwijgen op te leggen: de banden van de SUV die dat oude vrouwtje de pas afsnijdt, de stokbroden van de man die voor hem bij de bakker staat en nog zijn kleingeld aan het zoeken is, de bareel van de péage in Frankrijk, het zijn dagelijkse problemen in de moderne samenleving die met de kettingzaagbajonet een voor iedereen bevredigende oplossing zouden kunnen krijgen.
Het belangrijkste punt in dit verhaal is evenwel dat al wie of wat zich aan het snel ronddraaiende uiteinde van de kettingzaagbajonet bevindt, dit ook effectief verdient. “Tenzij je een goochelaar bent, zaag je geen vrienden door”, is een lemma dat Uberkamper vaak bezigt op café. In Gears zijn de slachtoffers weinig meer dan afzichtelijke buitenaardse wezens die luisteren naar de naam “Locusts” en de planeet willen overnemen door alle menselijk leven te vernietigen. Nogmaals en ten overvloede: dit soort wezens verdienen een kettingzaag in hun van alle menselijkheid gespeende aanschijn en dat was ook wat gamers overal ter wereld vrij en vrolijk toegepast hebben gedurende 14 mooie jaren.
In Gears Tactics (2020) werd het soepele afknallen en diagonaal doorzagen wat vertraagd tot een tactische turn-based strategy. Dat levert een goed spel op dat misschien iets meer variatie kan gebruiken. De adrenaline pompt wat minder, maar een ronde perfect laten uitkomen bij een brutale executie geeft zeker niet minder voldoening voor wie een liefhebber is van het genre. Al snel blijkt echter dat een groot aantal tegenstanders bij hun schielijk overlijden exploderen of een giftige wolk in hun nabijheid achterlaten en dus postuum schade aanrichten. Dit reduceert de pure vreugde van een goed uitgevoerde executie jammer genoeg tot een banale clusterfuck van gemengde gevoelens. Waarom iemand die het voorrecht verwerft om een Gears spel te maken, net de lol uit het meest centrale game-element wil halen is Uberkamper een compleet raadsel, maar waarschijnlijk is het iemand die graag stofzuigt en twee keer per week zijn gras afrijdt.
Veel erger is het feit dat Gears Tactics een prequel is met een verhaallijn die begint voor het eerste spel uit 2006, waaruit blijkt dat de aliens helemaal geen aliens zijn! Het gaat hier om arme onschuldige mijnwerkers die elke ochtend zingend met hun houweel de mijn binnentrokken om “Imulsion” te delven, een grondstof die de mensheid goedkope energie moest opleveren. Wanneer deze arme mijnwerkers stoflong ontwikkelden werden ze slachtoffer van genetische experimenten door boosaardige wetenschappers en muteerden ze tot Locusts. Het was dus de mensheid zelf die de aliens gemaakt heeft die helemaal geen aliens zijn, maar het misgroeide equivalent van de zeven dwergen van Sneeuwwitje.
Opnieuw gaat de spelmaker hier zwaar in de fout. Het is natuurlijk verleidelijk om twee losse verhaaldraden aan elkaar te knopen: de prinses is eigenlijk uw zuster, je bent zelf het kwaad maar hebt geheugenverlies, de mens heeft de boosaardige aliens gecreëerd, uw moeder is uw vader. Het is moeilijk om vandaag nog origineel te zijn met radicale wendingen in de verhaallijn, maar ook wanneer ze niet onverwacht komen zijn ze vaak nog prettig.
Het probleem in Gears is dat door dit volstrekt overbodig in elkaar plooien van het verhaal, de arme mijnwerkers de kettingzaagbajonet helemaal niet meer verdienen. Plots is er geen simpele dichotomie meer van de goede kettingzaag tegen de slechte monsters, maar blijft enkel zinloos kettingzaaggeweld in een ambivalente wereld over. Wanneer blijkt dat de mensheid de Locust zelf heeft gemaakt en dat het gaat om zelfbewuste wezens die weinig van ons verschillen, dan rest ons niets meer dan de wapens neer te leggen en zo spoedig mogelijk diplomatieke betrekkingen aan te knopen met dit onderdrukte volk. Aangezien het om een prequel gaat, wordt met deze idiote ingreep meteen de hele verhaallijn van Gears gereduceerd tot het ongemakkelijke equivalent van een goochelaar die een assistent in twee zaagt terwijl iedereen bloed onder uit de kist ziet vloeien.
Na Gears Tactics valt met andere woorden het gebruik van de kettingzaalbajonet onder de conventie van Geneve, terwijl de echte misdaad tegen de mensheid bestaat in het plot van dit spel dat wanneer het letterlijk en serieus genomen wordt een schaduw werpt op de hele franchise. Of zou de wereld echt zitten wachten op een ‘The Empire of the Locusts strikes back’ ?
Gears Tactics (2020)
Pro
- Kettingzaagbajonet !!
- Turn-based Gears ook op de trein te spelen
- Doet het kind in iedere volwassene huiveren
Contra
- De Locusts zijn eigenlijk slecht begrepen mijnwerkers
- Dialogen eerder bedoeld voor een jonger publiek
Wie is Uberkamper?
Uberkamper. Zijn van nature trage en beschouwende speelstijl lijkt zozeer op "campen" dat besloten werd deze doorgaans pejoratieve nomenclatuur als eretitel te adopteren. De variant met "K" i.p.v. "C" bleek evenwel ongelukkigerwijze naar het Duitste woord voor vechten te verwijzen, eerder dan naar het Engelse woord voor Kamperen. "Uber", eveneens aan het Duits ontleend, betekent dan weer: alles en iedereen overtreffend. Dat is natuurlijk, laat ons eerlijk zijn, de enige manier om een spel te spelen. Uberkamper kan dus evenzeer verwijzen naar het overtreffende vermogen om stil in een hoek te liggen en te wachten tot het spel gedaan is, als naar degene die het speelveld overheerst en domineert. De beiden zijn correct.