PILE OF SHAME | 52. Mary Skelter 2 (2019)
Een gedocumenteerde poging van Uberkamper om zijn persoonlijke Pile of Shame tot nul te herleiden.
Uberkamper nam bij het begin van dit jaar het goede voornemen om zijn persoonlijke Pile of Shame te reduceren tot een vers geploegde akker in de polders van de Moeren (tot nader order nog steeds het meest vlakke stuk land van Vlaanderen).
52. Mary Skelter 2 (2019)
Mary Skelter is een klassieke dungeon crawler in Japanse stijl zoals er jaarlijks wel tientallen – zo niet honderden - van de lopende band rollen. De naam is naar het schijnt een kruising tussen een draaimolen (mary-go-round) en de pure chaos van het zich hals over kop voortbewegen (helter skelter). Dat sluit inderdaad aan bij het spelverloop dat redelijk chaotisch is en vaak nergens lijkt heen te gaan. Daarnaast krijgt iedereen die zich in een vlaag van overmoed Mary Skelter 2 voor de Switch aanschaft, daar gratis en voor niks het eerste deel van deze reeks (Nightmares) nog eens bij. Dat lijkt op het eerste zicht een zegen te zijn, maar beide games hebben parallel lopende verhalen die elk meer dan 70 uur in beslag nemen. Het geheel wordt afgewerkt met een paar speciale extra hoofdstukken die de twee delen aan elkaar koppelen. Dus wie een kleine twintig uur extra doorspeelt ziet alles op het einde ook nog samenklonteren tot een homogene massa.
Dat vraagt wel enige volharding, want helaas heeft het plot de unieke verdienste dat het twee volstrekt tegengestelde eigenschappen combineert. Enerzijds is het zo repetitief dat het op de achterkant van een bierkaartje past en anderzijds is het zo ingewikkeld dat het personages zelf op het einde laat zeggen dat ze er geen bal van begrijpen. Dat had als resultaat dat het verhaal zo eindeloos werd gerekt dat Uberkamper zich naar het einde van de 140 uren gameplay regelmatig in foetushouding legde terwijl hij zachtjes over en weer schommelend ‘make it stop’ mompelde. Andere treinreizigers keken daarbij raar op, maar gelukkig trok niemand aan de noodrem. Het hielp hierbij ook niet dat de moeilijkheidsgraad naar het einde toe naar ronduit frustrerende hoogtes klom. In een spel van normale lengte kan dan wat grinden helpen. Hier echter bekroop Uberkamper onwillekeurig de wat vileine gedachte dat de makers van Mary Skelter liever niet hebben dat een speler het einde van hun eindeloos ronddraaiende molen haalt. Soms moet je als spelmaker de dingen ook gewoon kunnen loslaten.
Elk hoofdstuk in de twee Mary Skelters verloopt grotendeels volgens hetzelfde stramien. In een gevangenistoren die bestaat uit de ingewanden van een vleesgeworden buitenaards wezen, verkennen zogenaamde Blood Maidens een nieuwe omgeving waarbij ze om de vijf botten een nieuw turn-based gevecht voeren met de lokale monsters. Die Blood Maidens zijn schattige meisjes met sprookjesachtige namen die meestentijds kniehoog door beken van bloed waden. Dat is waarschijnlijk een bewust gekozen contrast en het werkt verrassend goed. Occasioneel worden de meisjes ook nog nagezeten door een vooralsnog onkwetsbare tussenbaas, maar die laatste kan na het vernietigen van het hart van de kerker ook vakkundig afgemaakt worden. De monsters sterven overigens in poelen van bloed, terwijl ze gillen van pijn en doodsangst en bij elke dode tussenbaas rilt en kreunt de wereld van genot en groeit de toren steeds hoger. Het doet Uberkamper besluiten dat dit één buitenaards wezen is dat dringend bij Freud op de sofa moet gaan liggen, want naast wat onderdrukt sadomasochisme, zijn hier erotische verlangens aan het werk waar waarschijnlijk zelfs nog geen naam voor bestaat en dat is in deze tijden een hele prestatie.
Overigens rekruteren de Blood Maidens na elk hoofdstuk ook een nieuw lid van hun groep waarmee ze aan het volgende – schier identieke – deel van hun vreemde avontuur beginnen. Een van de belangrijkste spelelementen betreft hierbij het feit dat de meisjes bloedspatten van platgeklopte monsters van elkaars lichaam moeten likken om te vermijden dat ze hysterisch en vol razernij door de kerkers beginnen te lopen, wat dan weer borderline misogyn is. Bij elk bloedvergieten stijgt ook het libido van de wereld tot deze op een hoogtepunt komt en de opgefokte – elkaars bloed likkende – dames nog een extra bonus geeft.
Wanneer de meisjes niet op strooptocht zijn door de ingewanden van een seksueel gefrustreerd buitenaards wezen, verblijven ze in het zogenaamde Liberated District. Daar praten ze met elkaar over hun delicate gevoelens, maken ruzie en leggen hun geschillen weer bij. Het is ook mogelijk om hen gepaste geschenken te geven zodat ze hun hobby’s kunnen ontwikkelen. Die worden in Mary Skelter bloedlibido’s genoemd en krijgen de vorm krijgt van een zeer diepe fixatie op bepaalde objecten. Dat is een fetisj, zou Uberkamper uitroepen moest hij er iets van kennen, maar dat is gelukkig niet het geval.
Mary Skelter is kortom een erg bizar spel. Japans heet dat in de vakliteratuur, verwijzend naar een samenleving waar veel druk op staat en waar de opgebouwde spanning soms op vreemdste manieren ontsnapt. Misschien is de boodschap van Mary Skelter wel dat heel de Japan samenleving eigenlijk één hitsig buitenaards wezen is.
Eveneens geheel naar Japanse stijl, kunnen de Blood Maidens verschillende rollen aannemen in hun olijke groep, met vanzelfsprekend telkens een bijhorende outfit. Wie daar met een objectiverende blik naar zou kijken, zou sommige daarvan als schaarsgekleed kunnen omschrijven, maar alle belangrijke secundaire geslachtskenmerken van deze jonge vrouwen blijven wel (grotendeels) bedekt. Dat sommige Maidens overduidelijk minderjarig zijn maakt het allemaal wel erg ongemakkelijk en was ook de reden waarom het spel in wat meer preutse Angelsaksische landen enige tijd niet op de markt mocht verschijnen. Uberkamper gaat er gemakshalve maar van uit dat een spel dat hier te lande verkocht wordt, gekeurd en goedbevonden werd door mensen die er iets van kennen. Zeker in de specifieke context van een computerspel is er bovendien geen reden waarom personages zich zouden moeten bedekken. Enkel wanneer een spel pornografisch wordt, krijgt het vanzelfsprekend een andere plaats in de (al dan niet digitale) winkel. Bij dit laatste is het wel erg duidelijk dat de makers van Mary Skelter zo dicht mogelijk deze grens hebben opgezocht zonder er effectief over te gaan.
Hoe dan ook: in zijn soort heeft Mary Skelter erg hoge productiewaarden en speelt het meestal wel prettig weg in wat toch wel een uiterst unieke spelwereld mag genoemd worden. Het verhaal wordt tergend traag gebracht, maar achteraf twee uur Doom spelen en het meeste leed is al snel vergeten. Voor wie van dat soort dingen houdt zijn er ook nog de emotionele interactie tussen de Blood Maidens, die zich als naïeve bakvissen gedragen en de constante latente seksuele spanning die net niet pornografisch mag genoemd worden.
Mary Skelter 2 (2019)
Pro
- Ingewanden van een seksueel gefrustreerd buitenaards wezen als spelwereld
- Schattige meisjes die waden door poelen van bloed
- Vlotte en motiverende gameplay
Negatief
- Flirt met pornografie en seksuele beelden van minderjarigen
- Hoofdverhaal ontwikkelt zich hersendodend traag
Wie is Uberkamper?
Uberkamper. Zijn van nature trage en beschouwende speelstijl lijkt zozeer op "campen" dat besloten werd deze doorgaans pejoratieve nomenclatuur als eretitel te adopteren. De variant met "K" i.p.v. "C" bleek evenwel ongelukkigerwijze naar het Duitste woord voor vechten te verwijzen, eerder dan naar het Engelse woord voor Kamperen. "Uber", eveneens aan het Duits ontleend, betekent dan weer: alles en iedereen overtreffend. Dat is natuurlijk, laat ons eerlijk zijn, de enige manier om een spel te spelen. Uberkamper kan dus evenzeer verwijzen naar het overtreffende vermogen om stil in een hoek te liggen en te wachten tot het spel gedaan is, als naar degene die het speelveld overheerst en domineert. De beiden zijn correct.