Burnout Crash! (XBLA, PSN)
Wie de Burnout-franchise al kent van voor de laatste Burnout Paradise herinnert zich zonder twijfel nog de ondertussen legendarische Crash Mode, een spelmodus die nog maar weinig met racen te maken had. Het enige wat je moet doen is een druk kruispunt oprijden, een willekeurig slachtoffer in de flank grijpen en dan zoveel mogelijk schade zaaien met je brandende wrak. In Burnout Crash! voor XBLA en PSN toont Criterion dat het deze publiekslieveling nog niet helemaal vergeten is, al blijken er toch enkele gaten te zitten in het geheugen van de Britten.
Breuk met het verleden
Met dat laatste doelen we trouwens helemaal niet op feit dat de traditionele 3D-gameplay plaats heeft moeten ruimen voor een nieuw top-downperspectief. Al bij de aankondiging van Burnout Crash! was immers duidelijk dat het camerastandpunt moest bijdragen aan de arcade-stijl van deze game. In de praktijk blijkt dat deze keuze zeker geslaagd is en goed aansluit bij de nieuwe speltypes die werden uitgewerkt. Je mag natuurlijk ook niet uit het oog verliezen dat het hier om een XBLA- en PSN-game van een tiental euro gaat, waarvan je niet kunt verwachten dat het over een volledige 3D-engine beschikt.
In de traditionele Crash Mode was het vooral zaak om zoveel mogelijk toevallige passanten mee te sleuren en daardoor voor een grote metalen en financiële puinhoop te zorgen. Dat deed je niet alleen door je wagen vakkundig in de meute te sturen, maar ook met behulp van de Crashmeter die zich samen met de toenemende ravage vulde en die je toeliet om ook na de eerste impact verder voor ontploffingen en bijkomende brokken te zorgen. Af en toe eens een auto laten passeren was niet zo erg en soms zelfs noodzakelijk om je te kunnen focussen op de grootste potentiële brandhaarden. Kort gezegd: de nadruk lag op zo veel, zo hard en zo maniakaal mogelijk de explosies aan elkaar te rijgen – en tegelijkertijd hopen fun te beleven, want wie houdt er nu niet van ontploffingen? Het antwoord is, vreemd genoeg: de belangrijkste spelmodus van Burnout Crash!…
Road Trip heet die modus, die je als vanouds met een ronkend vehikel op topsnelheid laat inrijden op een van de 18 kruispunten waar je verondersteld wordt om voor de nodige ravage te zorgen. De crash eindigt op het moment dat er vijf van de AI-bestuurde wagens zonder deuk of schrammetje het kruispunt kunnen afrijden. Het is dus nog steeds de bedoeling dat je elke aankomende wagen rijp maakt voor de schroothoop, al is het gebruiken van je continu opvullende Crashmeter om telkens weer voor een nieuwe ontploffing te zorgen vreemd genoeg niet altijd de beste optie. De meest effectieve manier om te garanderen dat al het verkeer geblokkeerd wordt op het kruispunt bestaat eruit om zoveel mogelijk gecrashte wagens en bussen in het midden van elk rijvak te krijgen. De Crashmeter vult immers niet snel genoeg op en de kruispunten zijn dikwijls ook te groot om al het afstoppingswerk voor je eigen rekening te nemen.
Opletten voor explosies
Waarom kun je dan niet gewoon lekker knallen dat het een lieve lust is? Wel, de reden is even simpel als contradictorisch: explosies maken auto’s stuk. Je moet dan wel de wagens die nog rijden vernietigen, maar je wil tegelijk heel voorzichtig omspringen met de barricade van gecrashte voertuigen die je zorgvuldig hebt samengesteld om het kruispunt te blokkeren. Door in de buurt van deze barricades te gaan exploderen, blaas je ze zeg of zorg je er in het slechtste geval voor dat ze zelf beginnen branden, uiteindelijk ontploffen en door een kettingreactie de hele wegversperring op ruimen zodat alle inkomende wagens vrij spel krijgen en je binnen de 10 seconden een game over-scherm te slikken krijgt.
Zelfbeheersing is dus belangrijker dan zoveel mogelijk vernieling zaaien op korte tijd, waardoor de spelmodus eerder aanvoelt als een puzzelgame dan als een reïncarnatie van de oude Crashmodus. Dat je eigenlijk aan het puzzelen bent wordt ook duidelijk gemaakt door het feit dat het patroon van de AI-auto’s telkens hetzelfde is wanneer je dezelfde level opnieuw speelt. Daardoor kun je dus enigszins anticiperen op de rijvakken en richtingen van waaruit je verkeer kunt verwachten en waar je blokkades moet in stand houden. Op zich is deze masochistische vorm van tactisch celibaat nog wel leuk voor wie geen probleem heeft om van de explosie-knop af te blijven. Jammer verbrodden elementen waar je zelf niet echt controle over hebt regelmatig de pret.
Power-up of power-down?
Strategische blokkades opzetten en jezelf zoveel mogelijk in de hand houden om geen onnodige explosies te veroorzaken is immers niet genoeg om een potje Road Trip succesvol af te sluiten: je hebt ook een flinke dosis geluk nodig. De auto’s die inrijden op het schroot dat zich door al je noeste inspanningen opstapelt op het kruispunt kunnen immers ook voor een vonk zorgen die alles in lichterlaaie zet en je uitgestrekte barricade herleidt tot een zielig hoopje as, waardoor de rode loper wordt uitgerold voor het inkomende verkeer. Ook goedbedoelde power-ups blijken eerder een vloek dan een zegen te zijn. Inslaande meteoren, gigantische putten in de weg waar auto’s in verdwijnen en op hol geslagen olietankers zorgen dan wel voor schitterende actie op het scherm, maar ze dragen tegelijk bij aan het vernielen van je puzzelwerk en uiteindelijk het falen van je objectieven. Geloof het maar, er is niks frustrerender dan een perfecte puzzelstreak verloren te zien gaan door een random ontploffing die genoeg ruimte maakt om een treintje van vijf auto’s te laten passeren en je inspanningen letterlijk te verknallen.
Gelukkig bevatten de levels nog een hoop andere spelelementen die minder willekeurig zijn en die wel voor leuke boni kunnen zorgen. Toch moet je er rekening mee houden dat elk voordeel ook zijn nadeel heb in Burnout Crash!. Gebouwen aan de rand van het kruispunt tot puin herleiden door er al ontploffend tegenaan te schurken zorgt voor een hogere score, maar zorgt er wel voor dat je je verder van het de rijroutes moet begeven en dus niet altijd even snel kunt ingrijpen als het echt nodig is. Putten in de levels leveren je skillshots op wanneer je er tegenstanders inkeilt en laten je met een nieuwe auto het kruispunt oprijden (eventueel via een alternatieve route), maar dat zorgt er dan weer voor dat je ettelijke seconden volledig de controle over de actie verliest. Bonusauto’s zoals pizzabezorgers, geldtransporten en ziekenwagens zorgen ook voor een mooie boost als je ze kunt stoppen - of net laat doorrijden in het geval van de laatste. Je moet wel telkens afwegen of de explosie die je daarvoor nodig hebt je niet op een andere manier in de problemen brengt.
Rush Hour en Pile Up
De andere twee spelmodi zijn een stuk minder onderworpen aan de grillen van een randomizer. Een minpunt voor het design is wel dat je op elk van de 18 kruispunten eerst de Road Trip moet afwerken – wat zoveel betekent als een van de opgegeven 5 objectieven halen – vooraleer je aan de andere modi, Rush Hour en Pile Up mag beginnen. Elke spelmodus telt trouwens 5 objectieven per kruispunt, die aansluiten bij wat er van je verwacht wordt of bij wat je in de omgeving kunt aanrichten. Ze laten je ook sterren verdienen waarmee je gaandeweg nieuwe kruispunten en vehikels vrijspeelt.
In Rush Hour zijn ontsnappende auto’s niet zo’n probleem. Je krijgt simpelweg 90 seconden om zoveel mogelijk schade te veroorzaken aan alles wat je kunt. Deze modus biedt de meest complexloze fun en benadert de gameplay van de oude Crash Mode het best. Je wordt beloond voor knotsgekke kettingreacties van rondvliegend metaal en hoeft geen schrik te hebben voor de gevolgen: zalig toch?
In Pile Up krijg je opnieuw een hoop verkeer te verwerken dat je moet zien op te stapelen op het kruispunt. Wanneer een bepaald aantal wagens bereikt wordt, eindigt de modus met een “Inferno”: zolang er minstens een item in de spelwereld in brand staat kun je oneindig verder ontploffen en vernieling zaaien. Belangrijk bij deze modus is de score-multiplier die aan het begin van de ronde op vijf wordt geplaatst, maar die eentje lager gaat bij elke ontsnappende wagen. Hoog scoren doe je in deze modus dus door een mix van de voorzichtigheid van Road Trip met de explosiviteit van Rush Hour toe te passen.
Muzikale humor
Opvallend is dat Criterion geen multiplayeropties voorziet, tenzij je over een Xbox 360 met Kinect beschikt. Deze spelmodus is opgevat als een partymodus, waarbij je kamer eigenlijk fungeert als een gigantische D-pad en je je crashende wagen stuurt door in een bepaalde richting te bewegen. Om voor ontploffingen te zorgen moet je een welbepaalde beweging uitvoeren, zoals springen, klappen in je handen of doen alsof je een ei legt. De minder nauwkeurige controls maken deze modus minder geschikt voor highscores, maar we kunnen ons wel inbeelden dat de Kinect Party Mode voor de nodige hilariteit kan zorgen op een gezellig feestje. Wel knap is de integratie van het Autolog-systeem, een kopietje van de Need for Speed-reeks, waarmee je uitgebreide mogelijkheden krijgt om je eigen prestaties met die van je vrienden te vergelijken.
Op visueel vlak zit het snor, met mooie graphics en een goed werkend top-down camerastandpunt. Ook het design van de kruispunten is gevarieerd, waardoor het elke nieuwe level weer wat zoeken is naar de kritieke bottlenecks en de ideale plaats om een barricade op te werken. Auditief hebben we vooral genoten van de samples uit de jaren ’80 die spelen bij het halen van bepaalde mijlpalen in een level. Net wanneer de omroeper aangeeft dat je de gouden auto hebt laten ontploffen door keihard ‘Gold’ te brullen, begint ook het refrein van de gelijknamige hit van Spandau Ballet te spelen. Simpel, maar geniaal is dat. Diezelfde omroeper heeft zoals veel van zijn collega’s wel het kwaaltje dat hij aardig begint tegen te steken na de honderdste herhaling van elk lijntje commentaar dat hij kan geven.
Burnout Crash! kost je 800 Microsoft Punten op XBLA of 9.99 euro op PSN.
- Drie verschillende spelervaringen
- Rush Hour
- Humoristische soundeffects
- Integratie van Autolog
- Focus op minst leuke spelmodus
- Geen multiplayer buiten Kinect Party