REVIEW | Roller Champions valt niet op zijn gat

Roller Champions heeft er een flinke rit opzitten. Toen de game werd voorgesteld was ze direct speelbaar in een open alpha en later kwamen er ook bèta’s en andere momenten waarop de game gespeeld kon worden, maar een echte release leek er maar niet te komen. Tot nu, want na ongeveer drie jaar is de game nu eindelijk gelanceerd.

Wie de voorbije jaren het nieuws gemist heeft rond Roller Champions, leggen we nog graag even uit waar de game om draait. In Roller Champions speel je 3v3 in een ovale arena. Het doel is om minstens een volledig rondje te maken, terwijl je team de bal in de hand heeft. Lukt dat, dan mag je een poging op doel wagen. Je kan er voor kiezen om nog een rondje te rijden en zo drie punten in één klap te verdienen. Doe je er nog een rondje bij, dan krijg je zelfs meteen vijf punten. Het team dat als eerste vijf punten haalt, wint de wedstrijd.

Als verdedigende team kan je dan weer heel wat klappen uithalen, om zo de bal vrij te spelen en zelf aan je tocht naar punten en de overwinning te beginnen.

De basis van Roller Champions is dus vrij eenvoudig, maar het zal een tijdje duren voor je alle finesses ook echt onder de knie hebt. Rondjes rijden is niet moeilijk, maar de bal in bezit houden is al wat ingewikkelder. Ook snelheid maken is niet zo eenvoudig als het lijkt.

De basissnelheid van je rolschaatser is dan ook te laag om de overwinning te halen. Je kan wel tegen de randen ‘oppompen’, om zo wat snelheid te halen, maar ook dan haal je het echt niet op je eentje. De beste manier om snel vooruit te komen, is om een boost te krijgen van een teamgenoot. Een team dat zich slim opstelt, zal zo razendsnel rond kunnen gaan. Dat zorgt er ook voor dat je de game best met twee vrienden speelt, zodat je tactisch de nodige richtlijnen kan geven. Bovendien wordt het ook een pak moeilijker om onderuit getackled te worden. Word je toch opgesloten door een paar tegenstanders, dan kan je snel een pas geven naar één van je teamgenoten.

Roller Champions geeft zelf aan wanneer je een pas kan geven, waardoor die in 95% van de gevallen dan ook aankomt bij iemand van je team. Wil je de bal even vrij in de ruimte spelen, in de hoop dat iemand van je team hem kan oppikken, dan moet je eigenlijk een schot uitvoeren. Het zorgt er soms voor dat je gefrustreerd geraakt, omdat je onderuit gehaald wordt, zonder dat je eigenlijk een kans hebt gekregen om een pas te geven.

Schieten op doel is ook niet iets wat je zomaar doet. Vaak sta je onder druk en het doel hangt ook een beetje in de hoogte, waardoor het moeilijk wordt om het overzicht te houden van waar de rest van de spelers zijn, wat het risico op een tackle des te groter maakt.

Al die verschillende aspecten zorgen er voor dat beginnende spelers zich snel thuis zullen voelen in de game, maar toch wat tijd nodig zullen hebben om echt een hoger niveau te halen. De vraag is alleen of het plafond niet iets te snel bereikt kan worden. De gameplay van Roller Champions is bijvoorbeeld een stuk eenvoudiger dan pakweg Rocket League, waar echt toppers bijzonder veel diepgang hebben ontdekt. Die diepgang zien we momenteel nog niet terug in Roller Champions, al voegt het natuurlijk een stevig tactisch aspect toe, door spelers de kans te geven om voor 1, 3 of meteen 5 punten te gaan.

Daarnaast zal je af en toe ook speciale modes krijgen, zoals een 2v2, en heb je een skatepark, waar je even op je gemak alle controls van de game kan oefenen.

Roller Champions is free-to-play, wat wil zeggen dat er natuurlijk allerhande items zijn die je kan vrijspelen. Dat doe je met de Roller Pass, die zowel gratis als betalend kan zijn. In de betalende versie krijg je meer items om je skater aan te passen. Alle items zijn cosmetisch en geven je geen enkel voordeel in de arena. Om voortgang te maken in de Roller Pass moet je fans vergaren en dat doe je dan weer door wedstrijden te spelen (en liefst ook te winnen).

Visueel kiest Roller Champions voor een kleurrijke en ietwat cartoony stijl, die perfect past bij het sfeertje dat de game wil uitstralen. Voeg daar nog de verschillende arena’s aan toe, waarvan er in de toekomst nog meer zullen komen, en het plaatje klopt volledig.