REVIEW | Tour de France 2021 blijft in het wiel rijden
Nu de EK-gekte echt helemaal is losgebarsten in ons Belgenland, zou je haast vergeten dat er nog een ander zomers sportevenement in het verschiet ligt: de jaarlijkse Ronde van Frankrijk. Traditiegetrouw komt uitgever Nacon ook dit jaar op de proppen met het officieel gelicentieerd spel. We smeerden onze benen in om te kijken of er dit jaar voor de prijzen wordt gereden.
Eerder verscheen onze review van Pro Cycling Manager 2021, een sportmanagementgame dat op technisch vlak gezien kan worden als het grote broertje van de Tour de France-serie. Wie minder belang hecht aan management en zich liever focust op het rijden van koersen op de fiets, doet wellicht beter met Tour de France 2021 een worp naar het geel.
De Tour de France-serie staat onder fans niet meteen bekend om de jaarlijkse hoeveelheid aan nieuwigheden, en ook dit jaar is er niet gek veel op de schop genomen. Uiteraard zijn de 21 etappes van aankomende Ronde van Frankrijk (en enkele andere klassiekers) waarheidsgetrouw nagemaakt en heeft de database aan renners een update gekregen. Daarnaast is het leuk om te zien dat de franchise steeds meer licenties weet te bemachtigen, wat meteen de moeite ontneemt om zelf de meeste namen van renners en ploegen aan te passen.
Eenmaal op de fiets wordt pijnlijk duidelijk dat er aan de graphics slechts minimaal is gesleuteld, al zou dat nochtans geen overbodige luxe zijn geweest. Visueel lijkt de serie al sinds het PlayStation 3-tijdperk stil te blijven staan met kale omgevingen, onnatuurlijke animaties en verouderde gezichten van renners. Tel daar nog eens een instabiele framerate bij die aan de start van een beklimming en bij een spurt naar groen steeds een fractie van een seconde blijft stilstaan, en je weet dat je ook dit jaar geen visuele pracht hoeft te verwachten.
Niet enkel visueel, ook op gebied van audio laat het spel enkele steken vallen. Geluiden komen nog steeds onnatuurlijk en geforceerd over, met aanmoedigingen van het publiek als absoluut dieptepunt. Tijdens een rit voortdurend het zinnetje “allez les gars!” te moeten aanhoren, werkt weinig motiverend. Op plekken waar het publiek dan weer niet aanwezig is, wordt het bij momenten akelig stil. Michel Wuyts, u wordt gemist.
Wel bevat Tour de France enkele meer subtiele vernieuwingen die het verloop van de wedstrijden net dat tikkeltje realistischer maken en de gameplay iets meer finetunen. De koersdynamiek zit prima in elkaar waarbij aanvallen zich opstapelen en het peloton op een geloofwaardige manier reageert. Ook fijn is dat de renners elkaar minder snel blokkeren, iets dat in eerdere Tour de France-games vaak voor frustratie zorgde. Dit voorkomt dat je onnodig veel energie moet verspillen wanneer je in een groep wordt opgehouden, waarbij energie doseren sowieso de sleutel is tot succes bij het rijden van etappes.
Wie naast het rijden van koersen zich toch graag waagt aan het managementaspect van wielrennen, kan terecht bij de modi Pro Team en Pro Leader. In deze twee Pro-modi neem je een team of jonge renner onder de vleugels, met als voornaamste doel mooie prestaties neer te zetten om zoveel mogelijk geld in het laatje te brengen. Hoewel deze onderdelen van het spel geliefd zijn bij fans, zijn ook hier de aanpassingen minimaal. Jammer, want door enkel het bonussysteem aan de hand van vooropgestelde doelen aan te passen, lopen de ontwikkelaars heel wat potentieel mis.
Tour de France 2021 maakt voornamelijk handig gebruik van de slipstream van zijn voorgangers. De basis van het spel is vrijwel identiek gebleven en wordt aangevuld met enkele subtiele verbeteringen die de koersdynamiek ten goede komen. Op audiovisueel gebied sukkelt de serie nog steeds hopeloos achter, waarbij de kopgroep steeds verder aan het wegrijden is.
- Fijne koersdynamiek
- Subtiele verbeteringen
- Audiovisuele achterstand
- Weinig vernieuwend