Need for Speed: Payback
Need for Speed: Payback
[Gespeeld op PS4]
Analoog aan Ubisoft’s aanpak met Assassin’s Creed Origins heeft EA ook even een pauze ingelast voor Need for Speed. Er werd afgestapt van de jaarlijkse release om beter naar de fans te kunnen luisteren en tegemoet te kunnen komen aan hun wensen. Need for Speed Payback zou een ‘best of’ moeten worden, een game die trouw blijft aan de roots van de franchise, maar tegelijkertijd flirt met nieuwe mogelijkheden. We namen een kijkje onder de motorkap. Verder beloven we ook dat dit de laatste auto-gerelateerde woordgrap was in de review. Voorruit, nog eentje dan.
Op een GTA V-achtige manier krijgen we in het begin van de game een voorstelling van de drie verschillende personages die je tijdens je speelsessies onder de knoppen zal krijgen. Elk personage heeft zijn eigen specialiteit (en type wagen). Het zorgt voor de broodnodige variatie waar de game op teert en waar later in deze review nog dieper op wordt ingegaan. De dialogen (inclusief voice acting) tussen de personages zijn vaak van een tenenkrommend niveau. Analoog is dan ook de kwaliteit van het verhaal. Bij het verhaal van een racing game liggen onze verwachtingen doorgaans laag, maar ook op dit vlak scoort Payback onder de verwachtingen. Concreet vertelt de game ons het verhaal van de racing crew van onze protagonisten die in conflict komt met een andere racing crew. Je rijdt je dus langzamerhand een weg naar de top totdat je de enige dominante racing crew bent. Een ongeïnspireerde strijd om de top dus.
De verhaalmissies zijn behoorlijk gevarieerd en gingen nooit vervelen, ook niet na langere speelsessies. Dit valt te danken aan de verschillende personages waar we mee achter het stuur kruipen. Varierend van straatraces tot politie-ontsnappingen, driftsessies, off-road en drag races. De variatie qua missies is het enige wat de game rechthoudt, want van het aanbod van wagens en het bedenkelijke upgradeysteem moeten we het niet hebben. Need for Speed Payback kwam bij zijn lancering reeds in de media, maar niet op de manier die uitgever EA wou. Er was namelijk behoorlijk wat controverse rond het upgradesysteem van de game en na onze speelsessie kunnen we bevestigen dat die controverse volledig terecht is. Payback ademt lootboxes. Het feit dat het progressiesysteem letterlijk gebaseerd is op een gokautomaat, voelt als een geparodieerde middelvinger naar de huidige generatie games. Het schrijnende aan de zaak is echter dat het niet zo bedoeld is. Hoe beter je het doet bij races, hoe meer geld je verdient waarmee je vervolgens upgrades kan kopen. De upgrades die je kan aanschaffen via de in-game munteenheid zijn echter weinig bijzonders en nogal beperkt, waardoor je quasi genoopt wordt om je tot de gokautomaat simulator te wenden. Via een andere in-game munteenheid die moeilijker te verzamelen is (je dient er bijvoorbeeld upgradekaarten voor af te geven) kan je de machine in gang zetten. Random wordt er een upgrade uitgepikt. Hoe (en of je überhaupt) wordt beloond voor je kostbare uren en opofferingen wordt dus volledig bepaald door een gokautomaat. Om het uiterlijk van je wagen te pimpen dien je dan weer events te voltooien in de speelwereld.
De manier waarop het upgradesysteem in mekaar zit zorgt ervoor dat je constant genoopt bent om te grinden, ongeacht je skills. De balans is namelijk volledig zoek door de lachwekkende AI en duidelijke aanwezigheid van rubberbanding. Als het leven van je auto onder het aangeraden level voor de missie valt, wordt het quasi onmogelijk om de missie te voltooien. Het lijkt alsof de ontwikkelaar het probleem van hun abominabele AI probeert te ontwijken door de speler van enige vrijheid te strippen. Dit merk je bijvoorbeeld duidelijk bij de achtervolgingsscènes (die trouwens enkel in de verhaalmodus van het spel aanwezig zijn en niet in de free-roam modus). Hierbij ben je niet langer vrij om zelf te kiezen hoe je van de politie ontsnapt, maar dien je een vooropgelegd pad te volgen. Als je afwijkt van het pad, verlies je. Om verder te komen in het verhaal moet je dus wel richting het upgradesysteem begeven, wat je heel wat in-game munten gaat kosten. Uiteraard wil je er niet nog meer van je zuurverdiende euro's tegenaan smijten in de vorm van microtransacties, dus is grinding je enige optie. Gelukkig ben je hiervoor niet beperkt tot de singleplayer missies, maar kan je je hiervoor ook tot de de multiplayer wenden.
De multiplayer is rechttoe rechtaan en is daarmee analoog aan de rest van het spel. Je auto’s waar je zwaar aan gezwoegd hebt in de singleplayer hevel je naadloos over naar de multiplayer. Hier kan je volgens een playlist starten waarin je het opneemt in 5 races. Achteraf word je beloond met geld en onderdelen die je opnieuw kan investeren in je wagens. Het multiplayer racen beperkt zich echter tot het reguliere racen en off-road races.
Need for Speed is duidelijk een game die beperkt wordt door bedenkelijke keuzes, maar het is niet allemaal kommer en kwel. De speelwereld is mooi en cruisen door de wereld is geen straf, maar hierbij moet weer de kanttekening gemaakt worden dat de wereld heel leeg aanvoelt. De besturing van de wagens voelt strak aan, maar dan rijst weer het gemis van een cockpit view en of het allemaal niet iets fijner en realistischer mag (ondanks het feit dat het een arcade racer betreft). Alle vereiste skills heb je snel onder de knie wat weinig ruimte laat voor verdere ontwikkeling. Voor elk positief punt valt er dus minstens een negatief tegenpunt te worden opgenoemd. Need for Speed Payback is niet de ‘best of’ waar de ontwikkelaar naar streefde, maar het is wel duidelijk wat de game had moeten zijn. Het is duidelijk voelbaar dat Payback een game moest worden waar iedereen de controller kan oppikken en quasi meteen een evenwaardige racer is. Leuk voor de beginners, maar de gevorderden zullen het minder positief vinden dat ze niet beloond worden voor hun verfijnde skills.
- Uitnodigende speelwereld...
- Variatie in missies
- Speelt lekker weg
- ...die helaas leeg aanvoelt
- Belachelijk upgradesysteem
- Verhaal onder niveau
- Tergende AI
- Minder vrijheid