Age of Wonders III
Wonderlijk goed in Age of Wonders III
Turn based strategy games waren enkele decennia geleden een belangrijk genre in de gameswereld. Naarmate de technologie vorderde werden ze echter verdrongen door de spectaculairder ogende real time strategy games. Het recente succes van games als Civilization V en XCOM doet velen eraan herinneren dat turn based strategy terug van eigenlijk nooit echt weggeweest is. De Nederlanders van Triumph Studios leek het dan ook een prima idee om hun Age of Wonders-franchise uit de koelkast te halen en ons op een nieuwe versie van deze klassieker te trakteren.
Turn based strategy games komen in allerlei verschillende smaken. Age of Wonders is eigenlijk een kind van 4X games als Civilization en van de meer fantasy- en RPG-geïnspireerde games als Heroes of Might and Magic. Van vader Civilization erft het het beheren van je beschaving: steden stichten en uitbouwen, de wereld verkennen, technologie onderzoeken en uiteraard vijanden onder de voet lopen. Langs moeders kant krijg het machtige leidersfiguren met unieke skills en tactische turn based gevechten tussen de legers mee. Tot onze vreugde blijven van beide genres enkel de goede genen over.
Age of Wonders III komt met twee campaigns die beide kanten van een vrij typische fantasy-oorlog vertellen. Hoewel het verhaal ervan nogal cliché is en je al snel de neiging zal hebben om het over te slaan, zijn ze een goede manier om de gameplay te leren kennen. Het voordeel van de campaigns is echter ook het grootste nadeel. Omdat je een verhaal moet volgen, zijn de levels meestal nogal beperkt in schaal en heb je heel wat minder vrijheid en onverwachte gebeurtenissen dan je gewend bent in een 4X spel omdat je een vrij vast pad door de wereld moet volgen. De AI is op deze momenten ook enorm passief waardoor je alle tijd van de wereld hebt om enorme legers te bouwen en alles te verkennen voor je de vijand zonder veel moeite onder de voet loopt, maar voor beginners is het een goede manier om langzaam met de complexere delen van het spel te leren omgaan zonder overdonderd te worden in een volledige wereld waarin de AI-tegenstanders direct alle remmen loslaten. Een echt goede tutorial lijkt spijtig genoeg te ontbreken. Er is wel een uitgebreide in-game handleiding, maar het onderbreekt natuurlijk het spel als je basishandelingen zoals het opsplitsen van een leger moet gaan opzoeken.
Het meeste plezier en de meeste herspeelbaarheid zal je echter in de vrije mode kunnen vinden. Met een volledig aanpasbare leider en werelden die op allerlei manieren willekeurig gegenereerd kunnen worden evenaart de herspeelbaarheid zeker een spel als Civilization. Voor wie toch nog een iets meer handgemaakt spel wil spelen, zijn er dan ook nog de uitgebreide modding tools waardoor je vast en zeker heel wat nieuwe werelden en campaigns zal kunnen starten.
Een spel dat twee vrij klassieke genres met elkaar combineert, moet natuurlijk hier en daar wel toegevingen doen. Dat je minder research kan doen als in bijvoorbeeld Civilization is natuurlijk niet abnormaal, maar een robuuster diplomatiek systeem was welkom geweest. De wereld van Age of Wonders lijkt ook wel heel wat minder diepgang te hebben dan een serie als Heroes of Might & Magic die al heel wat meer games op de teller heeft staan. Dat laatste laat de makers natuurlijk wel vrij om hier en daar wat meer bizarre en humoristiche elementen te gebruiken zoals het inschakelen van een leger Dire Penguins.
Het tactische gedeelte onderscheidt zich van de concurrentie. Je legers zijn wel beperkt tot 6 eenheden, maar je kan een numeriek overwicht toch uitbuiten door vijandelijke legers of steden te omsingelen met meerdere legers. Eens het gevecht dan start zullen alle legers ook op het slagveld verschijnen. Een minpunt is wel dat de positie van je troepen op de strategische kaart niet altijd overeenkomt met hun startpositie op de tactische kaart. Een sterkere vijand proberen te verslaan door hem op twee fronten te laten strijden is er dus spijtig genoeg niet bij.
Er zijn wel andere manieren om gebruik te maken van het slagveld. Buiten het feit dat er heel wat obstakels en hoogteverschillen zijn waar je tactisch voordeel uit kan halen, zijn er bijvoorbeeld ook zones die je troepen langzaam genezen. Bij een langdurig gevecht zal het dan ook belangrijk zijn om zo’n gebied te veroveren en te verdedigen. Spijtig genoeg heeft de AI dit niet door. Zelfs wanneer een leger in de minderheid is en start op een heuvel met genezende straling, zal het nog altijd vaak ten aanval trekken om zich zo te pletter te lopen op jouw verdediging. Gamers met ervaring spelen het spel dan ook best op hogere moeilijkheidsgraden om niet al te makkelijk door het spel te wandelen.
Wie de tactische gevechten liever overslaat en zich op het bouwen van zijn imperium wil richten kan er ook voor kiezen om gevechten automatisch af te laten handelen. Je krijgt het voorspelde resultaat altijd op voorhand te zien, maar in de meeste gevallen zal je zelfs bij een groot overwicht toch wel een eenheid verliezen die je bij het zelf uitvoeren nooit verloren zou hebben. Dat is vooral vervelend als het daaropvolgende gevecht wèl moeilijker is, maar wie zich vooral richt op het efficiënt beheer van zijn steden zal weinig moeite hebben om een stroom aan eenheden te produceren.
Buiten het versterken en bewegen van legers is er ook in het strategische deel van het spel voldoende te doen. Zo kan je ook magie gebruiken die een positieve of negatieve invloed heeft op steden of legers of zelfs het land aanpasen. Er zijn namelijk verschillende biotopen die elk hun eigen invloed en effect op de bevolking hebben. Steden zijn altijd bevolkt door een bepaald ras en ieder ras heeft een voorkeur voor het klimaat waar ze in leven. Je hebt bij het bouwen of veroveren van een stad dan ook de mogelijkheid om de biotoop aan te passen naar de voorkeur van het ras van de bewoners. Een andere, minder goedaardige, keuze is om de bestaande bevolking buiten te jagen en te vervangen door je eigen ras. Speel je dus met de Draconians en kies je voor dit laatste dan zal de wereld naarmate je meer verovert dus langzaam in een woestenij veranderen. Dit geeft het gevoel dat je succes een effect heeft op de wereld, als je met de duizenden dakloze elfjes op je geweten kan leven natuurlijk. Samen met de ondergrondse wereld, cryptes en gevaarlijke monsters, een moraliteitssysteem en vele andere kleine details is er dus zelfs voor wie meer op zoek is naar een fantasy-versie van Civilization voldoende bezigheid.
Grafisch zijn dit soort games zelden indrukwekkend en dat is bij Age of Wonders ook niet het geval. Belangrijker is echter de sfeer die de wereld opwekt en dat is prima in orde. Er is voldoende variëteit te vinden om niet het gevoel te krijgen dat je telkens hetzelfde gebied aan het veroveren bent. In het tactische deel zijn er wel een paar uitschieters, vooral op locaties die bijvoorbeeld een magische bron bevatten en zeker de indrukwekkendere vijanden - zoals draken - zijn goed geschaald ten opzichte van de gewone manschappen. De animaties zijn soms een beetje aan de povere kant, maar vrijwel iedereen zal deze al snel uitschakelen om de vaart erin te houden dus over een groot gemis kan je dan moeilijk spreken.
Wel opvallend goed is, is de muziek in het spel. Waar je in de meeste 4X games al snel je eigen muziek zal opzetten, is de kans groot dat je in Age of Wonders III een heel tijdje naar de originele muziek luisteren voor hij irritant wordt. Niet abnormaal als je weet dat de muziek gemaakt werd door de componist van de toch wel behoorlijk legendarische Deus Ex soundtrack.
- Veel te doen in strategisch deel
- Tactische gevechten zijn de beste in hun soort
- Muziek
- AI is niet altijd even slim