HANDS-ON PREVIEW | Rondjes draaien in Roller Champions
Roller Champions heeft al een hobbelig ontwikkelingsparcours achter de rug. De game werd in 2019 tijdens E3 aangekondigd en kreeg ook vrijwel meteen een open alpha, waar de eerste spelers de game konden testen. In 2020 kregen we de game nog een paar keer te zien, maar na feedback van de spelers werd de release voor onbepaalde duur uitgesteld om flink te sleutelen aan de gameplay. Nu is Roller Champions er terug en wij kregen de kans om eens met de nieuwste versie aan de slag te gaan.
Aan de basisopzet is nog altijd niets veranderd. Je speelt nog altijd in twee teams van drie op een ovale rolschaatsbaan en je doel is om zo snel mogelijk vijf punten te scoren. Dat doe je dan weer door een bal door een soort hoepel hoog in de lucht te smijten.
Klinkt heel eenvoudig, maar is het eigenlijk niet. Je kan immers enkel scoren als je team minstens één keertje een volledige ronde heeft afgelegd, zonder dat het andere team de bal raakt. Dan krijg je één punt, als je de bal in het doel kan gooien. Doe je twee rondjes, dan krijg je drie punten en na drie rondjes kan je zelfs meteen vijf punten scoren, waarna de match dus afgelopen is.
Al van bij onze eerste minuten is duidelijk dat Roller Champions een game is die je wel eerst wat in de vingers moet krijgen. Wat rond schaatsen kunnen we allemaal, maar op tijd een pass geven of handig gebruik maken van de verschillende manieren om te versnellen, het vraagt wat oefening. Gelukkig pasten de ontwikkelaars wel het systeem om te mikken aan, waardoor scoren nu echt wel een stuk eenvoudiger is.
Ook op defensief vlak heb je even tijd nodig om de timing te zoeken om op het gepaste moment een tackle te smijten, om zo de bal te onderscheppen. Nog mooier wordt het wanneer je net op tijd hoog in de lucht springt, om een bal die op doel ging te onderscheppen. Heerlijk om een tegenstander van euforie naar totaal ongeloof te laten gaan.
Het grootste verschil ten opzichte van de eerste versies van Roller Champions zit hem duidelijk in de vlotheid waarmee je kan spelen. Alles voelt een stukje sneller aan en omdat je ook op meer manieren kan versnellen zit er een stuk meer spanning in de game. Voorheen leek het een echte worsteling te worden om punten te kunnen scoren, waarbij de verdedigers toch fors in het voordeel waren, maar dat is nu wel een tikkeltje anders.
Dat brengt natuurlijk weer andere problemen met zich mee, want het viel ons tijdens onze speelsessie op dat een sterke speler wel een heel groot verschil kan maken. Iemand die de controls flink onder de knie heeft, kan bijna op zijn eentje een team naar de overwinning leiden. Dat is natuurlijk niet heel ongewoon, maar Ubisoft zal toch flink wat werk hebben om de matchmaking op orde te hebben, zodat er geen massa gefrustreerde spelers afhaken.
Gelukkig heeft Roller Champions nu ook een manier om de controls wat te oefenen buiten de wedstrijden om. In het Skatepark kan je immers rustig rolschaatsen, zonder druk. Perfect om wat trucjes te leren en te oefenen op het schieten naar doel. De ontwikkelaars staken ook wat minigames in het Skatepark, want we laten toch allemaal graag zien dat we net iets beter dan een ander met onze skater overweg kunnen.
Daarnaast beschikt Roller Champions natuurlijk over de typische zaken voor dit soort game. Je kan je skater uitdossen met speciale pakjes, er zijn meerdere arena’s om in te spelen, er is een soort battle pass (hierbij Roller Pass) die je extraatjes geeft als je veel speelt (en natuurlijk is er ook een premium-versie). Er is ook een soort lootbox, met de ingenieuze naam Lootball, die je krijgt als je aantal games speelt en je ook wat extraatjes oplevert.
Roller Champions heeft in deze nieuwe versie een duidelijke sprong voorwaarts gezet. Alles speelt net dat tikkeltje beter en sneller, waardoor er een pak meer actie in de game zit. Het blijft wel een game die flink wat oefening en tactiek vraagt, meer dan je zou verwachten, maar aangezien Ubisoft graag de esports-kant op wil gaan met de game, is dat ook geen verrassing.