Hands-on: Prey
Prey
Gespeeld op pc
De originele Prey, toen nog een game van Human Head Studios die werd uitgegeven door 2K Games ,stamt al uit 2006 en normaal hadden we enkele jaren later ook een sequel moeten krijgen. Die kwam er echter nooit en sindsdien werden de rechten voor het IP overgenomen door Bethesda, dat Arkane Studios op de ontwikkeling zette. Daardoor krijgen we nu een reboot van de reeks, die wij al eens aan de tand mochten voelen.
In Prey kruip je in de huid van Morgan Yu, die een rustig leventje lijkt te leiden, waarbij hij wel af en toe aan wat tests wordt onderworpen, maar voor de rest is er eigenlijk weinig aan de hand. Tot op een dag alles naar de haaien gaat en hij op het ruimtestation Talos I vast komt te zitten met een hoop buitenaardse wezens, de Typhon.
Die hebben het niet zo begrepen op de mensheid en je zal er dus moeten vechten voor je leven. Daarvoor kan je gebruik maken van verschillende wapens en kan je wat vaardigheden vrijspelen via Neuromods. Dat zijn een soort implantaten, waardoor je sneller of sterker wordt, maar waardoor je ook computers kan hacken. De skills zijn verdeeld over drie skill trees en als speler bepaal je volledig vrij hoe je een personage ontwikkelt.
Dat is ook van belang, want niet iedereen zal Prey op dezelfde manier spelen. Je kan er immers voor kiezen om de strijd vol aan te gaan, maar je kan ook op zoek gaan naar alternatieve routes om vijanden te ontwijken. Het is hier dat Arkane Studios niet kan ontkennen dat het ook achter de ontwikkeling van Dishonored zit. Je beschikt misschien over een pak minder krachten dan in die games, maar die vrijheid is ook in Prey weer aanwezig.
Naast het geven van vrijheid aan de speler, slaagt Arkane er ook wonderwel in om de speler constant in spanning te houden. Er is niet zoveel geluid terwijl je aan het spelen bent, wat sowieso al voor een speciaal sfeertje zorgt, maar wanneer er vijanden in de buurt zijn krijg je zo’n angstwekkende muziek te horen, dat je het bijna in je broek doet.
Om nog maar te zwijgen over de mimics, aliens die zich in alles kunnen veranderen en dus altijd en overal kunnen opduiken. Bovendien doen ze dat op random plaatsen. Gamers die Prey dus voor een tweede keer spelen, zullen nog altijd uit hun doppen moeten kijken. Dat er daarnaast ook nog Phantoms rondlopen, die tegen zichzelf praten terwijl ze hun wandelingetje maken, helpt ook niet bepaald.
We hadden het eerder al over enkele vaardigheden die je kunnen helpen in de strijd en daarbij hoort ook hacking, zodat je toegang kan krijgen tot computers, turrets of bepaalde ruimtes. Natuurlijk hoort bij hacking een mini-game en in Prey wil dat zeggen dat je een balletje binnen een bepaalde tijd door een soort doolhofje moet leiden, terwijl je ook nog bepaalde gevaren moet ontwijken. Slaag je daar in, dan krijg je toegang. Lukt het niet, dan gaat er natuurlijk een alarm af.
Het is trouwens niet onbelangrijk dat je toegang krijgt tot computers, want die bevatten heel wat informatie, zoals keycodes of zijmissies. In het gehele ruimtestation zijn zo nog heel wat mensen te vinden die nog in leven zijn, maar die je hulp nodig hebben. Als je nooit een computer gebruikt, dan bestaat dus de kans dat je flink wat content misloopt.
Verder vind je in Talos I ook nog Fabricators en Operators. De fabricator kan je gebruiken om met de hulp van blauwdrukken allerhande wapens en items te maken. Daarvoor heb je natuurlijk ook wel het juiste materiaal nodig, dus doorheen heel de game is het verzamelen geblazen. De operators zijn robots die je volgen en je op bepaalde manieren bijstaan. Ze kunnen vijanden aanvallen, maar kunnen je ook van health voorzien, zodat je iets langer overleeft.
Wie de tekst heeft gelezen of wat gameplay bekijkt, die zal een aantal gelijkenissen ontdekken met andere games, zoals Deus Ex en Bioshock, en dat is iets dat wij zeker niet gaan ontkennen. Het is dan ook geen toeval dat Arkane meewerkte aan Bioshock 2. Dat wil echter niet zeggen dat Prey een kloon is van die games, maar het gaat wel een aantal interessante aspecten bij die titels halen. Zo is de sfeer heel gelijkaardig aan die van Bioshock, wat we enkel maar als een voordeel kunnen beschouwen.
Visueel kiest Arkane dan weer voor een stijl die dichter aanleunt bij Dishonored. Alles ziet er dus redelijk realistisch uit, met hier en daar wat overdrijvingen. Wat we nu al zagen in de game zag er goed uit, maar het blijft voorlopig afwachten of er voldoende variatie zit in de verschillende gebieden op de Talos I, want het blijft natuurlijk één groot ruimtestation.