Hands-on preview: Mirror's Edge Catalyst
Hands-on preview: Mirror's Edge Catalyst
[gespeeld op PS4]
Geloof het of niet, maar de eerste Mirror’s Edge is al bijna acht jaar oud. Sindsdien heeft de game een beetje een cultstatus opgebouwd, maar bij EA heeft het lang geduurd voor ze het aandurfden om met een opvolger op de proppen te komen. Binnenkort is het eindelijk dan toch zover en in aanloop naar de release, die net werd uitgesteld naar 9 juni, gingen wij al eens aan de slag met de bèta.
Bij de start van Mirror’s Edge Catalyst maken we al snel kennis met een jonge Faith die in de gevangenis zit. Al snel blijkt dat ze een tijdje heeft moeten doorbrengen in de jeugdgevangenis, omdat ze zich weigert te plooien naar de nieuwe wetten in de City of Glass. Dat is een soort utopische stad die leeft onder de ijzeren hand van Gabriel Kruger. Tijdens het spelen van de game zal je dan ook vaak te maken krijgen met zijn vorm van politiemacht, de KrugerSec of KSec.
In tegenstelling tot de eerste Mirror’s Edge, krijg je in Mirror’s Edge Catalyst heel veel vrijheid om de City of Glass te verkennen. Het is gedaan met het lineaire verhaal, waarin je gewoon van missie naar missie holt. Voortaan kan je vrij bewegen door de stad, waar je her en der missies, zijmissies en collectibles zal tegenkomen. Dat maakt de game niet alleen een stuk dynamischer, het zorgt er ook voor dat je flink wat kan oefenen op je runnen.
Dat runnen is immers nog altijd de grote basis van de game. Faith kan hier en daar wel wat klappen uitdelen, maar de bedoeling is toch dat je vooral gebruik maakt van haar katachtige reflexen om de daken van de stad te herkennen. Gamers die wat jonger zijn en zijn opgegroeid met Assassin’s Creed, zullen zeker en vast de vergelijking maken met die games, maar daar willen wij toch een kanttekening bij maken. In Assassin’s Creed is het free runnen een manier om je snel te bewegen, maar het is niet het meest essentiële onderdeel van de gameplay. In Mirror’s Edge Catalyst is dat wel.
De bedoeling is dan ook dat je alles zo vlot mogelijk laat lopen. Op tijd op of onder een obstakel gaan, je sprongen en je landingen goed timen, het is allemaal bijzonder belangrijk in Mirror’s Edge Catalyst. Er zijn dan ook heel wat missies die je niet tot een goed einde kan brengen, als je dat allemaal niet onder de knie hebt.
Om je te helpen bestaat er wel zoiets als Runner Vision, een soort GPS voor mensen als Faith. Die zal je helpen met het vinden van de juiste wegen, wat zeker geen luxe is in het begin, want je hebt niet zoveel punten om je op te richten. Je kan dat hulpmiddel in het menu wel eenvoudig uitzetten, voor wie het allemaal liever wat moeilijker heeft. Verwacht trouwens niet dat die Runner Vision je de snelste route zal tonen. Vaak toont het de eenvoudigste route, maar meer dan eens kan je een snellere tijd neerzetten als je voor een alternatieve route kiest. Mirror’s Edge Catalyst houdt je dus zeker niet zomaar bij het handje.
We hebben eerder al even vermeld dat Faith wel een stukje kan vechten, maar dat het niet het belangrijkste onderdeel is. Dat wil niet zeggen dat het stiefmoederlijk behandeld werd door de ontwikkelaar. Faith heeft zeker en vast geen uitgebreid arsenaal aan bewegingen, maar ze kan zich wel verdedigen. Gevechten zijn meestal meer tactisch dan dat je gewoon vol voor de aanval kiest. Door vijanden de juiste kant op te duwen kan je ze ook tegen muren of tegen elkaar knallen.
Val je aan vanuit een grote sprong of een wallrun, dan zal je flink wat extra schade kunnen aanrichten. Wil je niet voor de aanval kiezen, dan kan je tijdens het runnen je vijanden proberen te ontwijken. Ben je bovendien in een goede flow, dan bouw je focus shield op, wat er onder andere voor zorgt dat je niet kan geraakt worden door kogels. Je zal dus steeds zelf de juiste keuze moeten maken tussen aanvallen en verdedigen.
Visueel is Mirror’s Edge altijd al een speciaal geval geweest. De originele game bestond vrijwel volledig uit de kleuren wit en rood, met hier en daar een tint grijs om wat contrast te creëren. Dat is ook in Catalyst nog steeds het geval, maar her en der is er toch net iets meer kleur verstopt in de game. Daarbij balanceert de game mooi op de slappe koord tussen een kleurrijke omgeving en een omgeving waarin je nog duidelijk kan zien welke muren je kan beklimmen. Zo wordt de frustratie op dat vlak tot een minimum herleid. In een game waar alles rond vlot bewegen en snelheid draait, is dat zeker geen overbodige luxe.