Hands-on preview: Star Wars: Battlefront
Star Wars: Battlefront
Het is al Star Wars wat de klok slaat dit najaar. Niet alleen worden mensen straks massaal naar de bioscopen gelokt voor Star Wars: The Force Awakens, ook kruipen we achter onze computers en consoles om elkaar in een Galaxy Far, Far Away helemaal aan gort te knallen.
Het was verreweg de meest populaire game op de showvloer: Star Wars: Battlefront. De rijen om te game te mogen spelen leken met de dag langer te worden en waar journalisten meestal gelijk aan de beurt zijn, moesten ook wij een goed uurtje wachten. Je hoort ons echter niet klagen; wij mochten ons namelijk digitaal ingraven in de slag om Hoth uit The Empire Strikes Back.
We worden in de game gegooid als een rebel en het is aan ons om de Empire terug te slaan. De met AT-AT’s uitgerukte volgers van Darth Vader willen maar één ding: de rebellenbasis vernietigen. Om dit te voorkomen moeten de rebellen meerdere communicatieschotels in handen houden. Deze zorgen er op hun beurt weer voor dat er Y-Wings worden ingeroepen die de AT-AT’s bombarderen. Het is vanaf moment één oorlog in Star Wars: Battlefront.
De loopgraven op de ijsplaneet bieden enige bescherming tegen de rondvliegende laserstralen, maar zodra je open en bloot rondloopt ben je een gemakkelijke prooi voor de kolossale AT-AT’s. Gelukkig is er voor de rebellen enige stootkracht voor handen dankzij de door de wereld verspreide tokens. Door deze speciale munten op te pikken krijg je de mogelijkheid om je wapens te upgraden, speciale wapens te ontvangen of in één van de iconische Star Wars-voertuigen te duiken. Denk hierbij aan een X-Wing of een T-47 Snowspeeder. Het is ons helaas niet gelukt om zo’n voertuig te bemachtigen, maar we kunnen ons goed voorstellen dat het fantastisch voelt om zelf een poging te wagen op filmische wijze de AT-AT met een kabel op de knieën te dwingen.
Zelfs zonder voertuigen is er nog genoeg te beleven op Hoth, want je kunt je personage uitrusten met meerdere blasters, die tot ons grote verdriet niet heel veel van elkaar verschilden – de verschillen tussen de wapen voelden vooral miniem aan in de nieuwe third-person perspectief. Wel zijn ze wat anders dan wat we van Battlefield gewend zijn. De blasters hebben namelijk geen munitie en dus is het niet mogelijk om het wapen te herladen. In plaats daarvan zullen de wapens bij overmatig gebruik oververhitten.
Verder viel de loadout aan te passen met verschillende granaten, schilden en jetpacks. Vooral de jetpacks doen de game heel anders aanvoelen dan Battlefield. Je bent sneller bij de actie en wanneer je er bent, is het ook nog eens heel anders reageren wanneer er een speler vanuit de lucht het vuur op je opent. Je hoeft je echter geen zorgen te maken dat het slagveld straks volstroomt met rondstuiterende soldaten; de jetpack is maar beperkt bruikbaar.
Ondanks al deze (grotendeels) positieve punten weet Star Wars: Battlefront ons nog niet zo te grijpen zoals bijvoorbeeld Battlefield 3 een aantal jaar geleden deed; we missen de wow-factor. De actie voelt ondanks de aanpassingen toch nog wel erg vertrouwd. Ook grafisch zijn we nog niet honderd procent overtuigd. Hoewel de animaties er echt fantastisch uitzien, laten sommige details te wensen over en weet Hoth de spetterende graphics uit de eerdere trailers nog niet echt over te brengen. Wellicht is Hoth niet de perfecte locatie om de pracht en praal van de game over te brengen (het is er natuurlijk allemaal erg wit en kaal) en we hopen dan ook met heel ons hart dat de andere locaties meer weten te overtuigen.
Wat gelukkig wel weet te overtuigen is het geluid in de game. De laserstralen die langssuizen, neerstortende ruimteschepen en de krakende poten van de AT-AT, alles lijkt regelrecht uit de films te komen. Niet geheel verwonderlijk, want de makers van de game hebben toegang gekregen tot de database van Skywalker Sounds en vrijwel alle geluiden uit de game zijn rechtstreeks overgenomen uit de films. Het is te horen, en het weet je naarmate je speelt meer en meer in de game te trekken.