Hands-off preview: Act of Aggression
Act of Aggression
Ooit kon je geen enkele richting uitkijken in een gameswinkel of je kwam wel een RTS tegen. Command & Conquer, Warcraft, StarCraft, Age of Empires en nog een aantal andere toppers waren zowel qua populariteit als qua verkoop onovertroffen. Ondertussen zijn we vele jaren later en lijkt het RTS-landschap redelijk desolaat, met hier en daar een titel die voorbij komt waaien.
De mensen achter R.U.S.E. en Act of War vinden het welletjes en daarom komen de Fransen nu op de proppen met Act of Aggression, een spirituele opvolger voor die Act of War. Men wil bovendien terug naar de roots van de RTS en een klassieke RTS-spelervaring aanbieden. Hou dus rekening met verschillende niveaus van gebouwen en units, afhankelijk van hoe sterk je centrale gebouw is (Defcon 1, Defcon 2, Defcon 3).
Grondstoffen zijn echter ook van belang in deze RTS rond 3 facties (Cartel – Chimera – US Army) die strijden om de macht in 2025. Geld, olie en aluminium zijn daarbij de basis en die kan je op allerlei manieren bij elkaar sprokkelen. Verover een bank met je eenheden en je krijgt een stroom aan geld voortdurend binnen (tot de middelen op zijn) of gijzel vijandelijke troepen om daar vervolgens ook een mooie zakcent aan te kunnen verdienen.
Olie en aluminium zijn dan weer willekeurig op de map te vinden en vereisen hun specifieke ontginningsgebouw en transportvoertuigen. Hou er echter ook rekening mee dat je voldoende grondstoffen gebruikt of opslagruimte voorziet, want je kan ook propvol zitten en dan ben je eigenlijk tijd aan het verspillen. Een vierde, bijzonder zeldzame, grondstof geeft je toegang tot de allerbeste units, maar je mag er vanop aan dat dit ook zwaar bevochten strijdgebied is.
Qua units is er echter geen maximum, dus wie graag enorme legers uitbouwt, zit bij Act of Aggression op zijn plaats. Soldaten, gepantserde voertuigen, tanks, vliegtuigen, helikopters, ze zijn allemaal aanwezig. Cijfermatig zit je aan 15 à 20 gebouwen en 20 units per factie, die ook nog eens meer dan 100 upgrades kunnen krijgen, waardoor je keuzemogelijkheden vrij uitgebreid zijn. Daarmee zal je 15 solomissies moeten uitvoeren die steeds langer en groter zijn (en alle facties bevatten in plaats van singleplayers per factie) en die garant moeten staan voor 15 à 20 uur spelplezier. Qua multiplayer is men er nog niet volledig uit, want zo test men op dit moment een gamemodus waarin je met 10 vs 10 kan spelen, maar wel zeker is dat men voor 15 mappen zal gaan bij lancering.
Het grote voordeel van de vele unit-upgrades is dat je elke unit apart kan uitbouwen zoals je wil. Een machinegeweer op je APC plaatsen of eerder een raket, de keuze is aan u. Je kan zo dus bepaalde troepen snel aanpassen aan bepaalde omstandigheden mocht dat nodig zijn. Nadeel daarvan is natuurlijk wel dat als je niet zo voor dat micromanagement bent, je eerder grotere groepen van identieke troepen zal creëren.
Wie dan weer schrik heeft dat hij in het midden van de strijd vergeet om gebouwen neer te poten om zo later in de strijd mee te kunnen, heeft hier wel een hulpmiddeltje. Je kan immers gebouwen “preplannen”. Zeg wat je basis moet bouwen zodra het geld aanwezig is en het zal de rij gebouwen neerpoten zodra het kan. Klein detail, maar wel handig voor wie zich snel overrompeld voelt door de strijd.
Een klein onderscheid met de gemiddelde klassieke RTS is wel dat je basis niet meteen kort op elkaar gebouwd kan worden. Nu ja, als je dat wil, kan je dat in principe wel, maar het is een bijzonder dom idee. Wie kort op elkaar bouwt, loopt immers het risico dat een aantal goed gerichte vernietigingen het hele kamp meteen om zeep helpen. Ontploffingen zijn immers behoorlijk groots en zorgen ook voor aanzienlijke ‘collateral damage’. In de demo zagen we dan ook een halve basis in puin verdwijnen ondanks dat slechts 1 gebouw werd aangepakt. U weze dus gewaarschuwd.
Doordat je dus wat beter uit elkaar bouwt (en de in-game camera bij de demo ook redelijk dicht op de gebouwen hing), kan het voor sommigen ook meteen wat moeilijker worden om alles te overzien. De fans van het zogenaamde “turtlen” (je eigen basis sterk uitbouwen en uitgaan van een goede verdediging) lijken niet meteen aan het juiste adres te zijn bij Act of Aggression. Grafisch is de game aanvaardbaar, met de nodige explosies, kleine grafische elementjes bij het bouwen en zo meer, maar het zal je niet van je sokken blazen. Door de close-up van de camera lijkt alles ook net iets te groot.
De AI is in elk geval goed in staat zichzelf te verdedigen, aangezien de ontwikkelaar tal van cheats nodig had om voldoende troepen te kunnen mobiliseren. Zo probeert men via verschillende wegen en met verschillende troepen de speler te bestoken en bepaalde delen van de basis reeds in de as te leggen. Ook de AI kan troepen gijzelen, om zo zelf meer geld in te zamelen, dus let op waar je je soldaten laat paraderen. Jammer is dat er te weinig tijd was om gewoon een potje gameplay in actie te zien, wat een betere evaluatie van de effectieve gameplay had kunnen opleveren. Tijd voor een hands-on?