Kingdom Come-oprichter ziet AI als onvermijdelijk hulpmiddel
Daniel Vávra, medeoprichter van Kingdom Come: Deliverance-studio Warhorse Studios, heeft zich uitgesproken over het gebruik van generatieve AI in games, na de online kritiek richting Larian Studios. Volgens Vávra is de verontwaardiging overdreven en onvermijdelijk achterhaald.
De discussie laaide op nadat Larian-baas Swen Vincke bevestigde dat zijn studio generatieve AI gebruikt in vroege conceptfases, bijvoorbeeld om ideeën te verkennen, presentaties uit te werken en tijdelijke teksten te schrijven. Vincke benadrukte dat geen enkele AI-content in het eindproduct belandt en dat menselijke makers centraal blijven staan. Toch leidde dit tot forse kritiek op sociale media.
Vávra sprong Larian publiekelijk bij en stelde dat vrijwel elke studio vandaag al vergelijkbare tools gebruikt. Hij vergelijkt de huidige AI-paniek met de angst voor stoommachines in de 19e eeuw: begrijpelijk, maar zinloos. Volgens hem is AI geen vervanging voor creativiteit, maar een hulpmiddel om tijdrovende en weinig inspirerende taken te versnellen.
Hoewel Vávra geen fan is van AI-gegenereerde kunst, ziet hij duidelijke voordelen. Minder repetitief werk betekent meer ruimte voor regie, schrijven en design. Dat kan ontwikkeltijden verkorten en kleinere teams opnieuw in staat stellen ambitieuze projecten te maken. Hij benadrukt wel dat belangrijke verhaalmomenten, cutscenes en kernpersonages menselijk vakwerk moeten blijven.
Ook over AI-stemmen is Vávra genuanceerd. Voor cruciale dialogen hoort volgens hem echte voice acting gebruikt te worden, maar voor alledaagse NPC-gesprekken ziet hij AI juist als een revolutionaire stap voor RPG’s. Oneindige variaties zijn immers onmogelijk vooraf op te nemen.
Zijn conclusie is helder: generatieve AI gaat niet verdwijnen. De industrie zal zich moeten aanpassen, met alle risico’s en kansen van dien. Of dat leidt tot een creatieve renaissance of totale chaos, durft niemand te zeggen, maar tegenhouden heeft volgens Vávra geen zin.