"Japanse games mogen intelligentie niet onderschatten"

Een schrijver bij Platinum Games, JP Kellams, heeft zijn frustraties over de Japanse gamesindustrie eens op virtueel papier gezet en hij is daarin niet mals voor Japanse ontwikkelaars. Zijn volledige betoog, via Twitter, is aanzienlijk uitgebreid, maar we zetten voor jullie de hoofdlijnen op een rijtje.

• Het probleem van Japanse games is dat de meeste gewoon niet erg goede games zijn. Dat is echter overal zo. Daarom is "uitzonderlijk" ook uitzonderlijk.
   
• De meeste Japanse bedrijven kunnen niet genoeg investeren om te concurreren met uitzonderlijke Westerse games. Het risico is te hoog.
   
• Spektakel verkoopt, maar er moet ook een goed idee achter schuilen. Klagen over AAA-games ergert me dan ook, vermits ze gewoon verkopen omdat ze goed zijn. Het is een combinatie van goede productiewaarden, gekoppeld met geweldige uitvoering en geweldige ideeën. Zelfs Westerse games die fouten begaan, verkopen niet.
   
• Japanners kunnen een Westerse games maken, net zoals het andersom ook kan. Als je de uitvoering verkeerd aanpakt, dan misluk je. Zo simpel is het.
   
• Japanse games mogen de intelligentie van een gamer niet onderschatten. De Japanse cultuur is traditioneel gericht op "erbij houden". Dat wil zeggen dat we niemand willen achterlaten. Als je echter aan het tempo van de traagste gaat, verveelt het de rest van de groep wel. Als je in het Westen vraagt naar een hamburger in McDonald's, dan stopt de vraag ook daar. In Japan zou men bij wijze van spreken vragen of je weet dat een hamburger een stuk vlees is met 2 broodjes, ketchup en mosterd. In het Westen veronderstelt men dat wat een gamer doet correct is. Japanse games zouden dat ook moeten doen.