De helden van The Lord of the Rings: War in the North
Begin november verschijnt The Lord of the Rings: War in the North, een nieuwe RPG voor PS3 en Xbox 360 rond het gekende universum van J.R.R. Tolkien. Het spel zal zich concentreren op de gebeurtenissen in het Noorden van Middle-Earth, waar het er niet meteen zachtaardig aan toegaat. In aanloop naar de release blikt 4Gamers alvast vooruit en bespreken we de achtergrond van drie heldhaftige hoofdrolspelers. Het spreek voor zich dat enige voorkennis van het universum geen overbodige luxe is.
Eradan, zoon van Baranor, is een Ranger of the North. Hij behoort tot het ras van de Dúnedain, een ras dat ten tijde van van de War of the Ring nog gevonden kon worden in de noordwestelijke landen van Middle-Earth. Het leven van een Ranger is moeilijk en een hele beproeving, maar het is een leven dat Eradan al meer dan 30 jaar leidt. Dit valt voor sommigen misschien moeilijk te geloven, want net als een hoop van zijn verwanten is hij in werkelijkheid ouder dan hij lijkt.
Het bloed van Númenor vloeit krachtig door de aderen van Eradan en hij kan zijn stamboom terugbrengen tot ridders die Elendil the Tall hebben gediend toen hij nog een lord of Númenor was. Eradan is trots op de lange geschiedenis van zijn familie die de Heirs of Elendil diende, ondanks de fragmentatie en vernietiging van hun Kingdom of Arnor.
Eradan werd opgevoed in een kleine Dúnedain-nederzetting die verborgen lag in het land dat gekend is als Angle, in de nabijheid van de rivieren Hoarwell en Loudwater, in het oosten van Eriador. Net als een hoop anderen verloor hij zijn vader, Baranor, op jonge leeftijd. Het is onduidelijk wat er precies met Baranor gebeurd is, daar hij simpelweg deel uitmaakte van een groep Rangers die nooit terugkwam van een patrouille langs de westelijke kant van de Misty Mountains.
Ondanks deze persoonlijke tragedie begon Eradan aan zijn eigen training tot Ranger van zodra hij oud genoeg was. Zoals de traditie het voorschrijft, begon hij als dienstknaap onder het toeziend oog van zijn nonkel, Dunhir. Na twee jaar deze rol te hebben vervuld, werd Eradan een volwaardig Ranger die in staat was op zichzelf te handelen.
Er was ruimschuits de mogelijkheid om zijn vaardigheden te testen, daar de Nortlands vaak bedreigd werden door groepjes plunderende Orcs uit de Misty Mountains. Aan de oosterse zijde van Eriador hadden de Rangers voorts hun handen vol met de regelmatige komst van een trol.
Eradan vergaarde al snel de reputatie van dodelijk boogschutter en zwaardvechter, maar de andere Rangers prezen hem vooral om zijn opsporingscapaciteiten en het feit dat hij zo goed wist te overleven in de open natuur. Zijn meesterschap van deze vaardigheden was onderzonderlijk, zelfs voor een iemand uit een jagersras.
Eradan was reeds een doorwinterd veteraan toen Aragorn het bevel gaf om de wacht bij de Shire te verdubbelen. Tijdens die jaren werd het Ranger-kamp bij Sarn Ford, nabij de zuidelijke grens van de Shire, voor hem een tweede thuis. Hier diende hij voornamelijk onder Halbarad, een getrouwe van Aragorn.
Na twee jaar keerde Aragorn terug van lange reizen in het zuiden en hij begon een meer actieve rol op zich te nemen bij de verdediging van de Shire. Tijdens deze periode kreeg Eradan de kans om rechtstreeks met Aragorn samen te werken. Deze was positief onder de indruk van de vaardigheden en moed die Eradan bezat en hij nodigde hem dan ook uit om samen met hem op verschillende tochten te vergezellen. Dit gaf Eradan de kans om zijn vaardigheden verder te ontwikkelen en bovedien te leren onder de begeleiding van Aragorn zelf, die bekend staat als reiziger en jachtsman van zijn tijd.
De twee hadden een goede band, maar over één onderwerp werd weinig gesproken: de reden voor de strakke bewaking en verdediging van de Shire. Hierover hield Aragorn de lippen altijd stijf op elkaar en Eradan van zijn kant drong niet aan, daar hij volledig vertrouwde op de wijsheid van Aragorn.
Wie het pad van de Ranger kiest krijgt een sterk gevoel van doel, zin en kameraadschap, maar ze moeten verder niet rekenen op enigszins tastbare beloningen. Desondanks is Eradan ten volle toegewijd aan zijn plicht, omdat hij weet dat zijn hoop op betere tijden volledig samenhangt met het lot van Aragorn.
Andriel is een Lore-meester van het huis van Elrond Halfelven, een van degenen die de de oude kunsten en kennis van de Eldar in leven houden. Ze is een begaafd genezer en een beoefenaar van kunsten die door onwetenden verkeerdelijk worden aangeduid als magie. In werkelijkheid ontleent ze haar krachten aan een fundamenteel begrip van de wereld en de krachten die die wereld vorm geven. Met deze kennis is ze in staat krachten te ervaren en op te roepen die voor anderen verborgen blijven. Al van in haar jeugd toonde Andriel interesse en affiniteit voor zulke kunsten en ze heeft het geluk gehad om Elrond als haar leermeester te hebben, de grootste onder de levende Lore-meesters.
Hoewel Andriel beschouwd wordt als een nieuwkomer en de onderscheiding heeft om als jongste van de studenten onder Elrond de titel van Lore-meester te hebben, heeft ze wel al vele eeuwen ervaring en studie achter zich. Toch is ze nooit louter en alleen academisch van aard geweest. Elrond doet namelijk vaak een beroep op zijn Lore-meesters om zijn ogen en oren te zijn buiten de veilige haven van Rivendell. Zijn Lore-meesters worden er dan ook vaak op uitgestuurd om informatie te verzamelen over wat er in de wereld gebeurt. Hier zijn Lore-meesters vaak in staat meer te zien en vooral meer te voelen dan anderen, omdat ze in staat zijn de krachten achter een bepaalde gebeurtenissen aan te voelen. Elrond vertrouwt op de intuïtie van Andriel en zij is dan ook vaak weg van Rivedell en dit gedurende lange periodes. Ze dwaalt dan door de omliggende gebieden, alleen of in het gezelschap van soortgenoten. Haar reizen brengen haar vaak in contact met de Dúnedain, de Rangers of the North, die ze kent en vertrouwt.
Wie vaak door Middle-Earth reist, kent de gevaren en al snel zag Andriel de voordelen in van vaardigheden in de vechtkunsten. Voor haar waren deze vechtkunsten opnieuw een wetenschap die grondig bestudeerd kon worden en in Rivedell vond ze een hoop getalenteerde krijgers die haar konden bijstaan. Zo leerde ze veel van Elladan en Elrohir, zonen van Elrond.
Hoewel ze meestal naar haar speciale kunsten grijpt wanneer er gevaar dreigt, is Andriel er niet vies van wapens te hanteren. Ook het dragen van armor vindt ze geen probleem, omdat het volgens haar een wijze beslissing is wanneer ze op een gevaarlijk pad terecht komt. Hoewel ze erg dodelijk is met staf en zwaard, overdrijft ze nooit in het gebruik ervan. Ze doet gewoon wat nodig is, wanneer de situatie het vereist.
Net zoals velen van haar soort heeft Andriel een grote liefde voor Middle-Earth en een krachtig verlangen om het te beschermen. Omdat ze een van de Eldar is, heeft ze de mogelijkheid om het geplaagde Middle-Earth te verlaten en richting het Westen te varen, maar reeds lang geleden besloot ze die weg niet in te slaan omdat het lot van Middle-Earth nog onzeker was. Boven alles wil ze Middle-Earth veilig zien, gered van de vernietiging die Sauron zou brengen.
Andriel en Aragorn kennen elkaar goed, daar hij voor verzorging altijd terecht kon in Rivendell, net als veel van zijn voorgangers. Ook is ze bekend met Gandalf, die gedurende vele eeuwen regelmatig te gast was in Rivendell. Ze weet dat Gandalf en de Rangers of the North helpen bij het bewaren van een belangrijk geheim, maar ze kan alleen maar raden wat de exacte inhoud ervan is. Ze is er zeker van dat het geheim in kwestie snel zal onthuld worden. Tot dan doet ze haar best om de Rangers en haar heer, Elrond, bij te staan op welke manier ze ook kan.
Farin is de dwerg in het gezelschap, wat niet wil zeggen dat hij automatisch het kleine kneusje is, want hij stamt af van de meest gekende en de oudste dwergenfamilie in Middle-Earth, de Longbeards. Tegenwoordig woont hij in Erebor, de Lonely Mountain, al werd hij geboren in de Iron Hills aangezien Smaug – de draak – heerste over Erebor.
Toen de dwergenheer Thorin Oakenshield de Lonely Mountain terug veroverde, wilde deze meer troepen en dus werd Farin opgeroepen om de strijd te vervoegen, ook al was hij eigenlijk veel te jong. Toch heeft hij zijn mannetje gestaan tegenover de Orcs en Wargs in de Battle of Five Armies. Thorin liet hierbij echter wel het leven.
Farin toonde zich een vaardige strijder en werd dan ook een soldaat in de persoonlijke garde van Koning Dáin. Telkens weer toonde hij dat het slagveld het gebied was waarin hij excelleerde. Toen Bilbo Baggins een bezoekje kwam brengen aan de Lonely Mountain, bleek Farin enorm onder de indruk te zijn. De noodkreet uit Mordor en de Shire werd misschien wel weggewimpeld door Koning Dáin, maar Farin vond het noodzakelijk om ter hulp te schieten, net omdat die mensen het mogelijk hadden gemaakt om Erebor terug in te palmen. Hij moest de tocht echter alleen aanvatten, omdat er ook oorlog dreigde uit te barsten rond Erebor.
Ettelijke weken later ontdekten de Rangers vlakbij de Shire dat er een vreemde Dwerg iedereen ondervroeg en zelfs sommigen naar de eeuwige jachtvelden joeg als ze een gevaar bleken te zijn. Dankzij een list van Captain Halbarad kwamen ze te weten dat het om Farin ging die gewoonweg de Shire wou beschermen, zoals hij beloofd had. Omdat bleek dat de Rangers het perfect konden rooien als bescherming van de Shire, besloot hij hen te vervoegen.
Ondertussen is hij al geruime tijd lid van de Rangers en ondanks zijn ongewone situatie zijn de overige Rangers ook bijzonder blij met Farin als bondgenoot. De Dwerg wil dan ook een goed voorbeeld zijn van wat zijn ras is en wil hun eer dan ook hoog in het vaandel dragen, nu hij onder Mensen en Elfen vertoeft. Zijn natuurlijke moed en zijn perfecte ambassadeursrol voor de Dwergen ondersteunen zijn positie. Er is geen taak te zwaar en geen vijand te moeilijk voor Farin.