De Atari 2600+ PAC-MAN Edition katapulteert ons terug naar de jaren 80
Het iconische gamefiguurtje Pac-Man bestaat dit jaar maar liefst 45 jaar, en dat wordt gevierd! Speciaal om die reden slaan Bandai Namco en Atari de handen in elkaar om de retro console Atari 2600+ van een speciale Pac-Man-upgrade te voorzien. Wij deden een poging om onze highscore van weleer opnieuw te verbreken en namen daarbij het nieuwe speeltje grondig onder de loep.
Om even te kaderen: met deze Pac-Man-editie is het niet de eerste keer dat er een moderne heruitgave verschijnt van de vintage Atari 2600-console uit de jaren ’70. Zo’n twee jaar geleden kwam namelijk de Atari 2600+ op de markt, waarmee werd ingespeeld op de trend van moderne retro consoles. Qua uiterlijk was dat een hommage aan de originele console, maar dan met een moderne HDMI-aansluiting voor de huidige generatie televisies.

Deze nieuwe versie is in essentie hetzelfde toestel, maar dan in een opvallend Pac-Man-jasje mét bijhorende videogame. Zo is het uiterlijk van de console volledig in Pac-Man-stijl, met een felgeel plastic design en zwarte accenten. Op de voorkant prijkt Pac-Man zelf, achtervolgd door de vier spookjes. Leuk detail: zodra je de console via USB van stroom voorziet, worden Pac-Man, zijn vijanden én het Atari-logo kleurrijk verlicht. Cool!
Niet enkel de console, ook de bijgeleverde CX40+ joystick is volledig uitgevoerd in het geel-zwarte thema. Nieuw en prettig aan deze controller is dat hij volledig draadloos werkt. Achteraan de console vind je een plug-in voor de verbinding, samen met knoppen om de beeldverhouding (16:9 of 4:3) en moeilijkheidsgraad te selecteren, evenals de HDMI- en USB-C-poorten. Met één druk op de sync-knop op de joystick is de verbinding in een oogwenk gemaakt, wat zorgt voor een soepele en aangename speelervaring zonder last van (te korte) bedrading. De batterij gaat ongeveer 30 speeluren mee en is eenvoudig op te laden via USB-C. Deze kabel (USB naar USB-C) is meegeleverd in de doos.

Hoewel de Atari 2600+ PAC-MAN Edition slechts één joystick bevat, is het mogelijk om een tweede controller aan te sluiten, zodat je met twee spelers kunt spelen. Deze joysticks worden apart verkocht in verschillende kleurtjes en kosten rond de 35 euro. Leuk en handig feitje: ze werken ook op andere toestellen zoals pc via de meegeleverde USB-dongle.
Wat de Atari 2600+ onderscheidt van andere populaire retro consoles, zoals de Nintendo Classic Mini of PlayStation Classic, is dat er geen vooraf geïnstalleerde games op staan. In plaats daarvan beschikt de console over een cartridge gleuf die zowel compatibel is met Atari 2600- als Atari 7800-games. Dat is vooral handig voor eigenaars van oude Atari-games, die hun collectie nu zonder veel moeite opnieuw kunnen spelen op moderne schermen.

Het nadeel is dat nieuwkomers geen directe gamebibliotheek tot hun beschikking hebben en aparte cartridges moeten aanschaffen. Dat is enerzijds jammer, maar anderzijds een goed excuus om weer eens rommelmarkten af te schuimen op zoek naar vintage pareltjes. Al heeft Atari het een heel stuk makkelijker gemaakt door opnieuw enkele retro exemplaren op de markt te brengen. Zo zijn games als Galaga, Xevious en Dig Dug binnenkort terug te koop, al betaal je daar dan wel zo’n 30 euro voor.
Pac-Man Double Feature
Een eerste retrogame krijg je er gelukkig al bij: Pac-Man Double Feature. Deze naam wijst naar het feit dat er niet één, maar twee Pac-Man-games op de cartridge staan. Zo is er de originele versie van Pac-Man voor de Atari 2600, en de nieuwere versie voor de Atari 7800 met betere graphics die dichter aanleunen bij de arcade-ervaring.
Tussen beide versies wisselen doe je niet via een menu, maar via de cartridge zelf: aan de achterkant bevinden zich vier kleine schakelaartjes waarmee je de gewenste game activeert. Zodra een spel wordt opgestart, leest de console de game niet rechtstreeks van de cartridge zoals vroeger, maar ‘dumpt’ deze het ROM-bestand in het interne geheugen. Je merkt hier tijdens het spelen niets van, behalve een korte laadtijd bij het opstarten.

Het concept van Pac-Man behoeft eigenlijk geen uitleg meer, maar vooruit: als speler bestuur je het gele, ronde figuurtje dat door een doolhof beweegt en alle stippen (pellets) moet opeten, terwijl hij wordt opgejaagd door vier kleurrijke spookjes. Het doel is om elk level te voltooien door alle stippen te verzamelen zonder gepakt te worden, en op die manier zo veel mogelijk punten te verzamelen. Door het eten van speciale ‘power-pellets’ kan Pac-Man tijdelijk de rollen omdraaien en de spookjes opeten. Simple as that.
Hoewel de Atari 2600-versie van Pac-Man destijds legendarisch was, kreeg het toen al kritiek vanwege de beperkte graphics en het geluid. Anno 2025 is dat uiteraard nog duidelijker: het spel oogt flikkerend, de spookjes zijn moeilijk te onderscheiden en het geluid is scherp en onaangenaam. Daarnaast is het doolhof heel simpel en voelt de besturing minder precies aan, wat voor frustratie zorgt en al snel doet overschakelen naar de nieuwere versie.

Pac-Man 7800 is eigenlijk op elk vlak beter. Dankzij de krachtigere hardware bood deze versie vloeiendere animaties, herkenbare doolhoven, betere kleuren en geluiden die dichter bij de originele arcade-ervaring lagen. Ook vandaag voelt deze versie merkbaar beter aan. Het is fijn om die nostalgische gevoelens te herbeleven en opnieuw een poging te wagen voor een topscore.
Toch moet gezegd dat beide games vooral teren op nostalgie, en dat het euforische gevoel maar van korte duur is. Na een paar uur spelen zullen de meeste spelers het dan ook wel gezien hebben en verlangen naar een nieuw (of beter gezegd: oud) spel op de Atari-console.
Maar voor wie is deze retro console nu eigenlijk bedoeld? In de eerste plaats voor de echte verzamelaars die nog Atari-games op zolder hebben liggen en die hun collectie opnieuw tot leven willen wekken op moderne televisies. Daarnaast is dit vooral een leuke uitgave voor de échte Pac-Man-fanaten die de gele mascotte een warm hart toedragen.