REVIEW | DIRT 5 bedient fans op de wenken
Met DiRT Rally keerde de serie terug naar zijn gelauwerde rally-roots en dat was goed nieuws voor de serieuzere rally-adepten wiens hart enigszins bloedde als ze zagen hoe ver de DiRT-franchise verwijderd was van de ouderwetse rallygames met de Schot Colin McRae als boegbeeld. Ondertussen blijft Codemasters ook de extreme sport-liefhebbers, voor wie het allemaal wat harder, spectaculairder en vooral minder serieus of realistisch moet zijn, op hun wenken bedienen met de genummerde versies van de gewone DiRT.
Door die scheiding mag in de vijfde telg van die reeks bijna alle zin voor authenticiteit het raam uit. Die klassieke rallyritten waarbij je alleen tegen zowel pk’s, het landschap als de klok vecht en de aanwijzingen van je co-piloot maar beter niet in de wind slaat? Daar hebben we nu DiRT Rally voor. In DIRT 5 staat het arcade-achtige showgehalte opnieuw voorop en ontwikkelaar Codemasters Cheshire smijt zich dan ook vol overgave op de extremere varianten van de rallysport.
De echte sterren in DIRT 5 zijn immers spectaculaire rallycross-evenementen (Ultra Cross) en andere afstammelingen zoals Landrush (dezelfde circuitraces maar dan met zwaardere trucks), Rally Raid (point-to-point races met occasioneel gesplitste routes, met hoge sprongen en lange drifts), Stampede en Pathfinder. Die laatste is een gevecht tegen de chrono waarin je met een buggy een onherbergzame omgeving bomvol obstakels en zeer steile, met rotsen bezaaide hellingen moet bedwingen. Het deed ons eigenlijk een beetje denken aan de off-roadgame Overpass van eerder dit jaar, maar dan beter speelbaar en minder frustrerend. Op dichtbevroren rivieren die nauwelijks grip bieden worden dan weer zogenaamde Icebreakers gereden, er zijn sprintraces op onverharde ovale tracks met speciale 900pk-krachtige en zeer lastig te besturen sprintwagentjes, en de comeback van de Gymkhana-stuntarena’s vervolledigt het zeer gevarieerde buffet aan racetypes.
Variatie vinden we ook terug in het aantal omgevingen, waarmee in dit vijfde deel meteen één van onze grootste minpunten op DiRT 4 wordt aangepakt. Je racet met een leuke verzameling rallywagens uit verschillende decennia, buggies, SUV’s, trucks, muscle cars of GT-sportwagens die zijn omgebouwd naar off-road, op meer dan zeventig routes over tien wereldwijde locaties. Zo glijden we het ene moment met een Peugeot 205 over de bevroren East River in New York, om meteen daarna op een Noorse track onder het noorderlicht door de sneeuw te ploeteren met een superlichte buggy van wagenbouwer Ariel. Het is al even ijzig in het hooggebergte van Nepal, je scheurt over de modderige ondergrond in China en Brazilië, stoffige routes in Marokko en Griekenland en zelfs door een enorme steengroeve in Italië.
Het resultaat zijn minutieus uitgekiende circuits met een heerlijk ritme, verzorgd door golvende en kronkelende trajecten waarlangs je op uiterst bevredigende wijze je wagen kan laten slingeren. DIRT 5 schurkt natuurlijk wat minder tegen een simulatie aan dan de DiRT Rally-spellen, maar nu we hebben kunnen stoeien met tientallen uiteenlopende wagens zijn we helemaal gewonnen voor de ligging van de pk-monsters op het wegdek. De voertuigen hebben voldoende gewicht meegekregen, je voelt effectief de overgang tussen verschillende ondergronden en het snelheidsgevoel is spot on. Concurrerende piloten op de baan schuwen het fysiek contact niet en je moet af en toe flink tegen de tegenstand durven rammen om met de overwinning aan de haal te gaan. DIRT 5 schotelt kortom een even gevarieerde als sensationele arcade-racebeleving voor.
Dit alles wordt natuurlijk traditiegetrouw verpakt in een carrièremodus waarin je jezelf als nieuweling dient te bewijzen en moet opwerken naar de top door een heleboel events te winnen. Elke race stelt, net als in het eveneens door Codemasters uitgegeven Project Cars 3, enkele uitdagingen voorop (denk: ruil lak met x aantal tegenstrevers, drift een paar keer tot zelfs achterwaarts over de finishlijn rijden) waarmee je stempels verdient die je nodig hebt om het hoofdevenement mee te openen. Onderweg koop je met je verdiende cash nieuwe wagens en trek je allerlei sponsors aan, maar verder dan dat gaat het ditmaal niet. In tegenstelling tot de voorganger moet je dus geen engineers aanwerven of de faciliteiten van je team uitbreiden.
De carrière is opgesplitst in vijf hoofdstukken en dankzij de non-lineaire aanpak met verschillende vertakkingen is het geen vereiste om elk evenement te voltooien voor je verder kan. Hierdoor is het mogelijk om alleen aan de start te komen van de racetypes die je zelf het leukste vindt. Wij lieten zo vooral de sprintraces met die onhandelbare karretjes al snel links liggen en ook Gymkhana zullen we eigenlijk nooit tot onze favoriete bezigheid rekenen. Zo nu en dan speel je ook Throwdowns vrij: dit zijn felle één-tegen-één-duels tegen een uitdagende tegenstrever.
De belofte van een plotgedreven verhaal, waar Codemasters zelfs voice-acting grootheden als Troy Baker en Nolan North voor heeft ingehuurd om respectievelijk de dialoog van je mentor Alex “AJ” Janicek en rivaal Bruno Durand in te spreken, valt in de praktijk behoorlijk tegen. Naast die twee grootheden zijn ook James Pumphrey en Nolan Sykes van Donut Media van de partij om via een podcast je carrière van commentaar te voorzien, maar hun flauwe opmerkingen tussen races door zijn ook niet echt een daverend succes.
DIRT 5 bevat bovendien een split-screenoptie voor maximaal vier spelers en dat is tegenwoordig zo zeldzaam dat we dat sowieso al flink bejubelen, maar dat deze optie ook geïntegreerd is in je loopbaan en je tot drie man naast je in de zetel de plek kan laten innemen van evenveel AI-coureurs, is echt een geweldige toevoeging.
Naast de carrièremodus waarmee je toch wel een hele tijd zoet bent en de gewoonlijke spelmodi, hier onder de noemer ‘Arcade’, om zelf een snelle race of tijdrit volledig naar eigen wens (locatie, raceklasse, weersomstandigheden, noem maar op) in elkaar te boksen, staat er met Playgrounds nog een extra spelmodus in het menu. Deze draait volledig rond het ‘speel, deel en creëer’-principe en geeft je een lege arena (het Cape Town Stadium in Zuid-Afrika of de Mesa Valley in Arizona) waar je met een enorme reeks voorwerpen en obstakels je eigen parcours mag aanleggen.
Engelse dubbeldekkerbussen, bowlingkegels om omver te rijden, brandende hoepels, een paar flinke springschansen, opeengestapelde auto’s: het zit er allemaal in om de zotste tracks te maken in drie verschillende categorieën. Het bekende Gymkhana, Smash Attack (objecten kapot rijden voor punten) en een checkpointrace (Gatecrasher). Ondergetekende beschikt noch over het geduld noch over de creativiteit om zelf een leuke uitdaging in elkaar te boksen, maar gelukkig konden we al enkele tof gemaakte creaties van anderen uitproberen. Als de community hier straks zijn tanden inzet, geloven we maar al te graag dat dit de herspeelbaarheid ten goede komt.
Bij het opstarten van de game krijg je meteen de keuze voorgeschoteld tussen ‘beeldkwaliteit’ en ‘framerate’ (in de PS5- en Xbox Series X-versie van de game komt daar straks nog een derde 120 Hz-optie bij). De eerste geeft prioriteit aan visuele kwaliteit en dat uit zich ook op de huidige generatie consoles in een zeer knappe game. Niet alleen de auto’s, maar ook de omgevingen zijn mooi gedetailleerd en hebben elk een unieke uitstraling. Modder spat op en blijft net als stof netjes hangen op de carrosserie. Er is een dag- en nachtcyclus, maar vooral het dynamische weer maakt de circuits veel levendiger.
Plassen vormen zich op het terrein bij hevige regenval en als de regen stopt en de zon gaat weer schijnen, zie je bijna geen hand voor de ogen door de weerschijn. Of je start een race in ideale omstandigheden om tegen de laatste ronde geteisterd te worden door hevige sneeuwval. Alleen als het voltallige deelnemersveld dicht bij elkaar zit, krijgt de framerate een kleine doch opvallende tik. De tweede optie schroeft het detailniveau een beetje terug om een constant soepele beeldverversing te garanderen. Toch hadden we met deze prestatiegerichte optie beduidend meer last van screen-tearing, waardoor we uiteindelijk kozen voor de visuele pracht en praal.
Iedereen, met uitzondering van de hardcore simulatiejunkies misschien, die van off-road racen houdt, komt hier ongetwijfeld aan zijn trekken. DIRT 5 is immers een fantastische racegame met heel veel afwisseling in racetypes en -locaties. De beloofde 'met sterren bezaaide' carrièremodus komt niet helemaal uit de verf, maar biedt wel uren racevermaak. En de optie om deze met z'n vieren in een gedeeld scherm te spelen, willen we voortaan in elke racegame zien.
- Enorm gevarieerd
- 4-player splitscreen
- Racet geweldig
- 'Verhaal' in carrière stelt niks voor
- Screen-tearing