REVIEW | Battletoads maakt geen overtuigende comeback
Eerder dit jaar maakte Streets of Rage na 26 jaar afwezigheid al een geslaagde comeback met een vierde deel dat de klassieke gameplay van een opgefrist uiterlijk voorzag. Met Battletoads wordt er nu nog een beat ‘m up-game uit de nineties van het infuus gehaald.
Net als bij Streets of Rage is het intussen 26 jaar geleden dat de laatste Battletoads-game verscheen. Toch is het vooral de allereerste, die in 1991 oorspronkelijk voor de NES is uitgebracht door Rare, waar heel wat gamers van die tijd nog steeds met nostalgische gevoelens naar terugkijken. Ook al hebben ze toen ongetwijfeld hun tanden stukgebeten op de extreem pittige moeilijkheidsgraad. De ontwikkeling van deze 2020-reboot lag in handen van het nog onbekende Dlala Studios, al hield Rare wel nauwlettend een oogje in het zeil.
Het verhaal heeft zo zijn eigen komische verklaring voor de decennialange afwezigheid van Rash, Zitz en Pimple. De drie padden hebben de afgelopen 26 jaar altijd gedacht dat ze superhelden waren, maar in werkelijkheid zaten ze al die tijd vast in een soort virtuele realiteit. Wanneer ze in dit vervolg eindelijk bevrijd worden, duurt het niet lang voor ze beseffen dat hun heroïsche leven eigenlijk een dikke leugen was. In de reële wereld weet niemand nog wie ze zijn en het drietal moet zelfs gewoon gaan werken. Toch weigeren ze mettertijd de fantasie die ze geleefd hebben te ontkennen. Ze missen de roem van hun beroemde leventje en bedenken een plan om opnieuw de helden van weleer te zijn.
Het plan om zich terug een weg te banen naar de status van superheld is een goed excuus om je naar verschillende locaties te sturen. De volledig geanimeerde tussenfilmpjes inclusief cheesy voice-acting doen het flinterdunne plot verder uit de doeken en vuren de ene flauwe grap na de andere op je af. Niet elke grap is even geslaagd, maar soms kon er wel een glimlachje vanaf. De visuele stijl van vroeger ruimt in dit deel dan ook plaats voor een strakker ogende cartoonstijl. Het opgefriste uiterlijk is een schot in de roos: de handgetekende personages en achtergronden spatten van het scherm, het kleurenpalet is erg gevarieerd en de animaties zijn vloeiend.
In de 2,5D side-scrolling beat ‘m up stages mag je de hordes vijanden die je scherm overspoelen een paar flinke opdoffers verkopen. Zitz is de snelle en ideaal voor wat rappe combo’s, Pimple is de logge krachtpatser die wat langzamer beweegt, maar wel vernietigende muilperen uitdeelt en Rash zoekt een balans tussen die twee. Dankzij de eenvoudige controls rijg je de combo’s makkelijk aan elkaar. Elk personage heeft ook een paar bijzonder overdreven vuistvervormende krachten, zoals wanneer je in een arcadekast of stoomtrein transformeert om de vijanden te verslaan. Je hebt een snelle ontwijkbeweging, je kan vijanden naar je toe trekken met je tong of ze kortstondig onschadelijk maken door er kauwgom op te spugen. Het komt allemaal goed van pas in de hectische gevechten met de verschillende vijanden die natuurlijk ook hun eigen trucjes bovenhalen om je het leven zuur te maken. Soms moet je enkel door hun verdediging beuken met een zware aanval, maar sommigen beschikken ook over speciale aanvallen die zelfs verschillende delen van het scherm onveilig maken.
Het beat ‘m up gedeelte speelt heerlijk weg, maar naar het voorbeeld van de originele game uit 1991 heeft Dlala Studios ook een hoop andere genres in de game gepropt. De Turbo Bike-stages die begin jaren negentig zonder twijfel een hoop spelers tot wanhoop dreef, zitten er hier ook in, al neemt de camera ditmaal een 3D-perspectief achter de speler aan, waardoor je de te ontwijken obstakels gelukkig beter ziet aankomen. Er zijn ook grappig bedoelde QTE-intermezzo’s en je speelt zelfs tot tweemaal toe een variant op blad, steen, schaar. In de tweede helft van de game verdwijnen de fantastische beat ‘m up stages zelfs nog meer naar de achtergrond, omdat de game switcht naar een handvol bullet hell shoot ‘m up stages en zeer generieke platformlevels waarin je *gaap* kisten op drukknoppen schuift om de puzzels op te lossen.
Een enkel level hiervan was een leuke afleiding geweest op het traditionele knokwerk, maar nu zijn ze niet interessant, uitdagend of afwisselend genoeg om een compleet hoofdstuk mee te vullen. Uiteindelijk wil je dat er terug geknokt wordt, want dat is veruit het best uitgewerkte gameplayonderdeel, maar dan blijf je – op een enkel, kort level en een baasgevecht na – toch behoorlijk op je honger zitten.
Deze game houdt ook niet halsstarrig vast aan de typische moeilijkheidsgraad waarmee we deze reeks nog altijd associëren. Er worden verschillende moeilijkheidsgraden voorzien, zodat deze 2020-Battletoads sowieso voor iedereen speelbaar is. Op Toad (normal, zeg maar) hadden we na drie à vier uur de 25 stages een eerste keer afgehandeld, om daarna meteen opnieuw te beginnen op de moeilijkste stand. Dat maakt het natuurlijk veel pittiger en eigenlijk ook leuker voor de geoefende gamer, maar een aartsmoeilijke roadblock zijn wij niet tegengekomen.
Tot slot geven we nog mee dat Battletoads met z’n drie hoofdrolspelers zich uiteraard leent voor het betere co-op werk. Dat kan alleen lokaal met z’n drieën op één scherm, iets wat vanzelfsprekend voor nog een extra scheut hectiek zorgt in de gevechten. Toch is het jammer dat de optie ontbreekt om online met iemand te spelen. Zeker in deze nare coronatijden was dat toch een mooie toevoeging geweest. Op dat vlak heeft het eerder genoemde Streets of Rage 4 sowieso een streepje voor.
Battletoads doet een goede poging om de vergeten franchise nieuw leven in te blazen. De cartooneske stijl zit het spel als gegoten en de klassieke beat ‘m up gameplay speelt fantastisch. Halverwege de korte game worden ze spijtig genoeg te vaak ingeruild voor minder interessante en langgerekte uitstapjes naar andere genres, en Dlala Studios slaagt er nooit in al deze onderdelen tot een goed geheel te smeden. De lokale co-op met drie op één scherm is tof, maar het ontbreken van een online optie is jammer. Battletoads is een korte ervaring en het spelen zeker waard, maar de ontwikkelaars hebben net genoeg onaangename dingen geïmplementeerd, zodat we deze toch niet blindelings aanbevelen om hier €19.99 aan te spenderen. Wie een Game Pass-abonnement heeft, kan Battletoads natuurlijk zorgeloos uitproberen.
- Toffe cartooneske stijl
- Vechtstages spelen fantastisch
- Geen online co-op
- Andere genres minder interessant
zijn dat nu gedachten of krijgen enorm veel games hier 69 als score?
Geplaatst op 2020-08-27 17:36:21