Robinson: The Journey
Robinson: The Journey
[gespeeld met PSVR op een originele PS4]
Al sinds de dag dat VR werd aangekondigd hopen we op een spectaculair avontuur dat ons meeneemt naar een virtuele wereld vele malen interessanter dan onze huiskamers. Ontwikkelaar Crytek doet een poging ons deze ervaring te bieden, maar in het geval van Robinson: The Journey blijven we liever in de huiskamer achter.
In Robinson: The Journey stap je in de schoenen van ruimtereiziger Robin. De jonge jongen is gestrand op de buitenaardse planeet Tyson III; een planeet vol jungles, bossen en dinosaurussen. Toch is Robin niet helemaal alleen; hij wordt bijgestaan door de zwevende robot HIGS die de speler regelmatig voorziet van nuttige tips en grappige kleinerende opmerkingen. De kleine robot is misschien niet zo grappig als Portals Wheatley maar weet alsnog af en toe voor een kleine glimlach te zorgen. Ook raak je snel bevriend met een jonge T-Rex genaamd Laika. Je bent dan misschien gestrand op een buitenaardse prehistorische planeet, maar je hebt wel een T-Rex als huisdier. Elk nadeel heb z’n voordeel.
Ondanks het interessante gezelschap besluit je toch om jouw nieuwe thuis te verkennen en op zoek te gaan naar soortgenoten. De locaties die je tijdens deze tocht doorloopt zijn af en toe adembenemend: verreweg het mooiste dat we tot nu toe hebben gezien in VR. Levendige jungles, bubbelende teerputten, gigantische kliffen en overal liggen rondgestrooide brokstukken van het gigantische ruimteschip waarmee Robin naar de planeet is gereisd: Crytek heeft een indrukwekkende planeet gecreëerd.
Een planeet die bovendien voelt alsof hij leeft. De eerste keer dat er een brontosaurus boven je uit torent terwijl hij je voorbij loopt kijk je vol verbazing naar het gigantische prehistorische monster. Mollen duiken uit hun holletjes om de wereld te bekijken, pterosauriërs vliegen rond met machtige klappen van hun vleugels en ladingen vuurvliegjes zorgen ervoor dat donkere grotten belicht worden.
De planeet mag dan levendig aanvoelen, jouw avontuur doet dat allerminst. Er wordt zo weinig gedaan met de wereld. Uiteindelijk is Robinson voor het merendeel een walking simulator. Je klimt en klautert je een weg door de wereld en mocht je toch onverhoopt tot je dood storten, dan mag je de afgelopen tien minuten nog eens afleggen. Checkpoints zijn namelijk uitzonderlijk onhandig en onvergeeflijk verdeeld.
Dit begint langzamerhand irritaties op te roepen, zeker wanneer je voor de zoveelste keer je VR-headset af moet zetten om je onrustige maag te kalmeren. We hebben nog in geen enkele game last gehad van VR-wagenziekte, maar de combinatie van het vrij rondlopen met de controller en het stilzitten in een stoel doet onze maag regelmatig omdraaien.
Ook de puzzels weten ons zelden te enthousiasmeren en opvallend genoeg wordt jouw prehistorische huisdier nauwelijks in de puzzels betrokken. Ze bieden bovendien weinig uitdaging en variatie. Af en toe moet je in een minigame de stroom over een elektriciteitsraster opnieuw verdelen – een activiteit die je na twee keer ook wel gezien hebt. Maar het merendeel van de ‘puzzels’ komt neer op het verplaatsen van voorwerp A naar plek B. Verre van spannend.
Het is eeuwig zonde dat Crytek zo’n fantastische wereld heeft neergezet, om er vervolgens zo weinig mee te doen. In een kleine vier à vijf uur ben je door de game heen en stiekem vonden we dat wel prima: we wilden weer terug naar onze huiskamers.
- Prachtige levendige wereld...
- ...waar helaas weinig te beleven valt
- Onvergeeflijke checkpoints
- Misselijkheid ligt op de loer