Enter the Gungeon
Enter the Gungeon
[gespeeld op pc]
Geschreven door Simon Barrez
De indie scene heeft fans van roguelikes de laatste jaren al flink verwend. The Binding of Isaac, Spelunky, Rogue Legacy, Nuclear Throne... het is slechts een selecte greep uit een aanbod dat zowel kwalitatief als kwantitatief recent veel breder geworden is. Is er tussen al dat schoon volk dan nog wel plaats voor Enter The Gungeon?
Met een aartsmoeilijke roguelike en hippe pixel art graphics alleen val je anno 2016 al lang niet meer op. Enter The Gungeon doet dat wel, door met de roguelike dungeon crawler en shoot 'em up (of kortweg shmup) twee nichegenres te combineren in een – als we al even vooruitlopen op wat komt – fantastisch geheel. Hoewel het op pc ook perfect met muis en toetsenbord te spelen is, is Enter The Gungeon toch vooral ontworpen als een twin stick shooter. Ongeacht welke setup je verkiest, zitten de controls ultrastrak en is Enter The Gungeon een waar genot om te besturen.
Volgens de legende zou er diep in de Gungeon een almachtig wapen verscholen liggen dat het verleden kan uitwissen. Geen wonder dus dat het talloze gungeoneers aantrekt, die ieder van hen wel wat op hun kerfstok hebben waar ze liever niet aan herinnerd worden. Enter The Gungeon plaatst jou in de schoenen van één van vier mogelijke helden, die elk met een uniek wapen, voorwerp en skill van start gaan. Voor de rest is er amper verschil tussen de personages onderling. Dat hoeft ook niet, want eenmaal je in de Gungeon afdaalt, heb je het veel te druk met op te letten dat je niet geraakt wordt.
De Gungeon bestaat uit vijf steeds moeilijker wordende floors, die telkens opnieuw willekeurig samengesteld worden. Met niet veel meer dan een veredelde proppenschieter en een drietal schamele hartjes moet je je maar zien te verdedigen tegen de hordes vijanden die de Gungeon rijk is. Enter The Gungeon werkt volgens hetzelfde principe als The Binding of Isaac, waarbij de spelomgeving opgedeeld is in aparte kamers waar je telkens weer pas uit kunt als je alle tegenstanders hebt omgelegd. Sommige kamers laten je gelukkig even op adem komen en bevatten een winkel (slechts één per floor) of schatkisten. Voor die laatste te openen heb je dan weer sleutels nodig, een zeldzaam iets in de Gungeon – net als lege kogelhulzen die de lokale munteenheid voorstellen, extra hartjes of ammo refills. Een echte regel om deze gegeerde goedjes te bekomen is er niet, al merkten we wel op dat de drops frequenter waren naarmate we beter speelden.
In schatkisten en winkels vind je vooral nieuwe voorwerpen en, waar het in Enter The Gungeon tenslotte toch allemaal om draait, nieuwe wapens. Er zijn er bijna tweehonderd in totaal en gaan van standaard pistolen, shotguns, lasers en machinegeweren tot compleet geflipte 'schietijzers', met onder meer een ton die vissen afvuurt, een RPG met t-shirts als munitie en ontploffende bananen. Het is telkens weer spannend afwachten wat je in je schietgrage handen krijgt en hoe het speelt, want zowat ieder wapen voelt echt verschillend aan. Net als de spelwereld zelf worden ook alle wapentuig en items volstrekt random verspreid in de Gungeon. Dat heeft tot gevolg dat je op sommige runs wel eens niets anders dan haast onbruikbare rommel zal vinden – want ook dat zit er natuurlijk in – al staan daar dan evenzeer sessies tegenover waarin je net niet struikelt over alle goeie loot die je vindt. Geluk is en blijft toch een wezenlijk onderdeel van een goeie roguelike.
Ook onder de inwoners van de Gungeon is er aan variatie geen gebrek. De meeste tegenstanders hebben bovendien wel iets te maken met het centrale thema en bestaan soms uit niet meer dan koddig uitziende kogels met korte armen en beentjes. Bovendien worden alle verslagen vijanden, net als ieder individueel wapen en voorwerp, uitvoerig gedocumenteerd in de Ammonomicon, en dat vaak op hilarische wijze. Zoals aandachtige lezers wel al zullen opgemerkt hebben, zit Enter The Gungeon niet verlegen om een woordspeling meer of minder. Ook de zelfrelativerende humor en vaak obscure verwijzingen naar bijvoorbeeld andere indietitels dragen alleen maar bij tot de grappige en charmante game die Enter The Gungeon is.
Iedere floor eindigt in een kanjer van een bossfight en die confrontaties behoren zonder meer tot de hoogtepunten van dit spel. We hebben al een aantal keer aangeraakt dat Enter The Gungeon bijzonder uitdagend is en dat maakt het zeker in de bossfights waar. Iedere vijand heeft al zijn eigen aanvalspatroon en om lang te overleven in de Gungeon, is het cruciaal om je daar op in te stellen. Tijdens je ontmoetingen met de bosses, die luisteren naar geniale en tegelijk onheilspellende namen als Gatling Gull, Cannonbalrog en Ammoconda, waan je je pas echt in ware bullet hell. Je bent dan ook continu bezig met het (proberen) ontwijken van de schier oneindige stroom aan kogels die op je afgevuurd wordt, al dan niet dekking zoekend achter een omver gegooide tafel.
Zelfs uit uitzichtloze situaties ontsnappen is niet geheel onmogelijk. Je beste vriend in Enter The Gungeon (naast je wapens, uiteraard) is immers de dodge roll, een korte koprol waarbij je voor een fractie van seconde immuun bent voor alle gevaar en zelfs door vijandige projectielen heen kan rollen. Mocht zelfs dàt geen soelaas bieden, dan heb je nog altijd enkele blanks ter beschikking, oftewel de klassieke bom uit shmups waarmee je in één keer alle kogels van het scherm wegveegt – maar je raadt het al, ook die zijn erg schaars. Enter The Gungeon is dus bijzonder brutaal bij momenten, en daar zal lang niet iedereen voor te vinden zijn.
Enter The Gungeon speelt vrij ongecompliceerd aan een hoog tempo, maar wie even de tijd neemt om verder te kijken dan zijn neus lang is – liefst nadat een kamer van alle gespuis ontdaan is – zal heel wat meer vinden dan legers vijanden en goedkope woordspelingen. Naast geheime kamers en zelfs hele verborgen optionele floors (die dan ook grotere beloningen geven) houden er zich meerdere NPC's schuil in de Gungeon. Sommigen geven je missies waarbij je een bepaald aantal tegenstanders moet neerknallen, anderen openen extra shops en er is zelfs iemand die, tegen fikse voorwaarden weliswaar, shortcuts opent naar de diepere krochten van de kerker. Je mag dan wel niets van wapens of stats of wat dan ook overdragen naar een volgende poging, zaken als geredde personages of vrijgespeelde content blijven wel behouden.
Ook Enter The Gungeon heeft zich een retro pixel art-stijl aangemeten, maar weet het verschil te maken door enorm veel aandacht aan de details en animatie te schenken. Ordentelijke rooms zijn na je doortocht herschapen in een vrolijke chaos van stukgeschoten tafels, neergestorte lusters, vernielde tonnen en wat nog allemaal. De glazen, boeken en borden vliegen tijdens de vuurgevechten wild in het rond en alles en iedereen in de Gungeon is schitterend geanimeerd. Ondanks de vaak extreme moeilijkheidsgraad, blijft Enter The Gungeon een zekere onschuldige charme uitstralen.
Het enige minpuntje dat ondanks enkele patches nog steeds niet is weggewerkt, is het beeld dat heel occasioneel eens even blijft haperen. Het komt gelukkig niet zo vaak voor, maar in een game die het maximum eist van je reflexen en nauwkeurigheid, is dat soms dodelijk. Het geluid is van even hoge kwaliteit, met een soundtrack die het hoge en nerveuze tempo perfect weet te begeleiden en een ongekend breed scala aan geluidseffecten voor alle verschillende soorten explosies, wapens en doodskreetjes.
Wie wil, kan ook met z'n tweetjes de Gungeon induiken, al kan dat enkel lokaal en jammer genoeg niet online. De tweede speler moet het bovendien stellen met een kleurloos personage zonder definiërende kenmerken, of het moet de mogelijkheid zijn om de eerste speler indien nodig weer tot leven te wekken. Voor het overige speelt Enter The Gungeon exact hetzelfde met twee gungeoneers als op je eentje.
- Enorm uitdagend...
- Massa wapens, items en vijanden
- Geweldige bossfights
- … voor sommigen allicht té
- Soms kleine probleempjes met framerate