Bombshell
Aah, 3D Realms. De naam van deze ontwikkelaar/uitgever en al zeker hun games doet menig gamer nostalgisch sidderen van de goede herinneringen. Platformplezier met Commander Keen, de kleine FPS-revolutie dankzij Duke Nukem 3D en nu dus een top-down shooter met (lichte) RPG-aspecten in de vorm van Bombshell.
Wat ooit een nieuwe Duke Nukem-game had moeten worden is vandaag omgedoopt in Bombshell, na heel wat heen-en-weer getrek tussen 3D Realms en Gearbox software. Het hoofdpersonage, Bombshell, blijkt een vroegere side-kick van de Duke te zijn die al sinds eind jaren ’90 in Duke Nukem Forever een prominent plaatsje zou krijgen. De protagoniste van dit avontuur (Shelly voor de vrienden) is een vroegere soldaat die een armpje kleiner werd gemaakt in een niet zo ver verleden door Professor Jadus Heskel, de grote slechterik van het verhaal. Als compensatie voor haar heldendaden kreeg zij een robotarm waarmee zij terug gewoon kon functioneren, maar niet meer geschikt was voor werk bij het leger. We zien in het begin van het spel hoe Shelly, sleutelend aan een auto, via de radio hoort hoe het Witte Huis aangevallen wordt door buitenaards crapuul. Hierop schiet (vrij letterlijk) Shelly "Bombshell" Harrison in actie. Evenals haar arm, dat over een groot arsenaal aan ingebouwde wapens en een ver geëvolueerde AI blijkt te beschikken. Als dan blijkt dat de (vrouwelijke) president gekidnapt is door niemand minder dan haar aartsvijand is het hek van de dam en begint een intergalactische achtervolging.
Geen hoogstaand verhaal? Een weloverwogen keuze van de makers van de game, met een duidelijke focus op de game-mechanics. Het verhaal wordt er dan ook niet beter op naarmate het spel vordert en hetzelfde geldt voor side-quests. Meer diversiteit dan de klassieke “ga die squad redden” en “ga op zoek naar dat object” ga je hier niet tegenkomen. Gelukkig blijkt de game hier zelf bewust van te zijn en vecht het tegen de monotonie van het verhaal door zelfrelativering en het doorbreken van de vierde muur. Het doet op dit punt dan ook perfect wat je van een spirituele opvolger van Duke Nukem kan verwachten. De levensduur van Bombshell is ook erg correct – zo’n 10 tot 15-tal uren om het spel uit te spelen, met de mogelijkheid om een New Game+ te beginnen (lees: je behoudt de upgrades van je vorige game en de vijanden zijn een pak sterker).
Qua game-mechanics zit Bombshell snor. Het spel is snel en nerveus. Een divers arsenaal aan wapens zorgt voor de nodige afwisseling in confrontaties met de aliens en voelen uniek in hun gebruik (maar jammer genoeg niet in hun grafische representatie, wat voor de nodige verwarring kan zorgen). Het is duidelijk wanneer een buitenaards wezen wordt geraakt, ze reageren zoals verwacht op de kogels die zich door hun lichaampjes boren en er is een aangenaam gevoel van kracht. Naast de klassieke wapens zijn er ook enkele “special powers” zoals een schild dat vijanden elektrocuteert en een snelle aanval met de vuist die monsters doet wegvliegen en een tijdje knock-out slaat. Een leuke combinatie waarbij de twee een mooie symbiose vormen en elkaar aanvullen.
Elk wapen en elke power kan geüpgrade worden in een Bombshell-versie van Fallout’s Pip-Boy, dankzij experience points voor de powers (en andere stats zoals Shelly’s maximum aantal levenspunten) en geld voor de wapens (specifiek “cy”, een paarse substantie die direct naar dollar wordt geconverteerd). Elk wapen heeft een systeem van 2 vertakkingen, waarbij een tweede schietmodus wordt ontgrendeld en op deze manier verder gepersonaliseerd kan worden. Shelly beschikt ook over een schild à la Halo dat steeds geactiveerd is en terug oplaadt wanneer ze even niet op schade wordt getrakteerd. Als dit schild leeg is worden haar levenspunten weggeknaagd. Deze levenspunten kunnen terug aangevuld worden dankzij medpacks die de speler her en der verspreid terugvindt. Er vallen er ook power-ups te vinden, zoals een snelheidsboost. Naast deze mechanics is er ook een minder prominent platforming-gedeelte aanwezig, maar dit is een pak minder goed geïmplementeerd en meer een “gimmick” dan een eigenlijke bijdrage aan het geheel. Zo moet de speler over diepe krochten springen waarbij de camera er soms voor zorgt dat het onduidelijk is waar je gaat landen, dit omdat deze te sterk is ingezoomd op Shelly. Dit zorgt voor stomme “game overs” waarbij de speler de indruk heeft een oneerlijke dood te zijn gestorven. Gelukkig heeft de dood zo goed als geen invloed op het verloop van het spel.
Grafisch is Bombshell een twijfelgeval. Puur op grafische kwaliteiten valt er weinig kwalijk te nemen – alle vernuftige effectjes van zowat elke triple-A worden hier zeer correct gebruikt. Daarnaast geven bepaalde decors een adembenemende kijk naar verre bouwsels. Waar het spel tekort schiet is de grafische stijl. Deze doet sterk denken aan de games die uitkwamen in de begintijd van de Unreal Engine 3 – groteske personages en schreeuwende, flashy kleuren. Daarnaast spendeer je urenlang je tijd in decors die sterk op elkaar lijken en weinig afwisseling bieden – 4 uur in een lava-level, 4 uur in een ijs-level… Het geheel wordt snel vervelend om naar te kijken. Bombshell had voordeel kunnen trekken uit iets meer persoonlijkheid op grafisch vlak. De algemene sound-design is oké. Het “bad-ass” gehalte wordt jammer genoeg niet geaccentueerd door een sterke soundtrack. Geen enkel lied blijft hangen of versterkt pakweg een bossfight. De sound-effects zijn goed en de voice-acting gaat van goed tot ondermaats. Een stuk van de game die zo weinig opvalt door zijn middelmatigheid.
“Repetitief” is een generaliseerbaar sleutelwoord in het geval van Bombshell. Naast de steeds terugkerende omgevingen liggen ook de vijanden in hetzelfde ziekbedje. Er is een schrijnend tekort aan variatie, geen enkel gevecht blijft de speler specifiek bij en dat is jammer. Daarnaast zijn er een aantal bizarre keuzes gemaakt door de makers die het plezier temperen. Zo kan de speler dankzij een zogezegde “execute move” aliens met lage levenspunten een kopje kleiner maken. Een goed idee, zou je denken, omdat het het gevoel van kracht des te groter maakt. Deze executies zijn spijtig genoeg zodanig traag en weinig “over-the-top” dat ze de hele flow van de gevechten doorbreken. De camera zit zo dicht op Shelly dat bepaalde vijanden je van ver aanvallen (hoewel zij buiten het scherm zijn) en platforming moeilijk maakt. Soms zoomt deze camera uit en is het spel veel aangenamer. De enkele bossfights zijn frustrerend, duren lang, zijn ongeïnspireerd en hierdoor een anticlimax. Naast deze “bewuste keuzes” is er nog een lange waslijst aan problemen…
Deze waslijst is de (eindeloze) reeks aan bugs. Gelukkig zijn er weinig “game-breaking” bugs, maar het grote aantal wekt heel wat frustratie op. Tijdens de test van dit spel zijn er niet minder dan een 30-tal bugs naar boven gekomen. Om er enkele op te sommen: een AI met zelfmoordneigingen, “scripts” die zich niet activeren (zoals een lift die niet komt opdagen), een flikkerende HUD, kleine grafische probleempjes, enzovoort. Onaangename problemen die de speler in een mom van tijd uit het spel halen en dus tegen de immersie in gaan.
- Bad-ass...
- Grafisch goed...
- Levensduur
- ...maar niet voor lang
- ...maar esthetisch zeer gemiddeld
- Bugs!