Mad Max
Mad Max
[gespeeld op Xbox One]
Dankzij Mad Max: Fury Road, de spectaculaire blockbusterfilm die eerder dit jaar zowel een enorm kritisch als commercieel succes bleek te zijn, is Mad Max pakweg dertig jaar na de originele filmtrilogie weer helemaal relevant. Die geslaagde comeback van een cultheld uit de jaren '80 is allicht goed nieuws voor de Zweedse tak van Just Cause-maker Avalanche Studios, dat onlangs zijn langverwachte Mad Max-game op het publiek losliet. Met een streep oliesmeer op onze wangen, een zelf aangemeten Mad Max-naam – Nightrider Killer – én de voet vol op het virtuele gaspedaal van de Magnum Opus, raasden we de voorbije weken door de gamevertaling van The Wasteland., alleen maar om te ontdekken of het eerste Mad Max-spel sinds die ene NES-game uit 1990 de befaamde licentie alle eer aandoet.
In de openingsbeelden zien we hoe Max Rockatansky belaagd wordt door Scabrous Scrotus (zoon van Immortan Joe, de voornaamste antagonist uit Mad Max: Fury Road) en zijn War Boys. In de schermutseling die volgt moet Max het onderspit delven: hij wordt in elkaar geschopt, beroofd van zijn iconische V8 Interceptor en voor dood achtergelaten in de zengende hitte. Maar taaie Max overleeft het bloederig akkefietje wonderwel en ontmoet niet veel later ene Chumbucket. De uiterlijk misvormde Chumbucket heeft als zogenaamde blackfinger een aangeboren talent voor automechanica en houdt er een wel zeer aparte, op auto's gebaseerde religie op na. Volgens de gebochelde mechanieker worden met de komst van Max zijn gebeden aan The Angel of Combustion eindelijk verhoord. Voor Chumbucket is Max immers een 'heilige' die gezonden is om hem te helpen bij het bouwen van de ultieme bolide in The Wasteland: de Magnum Opus. Max besluit om hem te helpen en als sidekick in te lijven, niet zozeer uit vriendschap, maar vooral omdat hij er zelf baat bij heeft. Max heeft nu eenmaal een razendsnelle en zwaar bepantserde auto nodig in zijn wraakmissie tegen Scabrous Scrotus en om zijn weg te vervolgen naar de mythische 'Plains of Silence'.
Het wraakverhaal, dat meteen na de proloog wat naar het achterplan wordt geschoven omdat de zoektocht naar nieuwe onderdelen voor de Magnum Opus lange tijd centraal staat, wordt door Avalanche Studios verpakt in een ambitieuze open wereldgame. Het desolate woestijnlandschap is een stukje verdorde wereld dat vanzelfsprekend leeg en verlaten aanvoelt, maar dat tegelijkertijd zo knap vormgegeven en verrassend gevarieerd is, dat het toch een razend interessant decor vormt. Het resultaat is een wereld die niet alleen geloofwaardig wordt neergezet, maar waar er ook heel wat boeiende gebieden, met elk een unieke visuele stijl, te vinden zijn. Wanneer we vanop een hoog punt kilometers ver over het speelterrein turen, met onze Magnum Opus een fraaie zonsondergang tegemoet rijden, terechtkomen in een woeste zandstorm of een wolkenhemel die uitnodigt tot het betere staarwerk aanschouwen, merken we dat Mad Max visueel een erg fraaie game is geworden. Toch had onze Xbox One-versie zo nu en dan moeite om de vooropgestelde dertig frames per seconde aan te houden, want zelfs op rustige momenten kreeg de beeldverversing van tijd tot tijd een flinke deuk.
Structureel leunt Mad Max, net als eerdere titels die door Warner Bros. zijn uitgegeven, nauw aan bij de welbekende Ubisoft-template voor open wereldgames. Het idee om de kaart in beeld te brengen vanuit een hoog observatiepunt (in dit geval verankerde luchtballonnen) bijvoorbeeld, maar ook het ondermijnen van Scrotus' macht over de verschillende regionen waarin het spelterrein is verdeeld door allerlei nederzettingen omver te werpen, konvooien te overvallen of Scarecrows (totempalen die eraan herinneren wie de macht heeft) neer te halen, klinkt vertrouwd in de oren voor wie bekend is met Ubisofts meest recente hits. Er valt in de talrijke kleinere locaties bovendien zodanig veel te verzamelen (van Scrap, het betaalmiddel in Mad Max waarmee je allerhande upgrades kunt bekostigen, tot historische relikwieën) en te racen dat de obsessief-compulsieve gamer er nerveus van kan worden. Hoewel de woestenij dus logischerwijs wat kaal oogt, valt er per virtuele vierkante meter in ieder geval meer dan genoeg te beleven.
De jacht op Scabrous Scrotus uit zich gameplaygewijs in een combinatie van weinig originele, doch vermakelijke missies, noodzakelijke exploratieve uitstapjes om scrap te vergaren, smerige lijf-aan-lijfgevechten en brute auto-achtervolgingen door het kurkdroge landschap. Dat laatste is veruit het boeiendste aspect van de hele game en op zulke momenten lijkt het spel nog het meest op de films waarop het is gebaseerd. Wanneer je een konvooi aanvalt of tijdens je reis naar het volgende objectief zelf aangevallen wordt door een groep opgefokte War Boys, neemt de game de identiteit aan van een zeer amusante car combat game. Het is perfect mogelijk om een vijandelijke roestbak uit te schakelen met het betere boost- en ramwerk, maar nog leuker is het om met je harpoen zo'n voertuig stapsgewijs te ontmantelen of de chauffeurs vanachter hun stuur te trekken. Beetje bij beetje vind je steeds betere onderdelen die de prestaties van de Magnum Opus aanzienlijk verbeteren en het is erg prettig om de bijna twintig verschillende categorieën samen te stellen totdat de bolide perfect bij je speelstijl past.
Hoewel dit veruit het leukste aspect van de game is, dwingt het spelverloop – bij het uitvoeren van verhaalmissies en veroveren van kampen – je toch regelmatig om te voet verder te gaan om via man-tegen-mangevechten orde op zaken te stellen. Mad Max leent hiervoor het vlotte vechtsysteem dat sinds de Batman Arkham-spellen zowat in elke Warner Bros-game gebruikt wordt. Ook hier volgt elk gevecht een systeem van ritmisch aanvallen, waarbij je geregeld een aanval moet counteren of ontwijken om de comboteller gaande te houden. Het speelt doorgaans vlot weg, de impact van de klappen voelt goed en de finishers zijn bruut, maar onze combometer werd net iets té vaak afgebroken door inconsistent camerawerk zodat we het vechtsysteem niet op gelijke hoogte stellen met dat van zijn voornaamste inspirator. Net als z'n bolide zal ook Max gaandeweg meer mogelijkheden aanleren (hij beschikt over twee zeer uitgebreide skill trees) en voortdurend een tikkeltje krachtiger worden, maar de vechtpartijen evolueren niet met hem mee waardoor ze naarmate het spel vordert, steeds makkelijker worden en zelfs wat van hun aantrekkingskracht verliezen.
Voor deze recensie pompten wij zo'n vijfentwintig uur in Mad Max en er is nog genoeg inhoud over om dat getal te verdubbelen, maar door het repetitieve stramien van alle activiteiten heeft eentonigheid inmiddels al even de bovenhand genomen en blijven we achter met een 'been there, done that'-gevoel. Het schoonvegen van kampen behoort aanvankelijk tot de leukste onderdelen van Mad Max, maar dat positieve gevoel verwatert tamelijk snel door hun weinig afwisselende design, zelfs de baasgevechten worden frequent gerecycleerd. Wie zich graag enkel op het verhaal focust, loopt sowieso tegen een vervelende grind aan doordat de makers je af en toe abrupt in de richting van die zijopdrachten duwen alvorens je verder kan. Maar ook ondergetekende – het type gamer dat doorgaans ieder hoekje en gaatje van de map verkent – had het na een bepaalde tijd allemaal wel gezien en liet die tijdrovende en in herhaling vallende bezigheden liefst links liggen. We eindigen nu tamelijk negatief, maar toch kunnen we moeilijk ontkennen dat we ons twintig uur lang oprecht rot geamuseerd hebben en dat Mad Max voldoende kwaliteiten heeft om je een toffe tijd te bezorgen. Alleen hakt de eentonigheid er vroeg of laat genadeloos hard in.
- Overtuigende setting
- Schitterende graphics
- Uitgebreid progressiesysteem
- Car combat
- Framerate krijgt soms klappen
- Camerstandpunt bij vechtpartijen
- Valt snel in herhaling