Code Name: S.T.E.A.M.
Code Name: S.T.E.A.M.
[geschreven door Simon]
Nintendo's interne ontwikkelstudio Intelligent Systems heeft zijn naam en faam vooral te danken aan Fire Emblem en Advance Wars, toonaangevende reeksen in het turn-based strategy genre. Onze interesse was dan ook meer dan geprikkeld voor Code Name: S.T.E.A.M, hun nieuwe strategische IP die meer weg heeft van Valkyria Chronicles en XCOM dan van bovenvermelde titels.
Code Name: S.T.E.A.M. gaat van start in een steampunk-versie van het 19e-eeuwse Londen wanneer een stel aliens besluit om de aarde aan te vallen. De buitenaardse wezens lopen al snel de wereld onder de voeten, maar gelukkig is daar het Strike Team Eliminating the Alien Menace, kortweg S.T.E.A.M., om de mensheid een laatste beetje hoop te geven. Deze elite-eenheid onder leiding van niemand minder dan Abraham Lincoln himself bestaat uit een bont allegaartje aan soldaten die recht uit de Amerikaanse literatuur geplukt zijn, met personages uit onder meer The Wizard of Oz, Peter Pan en Moby Dick. Dat levert een boeiende cast in een interessante setting op, maar Intelligent Systems doet er toch te weinig mee en daarmee blijft het verhaal tot enkele uren voor het einde vrij standaard en voorspelbaar.
Die steampunk setting wordt ook doorgetrokken in de volledige presentatie – zo zijn bijvoorbeeld de menu's schitterend gedetailleerd aan het thema aangepast. Het geheel wordt gepresenteerd in een knappe comic book-stijl, met tussenfilmpjes die zich zelfs op heuse strippagina's afspelen, compleet met dikke zwarte randen rondom de personages. Het zal niemand verbazen dat het 3D-effect hier goed op inspeelt en zo veel meer diepte geeft aan de beelden. De stemacteurs mochten bij momenten iets meer overtuiging in hun dialogen gestoken hebben, al geeft vooral Will Wheaton voortreffelijk gestalte aan Abraham Lincoln. De soundtrack is redelijk uitgebreid en doet weinig verkeerd, maar is over het algemeen zelden memorabel. De lichtjes bombastische intro weet echter van bij het opstarten perfect de juiste sfeer over te brengen.
De steampunk-context is er niet enkel voor de show, want eenmaal op het strijdtoneel is stoom het centrale gegeven waar alles om draait. Tijdens de strategische confrontaties met de buitenaardse bedreiging stuur je maximaal vier S.T.E.A.M.-krijgers het veld in. Elk van je units heeft een steam boiler op zijn/haar rug bevestigd en elke actie die je doet, of het nu bewegen dan wel schieten is, verbruikt een deel van je beperkte hoeveelheid stoom die je per beurt ter beschikking hebt. Niet alle wapens verbruiken bovendien even veel stoom. Aangezien Code Name: S.T.E.A.M. een turn based game is, is het ook van kapitaal belang om soms voldoende stoom in je tank te laten om in 'overwatch' te gaan – dit betekent dat je automatisch op een vijand schiet wanneer die zich tijdens zijn beurt in jouw gezichtsveld begeeft. Code Name: S.T.E.A.M. draait dus voortdurend om het tactisch afwegen van hoeveel stoom je voor welke acties inzet en wat je nog in je boiler laat zitten om jezelf te beschermen.
Aanvankelijk kom je niet meteen voor dilemma's te staan bij de selectie van je kwartet, maar eenmaal je een aantal hoofdstukken achter de rug hebt, komen er steeds meer S.T.E.A.M.-leden bij tot je aan het maximum van twaalf zit. Iedereen heeft een uniek eigen wapen, zoals een sniper of granaatwerper, of iets minder serieuze dingen als een bokshandschoen die aliens kan verlammen of automatisch ontploffende pinguïnbommen. Daarnaast kan je ieder personage nog van een secundair wapen voorzien. De selectie keuzewapens is bij aanvang erg beperkt, maar door op de maps muntjes te verzamelen, vijanden neer te knallen en missies te voltooien, speel je een steeds groter arsenaal vrij. Secundaire wapens zijn niet gebonden aan een welbepaalde unit, dus je kan je soldaten uitrusten zoals je zelf wil. Er liggen naast muntjes ook drie tandwielen per map verspreid, die op hun beurt betere boilers unlocken. Tot slot heeft iedereen bij S.T.E.A.M. nog een eigen skill en hebben ze elk een sterke speciale move die ze eenmaal per missie kunnen gebruiken.
Code Name: S.T.E.A.M. geeft je dus heel wat vrijheid in hoe je je team de wei instuurt en voorziet je van een schier eindeloze mogelijkheid aan combinaties en daaruit voortvloeiende strategieën. In tegenstelling tot andere games in het genre, biedt Code Name: S.T.E.A.M. geen overzicht van het slagveld en ben je dus volledig aangewezen op wat je vanuit het standpunt van je viertal ziet. Dat geeft een extra strategisch laagje aan de al vrij diepgaande game die S.T.E.A.M. is, maar levert toch soms ook irritante situaties op. De korte briefing vooraf geeft niet altijd voldoende info om juist in te schatten met welk personeel en materiaal je je opdracht het beste aanvat. Zo kun je een team met – voor die missie – vrij onbruikbare units en een compleet verkeerde wapenkeuze selecteren. Met sniperdiva The Fox (onze favoriete unit) kun je bijvoorbeeld bitter weinig aanvangen in benauwde maps met kleine gangetjes, maar dat weet je pas als het eigenlijk al te laat is, waardoor er soms niets anders opzit dan de hele map te herstarten. Spijtig en onnodig frustrerend, want S.T.E.A.M. heeft best wel heel wat levels die knap gedesigned zijn en je telkens verplichten om op een andere manier de winnende strategie uit te stippelen. Met de juiste keuzes vooraf blinkt S.T.E.A.M. in bepaalde maps echt serieus uit, maar helaas gaat dat dus soms de mist in.
Hoewel Code Name: S.T.E.AM. turn based is, heb je tijdens jouw beurt wel de volledige controle over jouw manschappen en voelt het aan als een third person shooter, naar analogie met Valkyria Chronicles. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Positionering wordt nog belangrijker en je bovenaardse tegenstanders hebben vaak wel ergens een kleine zwakke plek waar je hen extra hard kan treffen. Jammer genoeg hebben sommige aliens een voor het overige volstrekt nutteloze animatie waarbij hun zwakke punt voortdurend uit je vizier springt en het eerder van goed geluk dan van kunde afhangt of je hen nu vol raakt of niet.
Code Name: S.T.E.A.M. is, net als Fire Emblem en Advance Wars, geen gemakkelijk spel. Vrijwel iedere map (er zijn zestien chapters met telkens één tot drie maps) is uitdagend en dwingt je om verstandig om te gaan met elk beetje stoom dat je in de tank hebt zitten. Meestal volstaat het om met één van de vier units het einde van de map te bereiken, al zijn er enkele uitzonderingen waarbij je bijvoorbeeld alle aliens of een boss moet verslaan. Door iedereen binnen een bepaald aantal beurten veilig naar het einde te loodsen, word je wel beloond met extra munten – altijd handig om sneller nieuwe wapens vrij te spelen.
Helaas krikt Intelligent Systems de moeilijkheidsgraad vaak op een goedkope en artificiële manier op. Ondanks dat Code Name: S.T.E.A.M. je tactisch denkvermogen danig op de proef stelt, is behoudend spelen zelden een optie, want dan stuurt het spel nieuw gespawnde vijanden op je af. Op zich hebben we daar geen probleem mee, maar S.T.E.A.M. durft daar nogal eens mee te overdrijven. Dat net gespawnde tegenstanders bovendien meteen een beurt krijgen waarin ze zoals normaal kunnen bewegen en aanvallen, voelt al helemaal oneerlijk aan. In sommige missies zit er, eenmaal er nieuwe aliens op het veld komen, vaak niets anders meer op dan gewoon naar het einde van de map te rushen en hopen dat toch één van je units daar heelhuids geraakt. Veel strategie of uitdaging zien wij daar alleszins niet meer in en een betere uitbalancering van dit onderdeel had meer dan welkom geweest.
Turn based veronderstelt natuurlijk dat eenmaal jouw beurt afgelopen is, je tegenstander zijn zetten mag doen, en die enemy turns in Code Name: S.T.E.A.M. duren lang. Verschrikkelijk lang. Soms zit je zelfs meer dan een hele minuut te wachten tot het blauwe balkje dat de vijandige voortgang aangeeft tergend traag volloopt. Je zit dan de hele tijd vanuit het gezichtsveld van één van je vier units te turen, vaak niets meer opmerkend dan wat geschuifel in de achtergrond. De camera is tijdens enemy turns daarbij nog eens nauwelijks te besturen, waardoor je vaak gewoon tientallen seconden op een muur zit te koekeloeren. Voor die enorm lange wachttijden staat er een patch klaar die je van bij de release kan downloaden en waardoor de beurten van de A.I. dubbel zo snel zouden moeten vooruitgaan. We hebben dit niet kunnen testen in onze reviewversie, maar veronderstellen dat dit toch een stap in de goeie richting is, al zullen sommige beurten nog steeds vrij lang duren en is het knullige camerawerk er natuurlijk niet mee opgelost.
De campaign zal je minstens twintig uur zoet houden en wie dan nog niet genoeg heeft, kan met de multiplayer aan de slag, met zowel lokaal als online nagenoeg dezelfde opties. De meest evidente mode hier is Deathmatch, waarin je elk met een team van vier probeert om alle mannetjes van de tegenstander om te leggen. In Medal Battle probeer je om in vijf beurten zoveel mogelijk loot te verzamelen. Beide spelopties bevatten speciaal voor de multiplayer ontworpen maps. Beurten zijn bovendien begrensd tot zestig seconden, wat verbazend weinig is als je de luxe van een afwezige tijdsdruk uit de singleplayer gewoon bent. In de A.B.E. battles ben je getuige van een gevecht in real time tussen twee gigantische robots, maar echt beklijvend vonden we dit niet – ook in de campaign zit je trouwens een aantal keer achter het stuur van zo'n mastodont. Tegenstanders vinden online verliep trouwens niet altijd even vlekkeloos – dat S.T.E.A.M. amper verkocht in de VS, is daar wellicht niet vreemd aan.
- Uitdagend ...
- Aparte grafische stijl
- … maar soms frustrerend en goedkoop
- Enemy turns