Gran Turismo 6
Op vertrouwde wegen met Gran Turismo 6
Met Gran Turismo 6 viert Polyphony Digital de vijftiende verjaardag van haar succesreeks. Dankzij het integreren van meer tracks en meer wagens dan ooit tevoren en dankzij het kiezen voor de ondertussen vertrouwde ontwikkelomgeving op de PS3 in plaats van als pionier mee op de frontlinie te gaan staan voor de PS4 is het verleidelijk om de game vooral te zien als een ‘best of’ in plaats van als een echte opvolger in de franchise. Toch zitten er ook wat nieuwtjes in GT6 die de mogelijke sleet op de formule moeten verbergen, met wisselend succes.
Voor ons, net als voor vele anderen, was Gran Turismo een van de eerste echte autosim-ervaringen. Rijden met auto’s die we kenden vanop straat, scheuren op tracks die we kenden vanuit de racesport, races die zoetjesaan evolueerden van zondagswandelingetjes naar extreem lange endurance-events: het prikkelt nog steeds onze natuurlijke honger wanneer er een nieuwe GT-game op de markt komt. In die zin is Gran Turismo 6 alvast een schot in de roos, want de core van de game is nog steeds dezelfde als weleer.
De zin voor realiteit is immers iets wat ze bij Polyphony altijd hoog in het vaandel hebben gedragen en dat is deze keer niet anders. Ze maken er een punt van om elk van de meer dan 1200 wagens zoveel mogelijk te doen aanvoelen als the real thing, wat zich vertaalt in een ander rijgedrag, een andere wegligging, een andere afstelling van de versnellingen en zoveel andere kleine en grote tweaks. Dat betekent niet dat elke auto met evenveel zorg en liefde is gebouwd, want net zoals Gran Turismo 5 heeft GT6 premium wagens en dus ook niet-premium wagens. De eersten zijn erg mooi afgewerkt met een pak meer polygonen en oog voor detail. De standaardwagens zijn alweer een heel ander verhaal. Ze doen zelfs wat denken aan onze PS2-periode, met auto’s waarvan de koplampen en de lamp die aangeeft dat je achteruit rijdt niet werken. Bij deze wagens vermijd je best ook de cockpit-camera, want het pikzwarte dashboard en interieur is om van te gaan huilen. Hetzelfde geldt voor het geluid, een aspect waar GT gewoontegetrouw wat achterophinkt. Voor iemand als Kaz Yamauchi, die toch al bewezen heeft om vrij perfectionistische neigingen te hebben, moet het wellicht slikken zijn om op kwaliteit in te boeten om toch maar met mega-aantallen te kunnen uitpakken.
Die stelling geldt trouwens niet alleen voor de wagens in de game, maar ook voor het aantal tracks. Gran Turismo 6 pakt uit met 37 tracks, met een mix van nagebouwde racetracks, levensechte stadsparcoursen en enkele fantasy-tracks. De nieuwe parcoursen als Bathurst en Brands Hatch zien er geweldig uit, maar enkele oudere tracks die werden gerecycleerd ogen vrij doods door een gebrek aan afwisseling in de gebruikte textures en de weinig realistisch ogende kartonnen supporters, rotsen en bomen. Qua regeneffecten is Gran Turismo 6 allerminst een hoogvlieger, maar de nachtraces wisten ons wel te bekoren met knappe lichteffecten en schitterende sterrenhemels. We kregen tijdens onze eerste speeldagen ook wat framerateproblemen te slikken, maar na een 1,2Gb-wegende patch die rond de releasedatum is uitgekomen hebben we merkelijk minder last van haperingen.
Zoals steeds kun je als speler zelf bepalen hoever je wil meegaan in het sim-gevoel van de races, of in het kiezen van opties die het rijden meer arcade doen aanvoelen. Sommigen zullen zich willen beperken tot gas geven en occasioneel remmen, terwijl anderen zullen spelen met de manuele versnellingsbak, de handrem en de afstelling van de remmen en de hydraulica om het maximum uit hun bolides te puren. De hamvraag is wellicht of je het meest geniet van je racegames wanneer je door een perfect manoever een andere wagen precies voor de bocht kunt uitremmen, ofdat je dat doet door aan volle snelheid op het slachtoffer in kwestie in te beuken en hem te gebruiken als vangrail. Gran Turismo doet zijn best om de eerste rijstijl te promoten, maar als je dat wil kun je de game ook spelen zoals je in Need for Speed tekeer gaat.
De carrièremodus werkt zoals we intussen gewend zijn: je begint met het kiezen van een kleine familiewagen waarmee je de Sunday Cup aanvat. Vanaf dan komen er gaandeweg meer races beschikbaar, kun je rijbewijzen halen die je opnieuw toegang geven tot langere races en speel je felbegeerde credits vrij die je dan weer kunt gebruiken om nieuwe bolides aan te schaffen. In de tijdsgeest van vandaag waar online passes tot het grijze gameverleden behoren, maar waar ‘microtransactie’ het nieuwe buzzwoord is geworden, was het wellicht naïef om te denken dat een gevestigde franchise als Gran Turismo zou bedanken voor dit potentieel goudmijntje.
Als speler kun je in-game credits aankopen via de PlayStation Store. Op zich hebben we met dit soort frivoliteiten geen problemen, aangezien het best zou kunnen dat ze – zoals PR-lui altijd declameren – gewoon een extraatje zijn voor wie het wil maar geen impact hebben op de gameplay, laat staan op je winstkansen. Niet dus. Dat de online modi op dit moment verpest worden door rijkeluitjes die snel een superbolide hebben gekocht zal wellicht na een tijdje wel rechtgetrokken worden vanaf iedereen door normale gameplay de nodige credits bij elkaar heeft gesprokkeld, maar het onrechtvaardigheidsgevoel tegenover absolute sukkels die toch met de duurste wagens rijden waar jij ettelijke uren voor hebt moeten races afhaspelen zal wel nooit verdwijnen.
Jammer genoeg ondervindt ook de single player last van het systeem, want wij vonden dat de beloningen die je na elke wedstrijd krijgt je trager dan in vorige games een mooie garage laten uitbouwen. Tegen het moment dat we ons rijbewijs voor International A events op zak hadden, moesten we vaststellen dat we nog meerdere uren achter het stuur moesten gaan kruipen om ons een bolide te kunnen veroorloven die ook op dat niveau nog competitief was. Verdedigers van het systeem zullen wel claimen dat je er uiteindelijk toch ook geraakt door hard werken en dat voor niks de zon opgaat, maar wanneer we een AAA-game als Gran Turismo kopen verwachten wij alleszins een volledig spel met een aangename flow – geen halve game waar je de keuze moet maken tussen zweten of betalen.
Naast de traditionele kampioenschappen en races legt Gran Turismo 6 ook wat extraatjes op de plank. Een eerste is het Goodwood Festival of Speed, een race-event dat sinds 1993 georganiseerd wordt in een pittoresk stukje natuur op een heuvelrug in Engeland. Historische wagens rijden de heuvel met slingerende bochten op, met de bedoeling een zo goed mogelijke tijd neer te zetten op het iconische parcours. De cockpit is wat ons betreft een must om maximaal te genieten van de ervaring, die de mogelijkheid biedt om zonder veel centen in je buidel toch van enkele zeldzame wagens te proeven. Een tweede extraatje zijn de races op de maan die Polyphony in GT6 heeft gestopt. “Racen” aan zo’n 25 kilometer per uur op een met stenen bezaaide ondergrond in een maanbuggy zonder vering is niet meteen de reden waarom we Gran Turismo spelen, dus na de drie events op de maan afgehaspeld te hebben zullen we er niet gauw terugkeren – al is het op zich wel een leuke bonus die mooi staat op een Blu-ray-doosje. De game is ook nog voorzien van een reeks uitdagingen die het allemaal wat losser aanpakken (denk handrem) en die leuke en ontspannen tussendoortjes zijn om even wat stoom af te blazen na een lange race-sessie.
- Grote hoeveelheid tracks en wagens
- Premium auto's zien er schitterend uit
- Veel variatie in events en extraatjes
- Strakke sim-ervaring die je urenlang kan boeien
- Non-premium auto's doen aan PS2 denken
- Genoeg credits verdienen om de beste wagens te kopen kost veel tijd of geld
- Sommige tracks zien er schraal en gedateerd uit
- Eerder Gran Turismo 5.1 dan Gran Turismo 6