Assassin's Creed IV: Black Flag
'Ik heb een boot' in Assassin's Creed IV: Black Flag
[Gespeeld op PS3]
Altaïr.Ezio.(Aveline).Connor. Edward Kenway. Een nieuw personage, een nieuw avontuur en de eeuwige strijd tussen Templars en Assassins. Dat lijkt het uitgangspunt te zijn van Assassin’s Creed IV: Black Flag. Een andere omgeving, een ander hoofdpersonage en hetzelfde achterliggende verhaal? “Niks van”, zegt Edward zelf en hij deed zijn eigen zin.
Een probleem bij AC III was dat heel wat mensen Connor liefst zelf een mes in de rug zouden steken, omdat zijn visie en zijn monotone taalgebruik wat ergerlijk begonnen worden. Gooi daar nog Desmond bij die te pas en te onpas opdook in de hedendaagse tijd en voor velen ook gewoonweg overbodig werd. Twee kritieken op de vorige game die hier moeiteloos overboord zijn gegooid.
Desmond komt in essentie niet meer voor en Edward, Connors grootvader, kan het geen moer schelen wat de Templars en Assassins nu net aan het doen zijn. Zolang het zijn portefeuille maar vult, doet hij net datgene wat hem goed uitkomt. Een perfecte piraat dus. Zijn contacten met andere piraten, wiens echte levensloop toch wel mooi in het spel verwerkt zit, levert heel wat stof op tot discussie en conflict, met een sausje van Assassins en Templars erover hier en daar. Beschouw dat echter als achterliggend verhaal, waarbij Edward en diens verlangens nog altijd prioriteit nummer één zijn. Je speelt dus Edward Kenway en niet een Assassins-verhaal met toevallig een nieuw hoofdpersonage dat even goed vervangen kon worden door Assassin X.
Qua verhaal kan je je dus enigszins uitleven als piraat, zonder wrang eergevoel om toch maar kant X of kant Y te dienen. ‘Is er hier geld te verdienen’ is een belangrijke drijfveer, een welkome afwisseling tegenover ‘ik moet het juiste doen’ en ‘de wereld gaat eraan’. Uiteraard komt het conflict tussen beide partijen ook wel op de voorgrond af en toe, maar verwacht geen enorme onthullingen in deze game. Je komt net dat tikkeltje meer te weten, maar een openbaring zal deze AC IV niet zijn op vlak van Assassins, Templars, de First Civilization, Pieces of Eden en Abstergo.
Wel moet gezegd worden dat het hedendaagse deel, dat dus – op uitzondering van een aantal flarden – volledig vrijblijvend is gebleven, veel leuker is aangepakt dan in vorige games. Abstergo wordt op een originele manier naar voor gebracht, terwijl je gaandeweg zelf kleine geheimpjes en zelfs easter eggs kan gaan zoeken door computers te hacken met leuke mini-games. Wie zoekt, die vindt. Wie er geen bal om geeft, wordt ook bijna niet naar de moderne wereld gedwongen. Perfecte combinatie dus.
Edward Kenway dus. Een piraat. Iemand die graag ligt te dobberen en te wiebelen op zee en wie dus angstvallig alle zeegetinte missies uit AC III vermeed, zal in AC IV echter niet anders kunnen dan te water gaan. De aanpak van dat zeegedeelte is wel grotendeels veranderd. Je moet niet liggen zoeken naar de juiste kogels, maar gewoon de juiste richting uitkijken en je schip zal sowieso het juiste schot lossen. Het lijkt daarbij behoorlijk eenvoudig te zijn, maar je zal toch moeten leren manoeuvreren, schieten, versnellen en vertragen tegelijkertijd. Het zee-element zorgt ook voor de nodige uitbreiding qua activiteiten, want op land begon AC III ook enigszins in de val van herhaling te vallen.
Duiken, jagen, eilandjes ontdekken, schatten zoeken, je schip vrijwaren voor schade in stormen, windhozen en enorme golven, het is en blijft een verademing, al heeft men op land ook geprobeerd om wat nieuwigheden toe te voegen, zoals alarmbellen. Er is echter één aspect van het zeegewoel dat deze game goed doet, iets dat al langer ontbrak bij Assassin’s Creed. Het gevoel dat je toch maar beter weg blijft van het conflict, van de strijd. Met je schip, de Jackdaw, een man-o-war of een fregat tegenkomen, waarvan je gewoonweg weet dat die je binnen de drie tellen wegblazen, is eigenlijk een positief gevoel. Het dwingt je te zoeken naar andere manieren om eventueel te vechten of om het gevecht toch maar te ontwijken. Als je dan nog weet dat schepen soms willekeurig elkaar aanvallen of dat ze ook alarm slagen en hulp krijgen van ettelijke andere schepen, dan weet je dat dat angstgevoel best verademend kan werken.
Uiteraard is dat niet in het hele spel door, want je kan je schip blijven uitbouwen. Nieuwe kanonnen, nieuwe romp, een betere ram, zelfs mortiervuur en een uitbreiding van je manschappen. Al deze aspecten zorgen ervoor dat je sneller en beter wordt in de zeegevechten en dat je zelfs 2 man-o-wars naar de zeebodem stuurt zonder zelf eigenlijk al te veel schrammen te verduren. Je zal wel behoorlijk veel schepen moeten enteren, met variërende opdrachten en moeilijkheidsniveaus, om zo over hun volledige buit te beschikken, noodzakelijk om upgrades te kunnen betalen.
Wie wat schrik heeft dat het alleen maar om zeegerichte zaken gaat, geen nood. Er is nog altijd meer dan genoeg te doen op het land, in ettelijke omgevingen, al is de hoogbouw in deze omgevingen wel enigszins beperkt, zeker in vergelijking met steden als Rome en zelfs het nieuwe Amerika. Je kan nog altijd mensen gaan vermoorden, koeriers gaan vangen, muziekstukken zoeken (om je bemanning andere liedjes te horen zingen tijdens zeetochten) en ga zo maar door. Ook qua missies zal je meer dan genoeg te doen hebben op het land. Wie echter hoopt om het zeegerichte volledig achterwege te laten, nee, die moeten we teleurstellen. Je moet en zal op zee ook tal van zaken uitvoeren, maar laat de besturing van AC III je in deze niet tegenhouden, want binnen de kortste keren doe je – bij wijze van spreken - donuts met je schip en vaar je volleerd langs alle zandbanken heen.
Grafisch is deze game meer dan goed. Het spel botst natuurlijk wel enigszins op de beperkingen van de huidige console, met walvissen die plots door een stuk van het eiland omhoog komen of wachters die voor je neus plots in beeld komen, maar over het algemeen ziet het spel er wel heel goed uit - al doet de PS4-versie er wel een stevig schepje bovenop. Qua geluid blijft men ook gewoon mooi presteren. Het monotone van Connor is verdwenen voor het extraverte van Edward, maar op de redactie werd er vooral vrolijk meegezongen met de schelmen van je crew, terwijl ze over de woeste baren vaarden. Qua multiplayer blijft het spel dan weer de lijn van de vorige games verderzetten, met tweaks en wat updates, maar verwacht hier geen ommekeer of enorme vernieuwingen (zeegevechten hadden echt een meerwaarde kunnen zijn).
Sommige ergernissen blijken echter wel moeilijk weg te werken, vermits het nog steeds gebeurt dat ons personage liever ergens tegenop blijft lopen, terwijl we eigenlijk gewoon het hoekje om wilden lopen. Verder is de kracht van blaaspijpjes en rookbommen toch veel te groot in vergelijking met wat de tegenstand je kan aandoen, wat ervoor zorgt dat eventuele pittige gevechten al snel herleid worden tot het gebruik van een rookbom of blaaspijp, gevolgd door een charge en een aantal snelle kills (zeker als je de tegenstanders en moves van AC III nog in je vingers hebt). Een beetje jammer dat men op land dat angstgevoel van de oceanen (nog) niet kan nabootsen, al zullen stealth liefhebbers wel meer genot beleven, aangezien het quasi altijd mogelijk is en soms zelfs gewoonweg verplicht.
- Goed uitgewerkte zeegedeelte
- Stealthmogelijkheden
- Herwerking moderne deel
- Rookbom, blaaspijp te krachtig
- Kleine mankementjes blijven