Total War: Rome II
Total War: Rome geldt voor vele fans nog altijd als het hoogtepunt van de franchise. Na enkele bezoekjes aan andere tijdperken hoopt The Creative Assembly het succes ervan te evenaren door de jaarteller opnieuw onder nul te draaien. Door een roze nostalgische bril lijken games altijd beter, dus het zal moeilijk zijn om iedereen tevreden te stellen. De vraag is dus welke richting we onze duim moeten steken als beoordeling van deze langverwachte titel.
Total War-games zijn altijd bijzonder iteratief geweest. Nieuwe games waren zelden een volledige revolutie, maar altijd meer een collectie aan verbeteringen op zowel grafisch als gameplaygebied. Een Rome II die het eerste spel gewoon een grafische upgrade gaf, was dus een onwaarschijnlijke optie. De veranderingen en verbeteringen zijn zelfs ten opzichte van het recente Shogun II niet op één hand te tellen. Wat al niet zijn terugkeer maakt vanuit Rome I zijn de Romeinse families en hun vetes.
Dit is gereduceerd tot een passief systeem waarin je wel één van de drie families kiest, maar de de andere twee zijn niet meer dan figuranten die je in willekeurige gebeurtenissen enigszins zullen tegenwerken. Ter vervanging is er wel de Senaat die je te vriend moet houden door Rome voldoende glorie te bezorgen. Sommige acties, zoals het promoveren van een familielid ten voordele van iemand van een andere familie, kosten je telkens de steun van enkele senatoren. Een leuke kleinigheid, maar wie het niet interessant vindt, kan het makkelijk links laten liggen.
Diplomatie buiten je eigen grenzen is wèl aanzienlijk verbeterd. Waar je vroeger vaak het gissen had naar de beweegredenen van andere landen krijg je nu enerzijds een duidelijk overzicht van wàt je precies gedaan hebt om iemand vijandig te maken en anderzijds hoe zijn algemene reputatie is, gebaseerd op hoe hij zijn andere partners in het verleden behandeld heeft. Met deze informatie worden reacties veel begrijpelijker en ben je veel beter in staat om een diplomatieke strategie op lange termijn te plannen.
Door je volgende veroveringen niet enkel te kiezen op basis van nabijheid of militaire sterkte, maar ook na te kijken of een oorlog de relatie met geallieerden niet vertroebelt, zal je veel minder snel in een situatie van één tegen allen terecht komen. Met een beetje geluk is het zelfs mogelijk om andere naties tegen een gezamenlijke vijand te manoeuvreren om hem te isoleren. Naarmate het spel vordert en je met meer andere landen in contact komt, heeft het goed onderhouden van je relaties wel de neiging om veel tijd in beslag te nemen.
Waar je dan weer wel tijd mee bespaart, is het beheren van je legers. Sowieso al omdat je niet meer zomaar naar eigen goeddunken eenheden kan rekruteren, maar eerst een generaal moet benoemen. Het aantal generaals is echter behoorlijk beperkt en breidt langzaam uit naarmate je meer succes hebt. Hierdoor zal je twee keer moeten nadenken over waar je precies oorlog wil voeren omdat te veel verschillende of te brede fronten zeer moeilijk houdbaar is.
Wie nu al bang wordt dat je al één kostbaar leger kwijt bent om je territorium te verdedigen tegen rondreizende rebellen en kleinschalige invasies zoals in vorige games, hoeft niet te wanhopen. Steden krijgen automatisch een werkbaar garnizoen op basis van welke gebouwen aanwezig zijn. Deze zijn voldoende groot om zichzelf te verdedigen tegenover vijanden die plots onvoorbereid komen opdagen. Dit systeem zorgt er, samen met de betrouwbaardere diplomatie, voor dat je een veilige grens niet moet bewaken.
Ook de verdeling van steden is volledig nieuw. Twee tot vier steden vormen nu samen één provincie. Hoewel alle steden hun eigen gebouwen hebben, werken ze wel samen aan alles wat er in de provincie gebeurt. Het grootste voordeel hiervan laat zich opmerken bij het samenstellen van je leger. Waar je in eerdere Total War games vaak je eenheden rekruteerde in een stad waar ze veel bonuservaring kregen, ze vervolgens naar een andere stad moest sturen om betere bepantsering te kopen en uiteindelijk naar een derde stad voor betere wapens, worden ze nu direct uitgerust met het beste dat een provincie te bieden heeft.
Ook andere gebouwen kunnen best met zorg geselecteerd worden omdat ze complementair zijn met specifieke andere bouwwerken. Zo zal een slachthuis een bonus geven aan alle boerderijen met vee in de provincie. Het is gelukkig altijd mogelijk om een gebouw te slopen of om te vormen naar een gelijkwaardig gebouw dat zich in dezelfde tak situeert als je een fout gemaakt hebt of de specialisatie van een provincie wilt veranderen. Vervelend is wel dat gebouwen van veroverde steden om één of andere reden niet compatibel zijn met de jouwe. Dat een heidense tempel niet veel goeds doet bij Romeinen lijkt verklaarbaar, maar als niet-kenner lijkt het vreemd dat een Keltisch en een Romeins graanveld zo van elkaar kunnen verschillen. Gelukkig is er op andere vlakken ook heel wat dat de verschillende naties differentieert, wat de herspeelbaarheid van het spel zeker vergroot.
Eens een leger onderweg is, valt er nog een nieuwe toevoeging op. Je kan het namelijk in verschillende modes zetten. Zo is er bijvoorbeeld een plundermodus die zorgt dat de manschappen meer van het land kunnen leven en zichzelf ook in vijandelijk gebied dus beter kunnen onderhouden ten koste van hun bereik, of een marcheermode die dat bereik net verhoogt ten koste van de vechtlust van je troepen. Een andere aangename verbetering is het feit dat gewone landeenheden niet meer via kwetsbare transporten over water vervoerd moeten worden, maar dat ze vlot van land naar water en omgekeerd kunnen bewegen en zelfs in een zeeslag hun mannetje desnoods wel kunnen staan.
Nog leuker wordt het je als je een gecombineerde aanval van land en zee-eenheden gebruikt om een stad aan te vallen. Dit opent interessante tactieken zoals via een verrassingsaanval rechtstreeks vanuit het water je gewone troepen voor een stad te plaatsen en zonder een beurt te verspillen aan het bouwen van artillerie direct aan te vallen. Door een aantal schepen vol troepen dan de haven van de stad binnen te laten varen kunnen ze, met een beetje geluk en goed leiderschap, zichzelf een weg vechten naar de poort om deze te openen voor de rest van je leger.
Dit samen inzetten van land- en zeetroepen was één van de belangrijke features die Rome II moesten doen verkopen en lost de verwachtingen absoluut in. Zeker omdat je een afweging moet maken tussen het snel veroveren van een stad en het risico dat je bij een foute inschatting je volledige vloot kan verliezen en je troepen op open vijandelijk terrein achterblijven. Een logisch gevolg van deze grootschalige gevechten is dat de oppervlakte waar een veldslag zich kan afspelen aanzienlijk groter is dan vroeger. Hoewel dit natuurlijk voor meer opties kan zorgen, heeft men spijtig genoeg ervoor gekozen om de minimap een kleinere rol toe de delen en de zoomfunctie hier van te verwijderen. Op momenten dat de actie zich slechts op een klein gebied, zoals het centrum van een dorp, afspeelt; is de minimap volstrekt nutteloos om in het oog te houden of je troepen niet aangevallen worden terwijl je even ergens anders bezig bent. Ter vervanging is er wel een fullscreen tactische kaart die je een duidelijk overzicht geeft van alle eenheden, maar die blijkt zelden erg nuttig te zijn.
Zichtbaarheid tijdens gevechten speelt ook een rol bij een andere vernieuwing. Waar je soldaten vroeger wel verborgen konden zitten tussen bomen en struiken en je er desgewenst voor kon kiezen om enkel vijanden te zien die in de buurt waren, is er nu een compleet line of sight systeem toegevoegd. Je zal enkel vijanden zien die je troepen ook kunnen zien. Dit maakt het tactisch verschuilen van enkele eenheden achter een heuvel of gebouw een interessante strategie om vijanden in de val te lokken.
Wil je liever iets passiever spelen, kan je nu ook groepen door de AI laten besturen als je aandacht elders nodig is. Vooral de defensieve optie is interessant als je gewoon een locatie wil verdedigen en niet terug wil komen op een stapel lijken die zijn blijven staan terwijl de vijand hen ongestoord met pijlen bestookte.
Een hele waslijst aan verbeteringen dus, maar een Total War game zou geen Total War game als er toch niet heel wat problemen en bugs ingeslopen waren. Hoe gestroomlijnd men het spel ook heeft willen maken, toch zijn er heel wat interface keuzes die dikke Italiaanse wenkbrauwen doen fronsen. We spraken al over de veel te kleine minimap. Daarnaast is om een onbegrijpelijke reden het direct aansturen van troepen verdwenen en kan je dus niet gewoon je volledig leger in formatie laten vooruitstappen zonder ze in vaste groepen te plaatsen.
Een ander probleem doet zich voor bij promoties van karakters. Het is net zoals in vorige games mogelijk dat zij een handlanger zoals een smid of een beul verdienen die hen een bonus bezorgt. Wanneer ze echter al iemand in dienst hebben krijg je als speler de keuze om die bestaande handlanger al dan niet te vervangen door de nieuwe. Dit moet je echter beslissen zonder dat het spel laat zien welke persoon je precies zou vervangen en voor welk karakter je die keuze maakt, wat de beslissing natuurlijk nogal moeilijk maakt.
Hetzelfde probleem doet zich voor als het spel je er op attent maakt dat je de beurt wil beëindigen zonder een gepromoveerd karakter een upgrade te geven. Je zal dan de boodschap krijgen dat je Gaius Augustus Tinitus een nieuwe upgrade moet geven. Tenzij je zodanig close bent met al je karakters dat je ze bij naam herkent, is het dan een kwestie van iedereen aan te duiden tot je de gelukkige in kwestie gevonden hebt. Dit zijn kleine, doch vervelende, problemen die na een tijdje wel wennen en hopelijk ook snel via een update verholpen kunnen worden.
Problematischer is echter de technische kant van het spel. Zo bleef het spel abnormaal vaak, en op allerlei verschillende momenten, plots hangen. Een probleem dat bij wel meer mensen opdook en dus al aanzet tot enige voorzichtigheid. Hoewel het spel grafisch bijzonder knap is en de beloftes uit de trailers op dat vlak wel waarmaakt, is het zeer onwaarschijnlijk dat de gemiddelde gamer een machine in huis heeft die het spel op de hoogste instellingen aan kan. Gelukkig ziet het er op lagere instellingen ook nog altijd behoorlijk goed uit, maar het blijft vervelend als beloofde beeldkwaliteit in realiteit zeer moeilijk haalbaar is.
Een ander performantieprobleem doet zich voor bij het wachten op de beurt van de AI. De nieuwe diplomatie heeft blijkbaar heel wat kracht nodig om te kunnen werken, wat pauzes tot enkele minuten kan veroorzaken. Niet erg veel op een spel dat je makkelijk honderd uur kan bezig houden, maar toch vervelend als je niets bij de hand hebt om je af te leiden. Dit zou een goed moment zijn om de muziek meer naar de voorgrond te laten komen, maar spijtig genoeg blijft het altijd bij de rustige sfeermuziek op de achtergrond. Er zit nochtans heel wat goede muziek in het spel, maar de epische Ben Hur klanken blijven bewaard voor het slagveld.
Het ergste probleem treffen we echter aan bij de AI, zowel tijdens de slagvelden als op de strategische kaart. Regelmatig worden legers van vele duizenden manschappen aangevallen door slechts één of twee eenheden. Op meerdere momenten viel de AI ook een versterkte stad aan zonder ook maar één manier om de muren of deuren te doorbreken. Op andere momenten bleven eenheden gewoon het ganse gevecht staan op hun oorspronkelijke locatie zonder te bewegen, zelfs nadat ze volledig omsingeld werden. Nu en dan leek de AI ook gaten te zien in muren die er niet waren, waardoor halve legers als hersenloze zombies tegen de muur begonnen lopen en hun belagers negeerden.
Op nog kleinere schaal lijken ook de individuele soldaten soms raar gedrag te vertonen. Hoewel je duidelijk ziet dat er heel wat animaties voorzien zijn die elk gevecht uniek maken, lijk je op andere momenten wel in een groot Assassin's Creed gevecht beland te zijn, waarbij men elkaar vooral bekijkt in plaats van tot actie over te gaan. Dit is zonde, want op zo'n momenten zie je wel hoeveel moeite er is gestoken om iedere man te laten verschillen van de rest.
Op dat vlak is er dus nog heel wat werk aan de winkel. Wat problemen hier en daar zijn niet onverwacht bij een spel van deze schaal, maar op dit moment heeft Rome II er teveel om goed te praten. Wat een spijtige noot is om mee te eindigen voor een spel dat toch heel wat goeds in huis heeft.
- Meeste vernieuwingen zijn verbeteringen
- Diplomatie eindelijk nuttig en begrijpelijk
- Beheer van gebieden is praktischer
- Vijandelijke AI met vaak domme beslissingen
- Interface vereist soms nodeloos veel werk
- Overvloed aan bugs