Rocksmith
Al gamend gitaar leren spelen met Rocksmith
Wie net als ondergetekende ergens in de loop van het vorige decennium verstrengeld geraakte aan Guitar Hero of Rock Band heeft ongetwijfeld ontdekt dat de kritikasters van het eerste uur toch gelijk hadden. Hoeveel spelplezier de plastieken instrumenten ook mochten opleveren, ze brengen je absoluut niks bij over het bespelen van een echt instrument. Nadat we al even vrede hadden genomen met het feit dat we nooit al gamend zouden leren gitaarspelen kwam Ubisoft aanzetten met de belofte dat zij wél de technologie in huis had om toch te slagen waar anderen tekortschoten. We namen dan ook wat graag de proef op de som en gingen anderhalve maand aan de slag met Rocksmith.
[Gespeeld op Xbox 360]
Vooraleer we aan de review van Rocksmith beginnen, schetsen we kort even waar we zelf stonden op muzikaal vlak toen de game ergens begin oktober werd afgeleverd: nergens. Ondanks het feit dat we een behoorlijk uitgebreide muzikale smaak hadden ontwikkeld sinds we ergens eind van de jaren ’80 voor het eerst in aanraking kwamen met de platencollectie van vaderlief, hadden we nog nooit een echt instrument in onze handen gehouden. De vele omzwervingen die we ondertussen al achter de rug hadden met (op een na) alle Guitar Hero en Rock Band-games die tot op vandaag werden uitgebracht geven natuurlijk wel aan dat de (rock)muziek ons in het bloed zit, maar dat er gewoon nog nooit een goed moment is geweest om muziek te leren spelen – buiten het obligatoire blokfluiten aan het begin van onze middelbare schoolcarrière.
Volledig maagdelijk op muzikaal vlak zijn we dus aan Rocksmith begonnen: zonder enige kennis van zaken, maar vol goede voornemens om het spel gedurende meerdere weken een serieuze kans te geven. Zoals bekend wordt Rocksmith geleverd met een kabel die probleemloos aan te sluiten is op elke gitaar met een jack-uitgang. Met een budget van zo’n tweehonderd euro voor een gitaar en accessoires schaften we ons een Epiphone Les Paul Special II aan, een budgetgitaar van een gerenommeerd merk dat behoorlijke kwaliteit biedt voor de prijs en dat dus ideaal zou moeten zijn om onze beginnende Rocksmith-escapades te verteren.
Toen we ons instrument voor de allereerste keer hadden aangesloten op onze console en in de menu’s al meteen hoorden wat het resultaat was van het aanslaan van de snaren viel één ding meteen op: de inputlag waar we zo voor gevreesd hadden was totaal niet te bespeuren. Omdat er ettelijke bronnen te vinden zijn die steen en been klagen over dit euvel maken we er meteen een punt van om erg duidelijk te stellen dat er bij onze opstelling totaal geen hoorbare vertraging zit tussen het spelen op de gitaar en de output van de tv. We hadden al een back-up plan klaar in de vorm van een externe versterker, maar die bleek compleet overbodig. De technologie die Ubisoft mee ontwikkelde, werkt dus en er is een handige calibratietool voorzien in het geval jouw setup toch te wensen zou overlaten.
Zoals we gewend zijn van Guitar Hero en consoorten kregen we meteen een tracklist voorgeschoteld vanaf het startmenu en kozen we voor ons eerste nummer. Meteen was dat ook de eerste keer wanneer we ons spiksplinternieuwe instrument zouden stemmen en het afstellen van ons nieuwe speeltje was op zich al iets magisch waarbij Rocksmith op een erg visuele en eenvoudige manier ondersteuning gaf. Een eerste minpunt is wel dat je voor elke song eerst elke snaar een keer moet aanslaan om de software te laten registreren of ze wel correct staat afgesteld. We begrijpen dat dat laatste een nodige voorwaarde is voor het spel om goed te kunnen functioneren, maar we speelden ondertussen meer dan zeven weken lang bijna dagelijks en hebben vastgesteld dat we ons instrument nooit moesten opnieuw stemmen. Daarom hadden we gehoopt om ergens te kunnen instellen met welk tijdsinterval de software ons moet aanporren om ons instrument te herstemmen.
Na het stemmoment wordt de gekozen song ingezet en is het al snel duidelijk dat de interface van Rocksmith erg herkenbaar en tegelijk afschrikwekkend is. Net als bij zijn plastieken tegenhangers drijven er gekleurde blokjes naar je toe die op een bepaald moment een lijn passeren die aangeeft dat je de corresponderende noot moet aanslaan. Omdat de zes snaren van een gitaar (of de vier snaren van een basgitaar) nu eenmaal iets meer opties hebben dan de vijf knoppen op de nek van een Guitar Hero-instrument, is de muzieknotatie van Rocksmith een pak ingewikkelder dan wat we tot dan toe gewend waren.
Je krijgt eigenlijk een voorstelling van de nek van je gitaar te zien, die in spiegelbeeld en ondersteboven voor je platligt (wat je gelukkig anders kunt instellen via de allesbehalve gebruiksvriendelijke menu’s). Elk van de verschillende frets (plaatsen waar je je vingers moet zetten) is genummerd en komt overeen met een welbepaalde positie op de nek van je gitaar. Voor beginners zitten er in het Rocksmith-pakket ook stickertjes met nummers om op de nek van je instrument te plakken, maar de meeste gitaren hebben op zichzelf al aanduidingen van de frets door bolletjes op de nek. Vervolgens zijn er per fret natuurlijk zes mogelijke snaren die elk met een eigen kleur worden aangegeven. Het leren van die kleuren komt eigenlijk overeen met het leren van de knoppen bij Guitar Hero, maar het begint natuurlijk pas echt wanneer je moet gaan wisselen tussen het bespelen van verschillende frets en snaren na elkaar.
Op dat gebied probeert Rocksmith je wel bij het handje te nemen, want door een dynamisch moeilijkheidssysteem past de software zich automatisch aan naargelang het aantal correcte en foute noten dat je speelt. Soms is dat erg aangenaam, maar bij bepaalde nummers geraakten we daardoor zo in de war omdat de notenpatronen zich constant aanpasten doordat we het simpele patroon onder de knie begonnen te krijgen maar het daaropvolgende moeilijkere patroon veel te hoog gegrepen was. Op zich is het intelligente mechanisme een potentiële troef tegenover bijvoorbeeld Rock Band, maar wat de ontwikkelaars aanprijzen als een van de meest ingrijpende innoveringen in het genre hadden we toch eerder als een extra optie gezien dan als de standaardmodus. Het systeem biedt immers erg weinig ademruimte voor beginners (en gevorderden) om deftig te oefenen.
Dezelfde kritiek geldt eigenlijk voor de manier waarop Rocksmith zijn carrièremodus aanpakt. Hier spiegelt zich men wél aan de plastieken concurrentie, door de ene nieuwe song na de andere te laten spelen. Bij Guitar Hero ging dat vrij natuurlijk, omdat je bijvoorbeeld begon te spelen op Easy en eens je de bijhorende technieken onder de knie had kon je vrijwel elke song op Easy doorspelen. Op een echte gitaar werkt dat natuurlijk anders, want de helse opeenvolging van nieuwe songs en vingerposities was veel te overweldigend voor ons als complete beginners. We opteerden daarom na twee dagen spelen om niet langer door te gaan met de carrièremodus, maar om zelf een welbepaalde song uit te kiezen en die te gaan perfectioneren. Ondertussen werden onze eeltloze vingers ook met de minuut pijnlijker en werd duidelijk dat we onze inspanningen zouden moeten spreiden over verschillende dagen en weken in plaats van gitaar te leren in marathonsessies.
De allereerste song die we zouden proberen overwinnen was “(I can’t get no) Satisfaction” van The Rolling Stones. Het deuntje was ons welbekend en al gauw maakten we behoorlijke vorderingen (ondanks het dynamische moeilijkheidssysteem) door verschillende dagen na elkaar alleen dat nummer te spelen. Op die manier kregen we veel meer controle over ons eigen leerritme, wat een verademing bleek tegenover het opgelegde tempo in de carrièremodus. Onze skills namen dag na dag toe, ook al omdat we er af en toe een van de andere spelmodi tussengooiden, die specifiek bedoeld zijn om diverse speeltechnieken meester te worden. Sommige modi houden het bij droge exposés over een specifieke techniek, terwijl de Guitarcade modus je via minigames beter doet worden in onder andere het vinden van de juiste snaar of de juiste positie op de nek van je instrument.
Door onze leermethode op die manier aan te passen kregen we zelf ook meer en meer het gevoel dat we vooruitgang boekten en echt een instrument aan het leren waren. Dat betekent niet dat Rocksmith de perfecte gitaarleraar vervangt, want hoewel heel wat zaken door de interface goed worden aangegeven zijn er ook een aantal aspecten van het gitaarspelen waar Rocksmith je niet bij helpt en waar elke gitaarleraar je zo op zou wijzen wanneer hij je zou zien spelen. Van een ervaren speler kregen we dan ook broodnodige tips over het krullen van onze vingers over de nek tot het vasthouden van het plectrum aan toe. Als je net als wij nog totaal geen ervaring hebt met het gitaarspelen raden we je zeker aan om eens een ervaren vriend uit te nodigen die je zo’n tips over je speelstijl kan geven. Het spel geeft je immers over bepaalde fouten, zoals het aanslaan van teveel noten of het verkeerd vasthouden van je nek geen feedback, waardoor het zeker geen volwaardige vervanger is van een goede gitaarleraar.
Hoewel we zo nu en dan nog wel eens een noot uit het refrein van Satisfaction compleet misslaan, durven we zonder schroom zeggen dat we het nummer na een week oefenen vrij herkenbaar konden naspelen op ons versterkertje – zonder tv of zonder partituur. Blij met het behaalde resultaat gingen we verder met het ene na het andere nummer op die manier onder de knie te krijgen en door gaandeweg ook moeilijkere speeltechnieken aan te leren. De tracklist van Rocksmith is veel minder een aaneenrijging van enorm bekende hits dan bij de meeste Guitar Hero- of Rock Band-games, maar de nummers zijn wel stuk voor stuk gekozen met het oog op de gitaarlijn. Daardoor vind je er behoorlijk wat afwisseling qua tempo’s, moeilijkheid en technieken in terug.
Ook de minigames, de andere modi en de integratie van de basgitaar-DLC in de Europese versie van Rocksmith zorgen voor de nodige afwisseling, al is niet elke minigame even geslaagd. Ook het design van de menu’s en de algemene presentatie laat te wensen over. Op dat gebied werden we misschien teveel verwend door de voorgangers uit het plastieken tijdperk, maar de menu’s van Rocksmith zijn veel te diep en slecht bereikbaar. Gewoon een song te selecteren uit je bibliotheek is al een lastig karwei, omdat je niet anders kunt dan een voleldige vlakke lijst van nummers en bijhorende albumcovers door te scrollen.
Naar aanleiding van de Europese release die, net zoals bij de eerste Rock Band, een stuk later kwam dan de Amerikaanse release heeft Ubisoft een hoop extraatjes voorzien. We hadden het al over de integratie van de basgitaar, die de Amerikanen nog 2400 Microsoft Punten kostte, maar ook voor de al uitgebrachte DLC zijn megapacks voorzien zodat Europeanen aan gunstige prijzen een hoop continentaal gerichte nummers tegelijk kunnen binnenhalen.
Alternative Rock Pack (2400 MSP) |
Classic Rock Pack (2400 MSP) |
“All the Small Things” – blink-182 |
“(Don’t Fear) The Reaper” – Blue Öyster Cult |
Welk pack je al dan niet aanspreekt hangt wellicht vooral af van je persoonlijke smaak. Wij genoten vooral van de zeer herkenbare riffs van onder andere “Smoke on the Water”, “Free Bird”, “Message in a Bottle” en “Bohemian Rhapsody“ uit het Classic Rock Pack. Buiten een overdaad aan Queen-songs is dat pack ook beter gebalanceerd dan het Alternative Rock Pack, waar iets meer concentraties van bepaalde groepen voorkomen en waar er ook enkele minder bekende nummers inzitten. Of het je waard is om telkens 2400 MSP op te hoesten moet je zelf beslissen, want met alle songs die op de disc staan kom je allicht een heel eind, maar vooral het Classic Rock Pack is wat ons betreft een echte aanrader als je toch met beperkt budget een hele hoop klassiekers wilt downloaden.
- De technologie werkt goed
- Songs gericht op gitaar en/of bass
- Ook haalbaar voor beginners
- Brengt voldoening op lange termijn...
- Carrièremodus is te overweldigend
- Niet alle fouten worden opgemerkt
- Afwerking is matig
- ... maar je moet er wel veel tijd in willen investeren