HANDS-ON PREVIEW | Elden Ring voelt vertrouwd aan

Enkele jaren geleden werd Elden Ring aangekondigd met een simpele teaser en voor de rest weinig informatie. We wisten dat het een game van Hidetaka Miyazaki was, met ondersteuning van George R.R. Martin (die we kennen van A Song of Ice & Fire en Game of Thrones). Fans kregen onmiddellijk het water in hun mond bij de aankondiging, maar sindsdien was het vooral wachten geblazen. Wij kregen nu eindelijk de kans om aan de slag te gaan met de Closed Network Test om voor het eerst The Lands Between te betreden.

Al vanaf seconde 1 is het duidelijk: dit is een Souls game van Miyazaki. Nadat we eerst ons personage kozen werden we immers zonder veel poespas in de wereld gesmeten. Van daaruit zoek je het gewoon allemaal maar lekker zelf uit. Bij de start heb je de keuze uit verschillende personages met kleine verschillen in stats, maar doorheen de game kan je natuurlijk zelf de nodige stats aanpassen om een personage te creëren zoals jij dat zelf wil. Natuurlijk horen daar ook een pak wapens, armour en magie bij.

Eenmaal in de game ben je vrijwel helemaal op jezelf aangewezen. Zelfs op vlak van controls moet je niet veel tutorial verwachten, dus die check je best even in het menu. Je enige leidraad is de Grace’s Guidance.

Dat kan je een beetje vergelijken met de wind in Ghost of Tsushima. Je ziet een gouden wolk die je min of meer in de juiste richting wijst om verder te gaan met het verhaal en je eigenlijke missie. Ook hier word je dus maar een klein beetje geholpen.

We hebben eerlijk gezegd nog niet voldoende uren in de game kunnen steken om te zeggen of de lore en het verhaal nu beter naar voor worden gebracht, met dus de hulp van George R.R. Martin, dus heel veel kunnen we op dat vlak nog niet zeggen. We weten dat je een Tarnished bent, wat zoveel wil zeggen dat je je Grace verloren bent. Doorheen de game kom je ook regelmatig een Site of Grace tegen, waar je even kan rusten en andere zaken kan doen. Heel vergelijkbaar met de kampvuren in eerdere games dus. Je uiteindelijke doel is om alle delen van de Elden Ring te vinden, zodat je de Elden Lord kan worden.

Het eerste halfuur in Elden Ring verloopt nog vrij rustig. De kans is klein dat je direct het loodje legt, al kan het zeker wel, en je leert snel hoe je basisaanvallen uitvoert om kleinere vijanden neer te meppen. Dat rustige plezier blijft echter niet duren, want voor je het weet sta je oog in oog met je eerst baasgevecht (al zal het eerder een mini-boss zijn) en is het zweten geblazen. Ervaren spelers in het genre zullen hun dodge roll onmiddellijk kunnen bovenhalen in een poging dit eerste monster te verslaan en hun weg verder te zetten. Is Elden Ring een van je eerste ervaringen met dit soort games, dan kan je best nog even op onderzoek gaan in de wereld rondom je.

Elden Ring is immers een pak vrijer en groter dan pakweg Dark Souls of Bloodborne. De wereld strekt zich ver voor je uit en dankzij het paard dat je al heel vroeg krijgt kan je zonder problemen grote afstanden afleggen. Het zorgt er voor dat je nog meer op verkenning zal gaan en nieuwe gebieden kan ontdekken.

Naast de grote open gebieden bevat Elden Ring natuurlijk ook heel wat grote kastelen en dungeons, die in de game Legacies worden genoemd. Deze gebieden zijn heel vergelijkbaar met de omgevingen van vorige games van Miyazaki en zullen dan ook vertrouwd aanvoelen. Spelers die dus gewoon het pad volgen dat een klein beetje voor hen wordt uitgelegd zullen dus een deel content missen.

Elden Ring bevat ook een multiplayer aspect dat we nog niet echt hebben kunnen testen, maar het idee is dat je met maximaal vier andere spelers aan de slag kan gaan, zowel in co-op als PvP. Om spelers in je wereld te krijgen, moet je ze oproepen aan Martyr Effigies die verspreid liggen in de spelwereld.

Op visueel vlak moeten we eerlijk zijn dat we tijdens onze eerste uren niet echt onder de indruk waren. Elden Ring ziet er niet slecht uit, maar het voelde een beetje flets en dof aan. Misschien dat het verder in de game nog verandert, maar voor een game die we op PS5 speelden, verwachten we toch echt wel beter.