Hands-on: Code Vein
Als je als publisher zowel anime-games als de Dark-Souls franchise publiceert, dan kan het niet anders of één of andere gekke Japanner krijgt na een tijdje het idee om de twee te combineren. Code Vein staat dan ook al sinds zijn aankondiging bekend als Anime Souls. Iedereen weet het. Niemand ontkent het. En waarom zouden we ook? Anime Dark Souls, dat klinkt gewoon vet.
Vrouwen met een voorgevel die de realiteit tart en demonisch gespuis dat ons steeds een mep wilt verkopen, dat is zo'n beetje de korte samenvatting van deze game. Er is één of andere vampierenstrijd aan de gang en jij speelt een personage met speciaal bloed. Neem daar nog wat extravagante personages bij en over-the-top one-liners (het blijft anime) en je begint te begrijpen wat er aan de hand is in deze game. Het grootste verschil met Dark Souls misschien is dat het verhaal hier veel meer op de voorgrond staat en dus ook niet zo subtiel wordt verteld.
Een ander groot verschil is de manier waarop het gebruik maakt van klasses. In Dark Souls bouw je jouw personage naar een bepaalde speelstijl toe, maar in Code Vein kan je eigenlijk constant veranderen. Dit is omdat men gebruikt maakt van Blood Codes. Dat zijn eigenlijk de 'klasses' in deze game. Als je er eentje vindt, dan moet je ze gewoon activeren en zo verander je van klasse. Je kan dit ten alle tijde doen waardoor je eigenlijk nooit beperkt bent tot één bepaalde speelstijl in deze game. Dit zorgt voor een vorm van variatie die we zeker kunnen appreciëren. Pas op: de game speelt hier natuurlijk ook handig op in. Bepaalde wapens zijn beter als je tegen bepaalde vijanden vechten, dus switchen tussen Blood Codes wordt ook wel aangemoedigd.
Gameplay-gewijs voel je wel de hevige Dark-Souls inspiratie. Zo heb je ook hier een stamina-meter waardoor je niet gewoon hersenloos kan blijven hakken op een vijand. Je moet geduld hebben, ontwijken en ze raken wanneer ze kwetsbaar zijn. Verder is de spelwereld één grote post-apocalyptische stad. De omgevingen zijn dan ook wel veel moderner dan het middeleeuwse Dark Souls, maar alles blijft wel lijken op een gigantische doolhof met kerkers en dergelijke. Inclusief checkpoints waar je even het vechten kan vermijden en indien mogelijk je personage kan sterker maken. De kern zal dus wel snel herkenbaar aanvoelen voor veteranen in het genre, wat zowel positief als negatief kan onthaald worden.
Van wat we voorlopig hebben gespeeld, lijkt de moeilijkheidsgraad soms wel ettelijke niveau's hoger te liggen. De zones zelf verkennen, dat valt goed mee. Af en toe kom je wel eens een moeilijkere vijand tegen, maar niets is echt heel moeilijk. Het zijn vooral de bazen in deze game die je het leven moeilijk gaan maken. Niet zo anders dan andere games in het Souls-genre natuurlijk. In Code Vein heb je wel altijd een NPC-kompaan die meeloopt met je, tenzij je dat weigert. Volgens ons speelt de game hier ook op in, want daardoor zijn de vijanden dat tikkeltje moeilijker te verslaan. De essentie blijft natuurlijk wel hetzelfde: meestal moet je gewoon blijven sterven tot je de aanvalspatronen van de baas vanbuiten kent.
Een groot pijnpunt viel ons wel op in de demo die we hebben gespeeld. We hadden constant last van haperingen. Maar echt constant. Dit zorgde ervoor dat alles zoveel moeilijker was, zeker in een game waar behendigheid en ontwijken van aanvallen zo cruciaal is. Het zorgde eigenlijk gewoon voor een niet zo aangename speelervaring. Wat jammer is, want de game ziet er anders wel vrij mooi en afgelikt uit. De anime-invloeden geven ook een atypisch gevoel voor een genre dat anders zo donker en depressief aanvoelt. Hopelijk is het eindproduct een stuk soepeler.
Haperingen, op welk platform?
Geplaatst op 2019-09-10 16:34:53