Hands-on preview: For Honor
For Honor
Samoerais, Vikings en ridders. Eigenlijk kunnen we hier deze preview al stoppen, want beter gaat het niet worden. Toch zullen we jullie nog wat extra uitleg geven, want For Honor heeft dan misschien wel die drie elementen, alles draait er om hoe ze die gebruiken.
Voorlopig weten we eigenlijk nog niet zoveel over de nieuwe IP van Ubisoft, For Honor. We weten nog niets over het verhaal of over de volledige invulling van de game. Wat we wel weten is dat Jason Vandenberghe aan het roer van de ontwikkeling van de game zit. Die naam zegt je misschien niets, maar je moet weten dat hij ook verantwoordelijk is voor onder andere Far Cry 3 en Red Steel 2. Een man met ervaring dus.
For Honor is een game die voorlopig moeilijk in een hokje valt te duwen. Het heeft wat aspecten van een MOBA, maar ook van hack & slash. Wie de game voor het eerst bekijkt zal dan weer snel aan Dynasty Warriors denken, maar ook die vergelijking gaat niet helemaal op. Het meest opvallende aan For Honor is toch wel het vechtsysteem. Dat werd van nul ontwikkeld en is dan ook met niets te vergelijken. We zullen het hier proberen uit te leggen, maar vergeef ons alvast als we er niet helemaal uit geraken. Het is iets dat je vooral eens moet uitproberen.
In For Honor vecht je een veldslag tussen twee groepen uit. Elke groep beschikt over een boel simpele soldaten en vier leiders. Die acht leiders, vier per groep, worden gecontroleerd door de gamers, de soldaten zijn NPC’s. De NPC’s kan je met een simpele druk op een knop neerhakken, maar de gevechten tussen de leiders gaan er iets ingewikkelder aan toe.
Wil je hen aanvallen, dan moet je eerst één van de achterste knoppen op je controller indrukken om jezelf op hen vast te pinnen. Daarna komen beide spelers in een verdedigende stand die ze moeten doorbreken. Je kan je zwaard van links, rechts of bovenaan laten komen. Als je tegenstander zijn zwaard op dezelfde positie houdt, dan zal hij je aanval blokkeren. Als speler moet je dus rekening met de positie van je rivaal. Eenvoudig dus om te gebruiken, maar des te moeilijker om perfect te beheersen.
Heb je besloten om aan te vallen, dan kan je daarnaast ook nog kiezen tussen een zware of een lichte aanval, waarbij de zware aanval natuurlijk een stuk trager is en meer ruimte laat om zelf aangevallen te worden. Een één-tegen-één-gevecht kan zo bijzonder spannend zijn, maar zorg er voor dat je nooit tegenover twee spelers komt te staan, want dan is het vrijwel onmogelijk om aanvallen af te slaan.
Wie sterft, moet echter niet vrezen, want na een aantal seconden zal je respawnen. Al heeft overleven ook zijn voordelen. Lukt het je om een tijdje staande te blijven, dan zal je bepaalde extra’s vrijspelen die je kan gebruiken tijdens een duel. Zo kan je health terugkrijgen voor het doden van simpele soldaten en als je lang genoeg op je benen blijft, dan kan je zelfs een aanval met een katapult laten uitvoeren.
In de mode die we op E3 onder handen kregen, was het de bedoeling dat je als team van vier een bepaald aantal punten haalde. Die punten kon je vergaren door bepaalde gebieden op de map te veroveren en door tegenstanders een kopje kleiner te maken. Wanneer een team aan 1.000 punten geraakt, ‘breekt’ het andere team. Vanaf dan is het doel om de vier leiders van het andere team te doden, aangezien ze op dat moment niet meer zullen respawnen. Lukt het om ze alle vier te doden, dan wint je team het potje. Daalt het aantal punten terug onder de 1.000 punten, dan zullen spelers wel respawnen.
Spannend wordt het pas echt wanneer beide teams boven de 1.000 punten gaan en elk foutje wordt afgestraft. Word je vermoord als je eigen team "gebroken" werd, dan is het nog niet voorbij. Weet je team het andere team immers weer onder 1.000 punten te duwen, dan keer je gewoon terug. Wordt jouw team daarna weer "gebroken", dan ben je wel weer dood, om zo de eindstrijd uiteindelijk toch te laten eindigen. Goed gevonden en bijzonder spannend dat het op en neer kan gaan.
Misschien klinkt het nu alsof je als speler gewoon in de richting van andere spelers moet lopen en je vervolgens moet proberen om hun kop er af te hakken, maar het is allemaal wat tactischer dan het lijkt. Om te beginnen moet je echt wel samenwerken als team. Als één lid besluit om zich niet in gevechten te mengen (om bijvoorbeeld een gebied te bewaken), dan zal altijd minstens één speler tegen twee tegenstanders komen te staan. Omdat spelers ook snel respawnen, zal je vaak en snel van het ene gebied naar het andere moeten lopen, om ze allemaal onder controle te houden. Doe je dat niet, dan mag je er zeker van zijn dat je een nieuw verlies mag optekenen.