Mensen met autisme niet agressiever door gewelddadige games
Toen de VS eind 2012 nog maar eens werd opgeschrikt door een school shooting werd door heel wat media gefocust op de emotionele problemen van de schutter, Adam Lanza, gerelateerd aan zijn autisme, en op het feit dat hij gewelddadige games speelde. Dat hij autistisch was zou hem mogelijk vatbaarder hebben gemaakt voor negatieve effecten van games, maar dat wordt nu enigszins tegengesproken door een studie van de University of Missouri.
Onderzoekers lieten meer dan 100 mensen tussen de 17 en de 25 jaar, waarvan de helft met een vorm van autisme, gewelddadige games spelen, waarna werd gekeken of ze zich agressiever begonnen te gedragen. Concreet werd hen gezegd dat ze het tegen elkaar zouden opnemen, en dat de winnaar als beloning de verliezer mocht pijnigen door hem een luid geluid te laten horen. Het resultaat was dat mensen met autisme niet per se agressiever uit de hoek kwamen dan de mensen zonder autisme.
De studie concludeert dus dat het hebben van autisme je niet per se vatbaarder maakt voor het vertonen van agressiever gedrag na het spelen van gewelddadige games, al moeten bij de studie ook wel enkele kanttekeningen gemaakt worden. Zo lijkt de studie al bij al vrij beperkt te zijn. Het onderzoek werd in een gecontroleerde omgeving gehouden en liet deelnemers slechts 15 minuten spelen alvorens hun agressiviteit gemeten werd. Sowieso is het al de vraag of zo'n korte speelperiode wel een veelzeggend resultaat kan opleveren, en daarnaast zijn er nog zoveel andere factoren die een invloed kunnen hebben. Op korte termijn echter zouden autisme en gewelddadige games dus niet leiden tot meer agressie.