Hands-on preview: Dead Island 2
Dead Island 2
Na het toch wel teleurstellende Dead Island: Riptide, komt Deep Silver nu op de proppen met een - volgens hen - volwaardige opvolger. Het eiland wordt ingeruild voor Californië en de ontwikkelaar van dienst is ditmaal Yager Development, onder meer bekend van Spec Ops: The Line. Hun visie? Een vervolg brengen dat wat luchthartiger mag zijn, maar tegelijkertijd de nodige dosis pit bevat en niet moet onderdoen qua geweld voor zijn voorgangers.
Als we eerlijk zijn, dan moeten we zeggen dat Techland - de ontwikkelaar achter de voorgaande games - de verwachtingen van de Dead Island-franchise nooit echt kon waarmaken. Toegegeven, de indrukwekkende CGI-trailer die begin 2011 verscheen wist het merendeel van de gamers makkelijk te imponeren. Het is dan ook het zoveelste bewijs dat zulke trailers vrij weinig gemeen hebben met het eindresultaat. Het is dus zeker geen slechte zaak dat een andere ontwikkelaar ditmaal aan het roer staat, mogelijks met een ietwat andere visie.
Om te beginnen heb je de locatie. Californië is nu eenmaal geen eiland, terwijl de naam van deze franchise iets anders impliceert. Waaroma na twee games naar het vasteland? Yager heeft hiervoor een simpel antwoord. Er zijn simpelweg meer mogelijkheden, niet enkel qua ruimte en entertainment, maar ook gewoon omdat het de perfecte locatie is om een dodelijk virus te lanceren. Je hebt er Hollywood, wat meteen het grootste gedeelte van de Amerikaanse filmindustrie bevat. De zon schijnt er ook altijd en alles staat volgebouwd met villa's. Met andere woorden: de perfecte vakantiebestemming... voor een horde zombies. Het is dan misschien geen eiland, daar kan je wel de link leggen met het origineel.
Hoe zit dat trouwens met die zombies? Wel, zoals je wel verwacht van een sequel, heb je her en der enkele nieuwe typetjes. Ze zijn ook allemaal een tikkeltje bloeddorstiger, maar dat betekent ook dat het des te leuker is om erop te meppen. Dat merk je aan het combat-systeem, dat voelt ietwat meer brutaal aan en de combo's zijn al wat vloeiender. Je kan de zombies ook gewoon naar je toe lokken door op zaken te schieten, zoals bijvoorbeeld een auto.
Wapens upgraden is trouwens ook weer van de partij. Tijdens onzo demo-sessie mochten we allerlei voorwerpen (o.a. batterijen en benzine) verzamelen in een nabijgelegen winkeltje om er nadien ons jachtgeweer mee te verbeteren. Wat knutselwerk resulteert dan in een geweer dat plotseling kogels afschiet die vijanden in vuur en vlam plaatst. Zo heb je trouwens een heel resem verschillende elementen in de game.
Net zoals de voorgaande delen heb je uiteraard ook weer vier verschillende klasses. Hoe die allemaal spelen, dat valt nogal moeilijk te zeggen gezien er slechts twee van de vier speelbaar waren: Ryan, de berserker en Dani, de speeder. Zelf gingen we met Ryan aan de slag en dat verliep vrij goed. Zijn krachtige shotgun zorgt voor de nodige impact, maar dat wapen werd al snel ingeruild (mede door een gebrek aan kogels) voor een heuse strijdbijl die we maar al te graag gebruikten op elke zombie die ons pad kruiste. Een zombie doodmeppen blijft ook gewoon leuker dan er op te schieten, zeker als je weet dat geluid nóg meer zombies lokt.
Het belangrijkste aspect van deze titel is misschien wel de multiplayer, die is opnieuw veranderingen ondergaan. Zo kan je met maximaal acht spelers tegelijkertijd spelen, steeds op één server. Dat betekent dat de gehele spelwereld functioneert als één grote server. Interactie met andere spelers is ook helemaal niet verplicht, je kan gewoon jouw eigen ding blijven doen. Iemand helpen is een optie, geen verplichting. Helaas betekent dat ook dat niet alle spelers goedaardige intenties zullen hebben, want op elkaar schieten is namelijk ook een optie. Als voorbeeld neemt de ontwikkelaar hier een helikopter die neerstort: zal je samenwerken met andere mensen en de beloning delen of knal je elkaar af zodat je alles zelf krijgt? Het zijn DayZ-toestanden die momenteel erg populair zijn.
Om af te sluiten halen we nog even snel die audiovisuele kant aan. Zoals je misschien wel weet, draait Dead Island 2 op de Unreal Engine 4. Dat zorgt ervoor dat de visuele effecten voor een mooi geheel zorgen. Californië ziet er prachtig uit, zelfs ondanks de zombieplaag. Helderblauwe lucht, een aanstekelijk zonnetje en vooral heel erg veel bloed. Het kan niet beter... of misschien toch wel? Onze enige kritiek is de framerate, want die dook op bepaalde momenten wel de dieperik in. We houden natuurlijk rekening met het feit dat dit een alpha-versie is, dus het valt moeilijk te zeggen of dit ook een probleem zal vormen in de finale versie.